Binnenlandse!) Nieuws.
raming raming
8 m. 1864. 8 m. 1865. 1865. 1866.
Zout 1,561,968,51 1,613,126,77* 2,640,0002,670,000
Zeep 861,672,67' 900,115,97 1,260,000 - 1,260,000
Bier en azijn» 397,078,08' 431,135,23 540,000 570,000
Geslagt 786,875,24 823,540,41» 1,440,000 1,440,000
Indir. bel. 9,414,763,65 9,354,019,82' 12,799,500 13,317,000
Posterijen 1,528,733,60' 1,525,097,23' 2,250.000 2,250,000
Loodsgelden. 463,258,76' 473,125,38' 700,000 700,000
tezamen ƒ15,013,356,53 15,120,160,83 21,629,50022:207,000
Derhalve eene verhoogde opbrengst van f 106,804,30 over
de acht eerste maanden 1865 is de grond, waarop de Mi
nister voor 1866 die middelen f 57 7,600 hooger raamt.
Is dat nu een matige raming? worden daardoor de meest
zwaar tillenden gerust gesteld is de mogelykheid van teleur
stelling weggenomen? Wy betwyfelen het zeer en het is
juist ons op nieuw een schitterend bewijs, dat de Minister
de kunst verstaat van illustratie, maar daardoor toch ook
reden en aanleiding geeft, tot wantrouwen in zijne beschou
wingen en verzekeringen.
10°. Tot leeraar voor de Hoogduitsche taal- en letter
kunde, de heer H. W. Miillerleeraar bij het gesticht van
de Vrouwe van Itenswoude te 's Hage.
11°. Tot leeraar voor het boekhouden, de heer L. Droog
lever Fortuyngeëxamineerd Boekhouder te Botterdam.
12°. Tot leeraar in het handteekenen de heer J. H. v.
d. Laar, kunstschilder en le of hoofdleeraar aan de aca
demie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen
te Botterdam.
In het Fransche volksblad Le petit journal van 12
September, komt een brief voor van Nadar, gedagteekend
uit Amsterdam den Ssten derzelfde maand, dus zes dagen
vóór de opstijging. Hij geeft daarin een beknopt verslag
van de indrukken dien het verblijf in Nederland op hem
had te weeg gebragt en welke hierop nederkomendat
Amsterdam een zeer dure stad iswaar een gulden niet
veel meer waarde heeft dan in zijn vaderland een franc,
en dat de Nederlanders zoo bedaard zijn, dat koetsiersdie
twist met elkander krijgen hunne stemmen niet hooger ver
heffen dan de causeurs in de Parijsche salons. Met de ker
mis wordt het echternaar men hem verzekerd heeftan
ders. In twee September-weken verteren zegt hy de Hol
landers al het geraas, (tout le bruit) dat zij in een geheel
jaar hebben opgespaard. Voort deelt hij een gesprek mede,
dat hij met de grens-commiezen gehouden heeft, die hem
echter niet dezelfde moeijclijkheden berokkenden als hij eeni-
gen tijd geleden te Frankfort had ondervonden. Ten einde
vrijdom van inkomende rechten voor zyn luchtballon te er
langen maakte Nadar aldaar de opmerking dat hij in het
geval was van een reizend muziekant, die men toch ook
niet laat betalen voor de vioolwelke hij onder den arm
droeg. Dit argument maakte indruk, maar een der com
miezen na zich een oogenblik bedacht te hebben betoogde
dat de vergelijking tusschen de viool en den luchtbal niet
opging. De luchtbal, merkte hij op, kon men wel op ad
ministratieve wijze inklaren maar hoe zou de uitklaring ge
constateerd moeten worden Daar bleef het te Frankfort bij
maar in Nederlandwaar hij bij de lieden meer bon sens
heeft waargenomen dan in Duitschland kwam hij er beter af.
