Wat nu?
N°. 1776.
Donderdag 30 November.
A0. 18
LEIDSCH MfiBLA
Deze Courant verschijnt eiken dagbe
halve Zon- en Feestdagen, en kost voor
Leiden f 1.95, en franco per post 2.80
in de drie maandenAfzonderlijke Nom-
mers Vijf Cents.
Prijs der Advertentiën1-6 regel»0.76.
Iedere regel meer 12f Cts. Geboorte-, hu
welijks- en doodfcerigten van 1-4 regelsƒ0.90.
iedere regel meer 15 Ct». Bekendmakingen van
genootschappen 5 Ct». Zegelrecht 35 Ct».
Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 1 m.; 12 u. 41 m.; 3 u. 37 m.; 6 u. 6 ia.;
9 u. 5 m. naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 43 ra.; 11 u. 43 m.; 2 u. 42 ra.; 4 u. 45 m.; 9 u.
Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 3 u., de overige cUiCett, uitresonderd des Zondags, 5 u.; van
Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden, Maandags ten 2J. u. 's nam. de overige dagen :a namiddags ten 3 ure, des Zondags buiten dienst.
Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat's morgeus te 8 u. en te 10 u. 50 m.;'s namiddags te 3 u. 85 m.
ravonds te 7 u. 65 m. en op de Zondagen alleen ten 10 u. 60 ra. en 3 u.. 35 ca. 's uRmiddags. Oost-Indische Laodpost. Over Southampton,
I en 17; over Triest, 7 en 23; over Marseille, 9, i6 eu 26 van elke maand. West-Indischs den 14 en voorlaatiten van elke raaand.
KijUa- ielegraal. Dagelijks geopend vau 8 uur '3 m. tot 9 uur 's aSpoorwafj-TTelograaf datrelijks vau 7 u. 'sru. tot 10 u. 30 u. If,
Zittingen van bet Gemeeutebeituur, Gemeenteraad op oiiLepaaide tijden - B sirgtmr 'tier en. Wethouders, Maandag eu Donderdagte 11 uur.
Commissie van fabricage, Woenodag te 12 uur. - Burgemeester, dagelijks te 10 nur. - President der Commissie van Fabricage des Zaturdags van
111 nur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 u«r. - Thesaurie, dagelijks van 102 uur. - De Gemeente- AreAiteci
is te «preken op het Raadhuis, eiken werkdag van 'a morgens 12 1 uur
K.uiutoor der Plaatselijke Aocijmeo, dagelijks van 82 uur en van 4j uur; der In- eu Uitgaande Keshtea «n AeeijaMB
dagelijks van 91 nur en van 5—-8 uur; van 's Rijks Directe Ssiastiageu, Miandag Diugsdag, Woensdag en Donderdag van 98
uur. van .KegelRegistratie dagelijks van 84; van de Hypotheken en bet Kadaster, van 84 uur.
III.
Wij kwamen te laat met onze bedenkingen tegen het aan-
leekenen van hooger beroep, maar vinden daarin geen re
den om onze onpartijdige beschouwingen te 9taken. In het
vonnis der Leidsche rechtbank komt onder de overwegingen
één zinsnede voor, die ons aanspoort tot een breedere ont
wikkeling. Door een der partijen is, als ter loops en zon
der daaraan veel waarde te hechtenter sprak# gebragt de
onbevoegdheid van de rechterlijke collegiëu om het kerke
lijk geschil te beslissen en dat punt was van den aanvang bij
ons buiten kijf. Twee collegiën twisten over de wettigheid
van het beheer der bezittingen van de gemeente; maar
is dan niet de gemeente wel het naast en het meest be
voegd, om dat geschil te beslissen? Zoo er dan geen kerke
lijke overheid bestaat, aan wie die bevoegdheid is toege
kend, de gemeente zelf kan, mag en moet niet onverschil
lig dien strijd aanzien en kan hare rechten doen gelden
om het beheer te handhavendat er steeds mede is belast
of het op te dragen aan wie zij wil. En als de gemeente
den wettelijken weg volgtnaar den regel dat alles met eer
lijkheid en orde geschieddedan vraagt zij van den Koning
de intrekking van het Koninklijk besluit van Julij 1820 en
de verleende dispensatie van de toepassing van het provin
ciaal reglement houdt op, terwijl de administratie der ker
kelijke bezittingen van de Nederduitsche Hervormde gemeente
'e Leiden onder de heerschappij en algeheele toepassing van
dat reglement komen zal. Is het ondenkbaardat eenmaal
het eindvonnis van den Hoogen Raad der Nederlanden de
onbevoegdheid zal uitspreken? Wij twijfelen er geen oogen-
blik aaDwant het betreft een bloot huishoudelijke zaak,
die' de gemeente alleen en uitsluitend betreften waarbij de
rechter over het mijn en het dijn niet zal beslissen. Na jaren
'jng kostbare en onaangename rechtsgedingen zal men zijn waar
was by het begin door een bloote verwijzing naar het
kerkelyk recht (art. 21 25 43 N°. 6 44 N®. 3 51
N°. 6 65 70 N°. 4 en 6 van het algeme«n reglement
voor de Hervormde kerk, bekrachtigd bij Koninklijk besluit
van 23 Maart 1852 N°. 3).
Wat dau
Een vereffening van het geschil kwam ons zeer eenvoudig
voor van den aanvang af, zonder dat men zich te bekreu
nen heeft over den onwil der geschilvoerende partijen. Voor
intrekking van het Kouinklijk besluit van Julij 1820 is aan
leiding en stof, nu het in 1809 geregeld en in 1820 be
stendigd beheer niet meer strookt met art. 73 van het pro
vinciaal reglement. En wil men nu, bij het vooruitzigt van
een spoedige, nieuwe, algemeene wettelijke regeling vooral
de Hervormde gemeenten in ons Vaderland, den btstaanden
toestaud voorloopig bestendigen, het Koninklyk besluit van
Julij 1820 eischt het besiaau vau een collegie van notabe
len die op het beheer toczigt houdt en waaraan het beheer
rekenphgtig is. Zulk een collegie wordt in het leven geroe
pen volgens artt. 15-22 van het provinciaal reglement en
zonder lastigen en moeijelijken omslag komt men in een uor=
malen toestand tegenover den abnormalen toestand die er
heerscht. Men vermijdt langs dien weg de toepasselijkheid
van art. 1696 Burg. Wetb. en dit eenvoudig middel heeft
het zegel der waarheidvan orde en van recht.
Wij zouden de gemeente geluk wenschen zoo zij op deze
wijze hare rechten handhaafde en tevens hare pligten kende en
betrachtte, 't Is immer waar de oude gemeente-commissie gaat
voort met het beheer der kerkelijke goederen en bezittingen
zij bezit het vertrouwen van de overgroote meerderheid en
zorgt voor alles wat de openbare eeredienst betrelt en be
hoeft, zonder eeuige stoornis of ongerief te veroorzaken, ook
al wordt zij daarin tegengewerkt of belemmerd door onker
kelijke maatregelen. Wordt haar de ordelijke en doeltref
fende inzameling der kerkelijke bijdragen voor de eeredienst
door onwettige personen bemoryelijki en geschiedt de opha-
ling door onbekende collectanten, zij houdt niet op al de
kosten voor de eeredienst te bestrijden uit de overige ker
kelijke inkomsten waarvan de invordering door de gemeente