Niet van belang ontbloot, in betrekking tot de spoedige
nederdaling, die het publiek zoo slecht aanstond, zyn de
volgende regelen welke aan het slot van den brief voor
komen //En nu, waar zal ik nederkomen? Zoo de wind,
die sedert twee dagen waait, tot Maandag blijft aanhouden,
zal ik niet lang in de lucht blijven, want ik bedank er
voor mij te wagen boven de Noordzee of den Atlantischen
Oceaan. Ik zal mij aan deze zijde van de zee laten zakken
al moest het ook nog eens gebeuren dat een Brusselsch blad,
waarschijnlijk door helden geredigeerd mij bloodaard noemde.
Ik heb liever dat men mij voor een bloodaard dan voor een
onnoozelen hals houdt. Maar de wind er buiten gelatenis
er nog een kwestie, waarop de lieden geen acht geven, die
zuur kijken als men niet ver genoeg naar hun zin gaat, na-
melyk de kwestie van de kosten der terugreis voor de per
sonen en het materiëel. Ten aanzien van deze kwestie be
houd ik mij alleen het oordeel voor, wie zich daarover ook
moge belgen. Ik weet bij ondervinding dat het maar tijd
verlies is om te beproeven de geheele wereld tevreden te
stellen. De vitters vergoeden mij mijne kosten niet. Laat
ons dus ten beste handelen en bedaard onzen gang gaan."
De feestelijke opening van den spoorweg Almelo-Salz-
bergen heeft Maandag met veel plegtigheid plaats gehad.
Er waren vele genoodigden o. a. de Ministers van Neder
land en Hannover, de Commissarissen des Koningsde Ge
meentebesturen, enz.
Naar men verzekert, heeft de gevreesde ziekte onder
het rundvee zich geopenbaard te 's Gravesandeaan den
Haak, een gemeene weide, waarin omstreeks twee honderd
runderen weidende zijn.
Te Dordrecht werd een heer, die Dingsdag morgen
van de begraafplaats terugkeerde, na nog bij de begrafenis
een toespraak te hebben gehouden in het rijtuig door eer
beroerte getroffen, en was weldra een lijk.
De onderdirecteur van het 2de rijksgesticht te Veen'
huizen heeft zich op het uit 's Hage bekomen berigt var
zijn ontslag onmiddelijk door een pistoolschot van het lever
beroofd.
Twee gebureu op het Goirke te Tilburg hadden deze1
Z. M. heeft benoemd tot ontv. der dir. bel. en acc. 1
te Beilen c. a. den heer G. J. Soetekou thans ontv. der in-
en uitg. rechten te Denekamp.
Z. M. heeft den kapt. ter zee W. H. Dittlof Tjassens
onder dankbetuiging voor zijne aan den lande bewezen diens
ten eervol ontheven van de betrekking van equipagemees
ter der marine te Willemsoord en weder gesteld in het
genot van het vroeger aan hem verleende pensioen- den
majoor P. J. de Waalvan het corps ingenieursmineurs
en sappeursop pensioen gestelden het bedrag daarvan
bepaald op f 1300 'sjaars; voorts den genoemden majoor
den rang toegekend van luit.-kolonel; - den kapt. L. P. D.
Nederburgh, van het 3de reg. vest.-art. op zijn aanvrage
op pensioen gesteld en het bedrag daarvan bepaald op /"1050
'sjaars, en aan genoemde kapt. den rang toegekend van
majoor.
Men verneemt, dat Mgr. Swinkels, vicaris-apostoliek
van Suriname, door den Paus benoemd is tot bisschop van
Amorium i. p. i.
Naar men verneemt, is de heer Mr. C. B. Merkus
benoemd tot commies chef bij 't bureau der Statistiek aan
het provinciaal bestuur te Utrecht, ter vervanging van Mr.
E. Bergsmadie tot rechter te Sneek is benoemd.
Door den Gemeenteraad te Botterdam zijn benoemd
1°. Tot leeraar voor de wis-, natuur- en werktuigkunde,
de cosmographie en het meetkundig teekenen, de heer J. Me-
nalda van Schouwenburg,, leeraar aan de hoogere burger
school te Deventer.
2°. Tot leeraar voor de wiskunde, waaronder het han-
delsrekenen en het meetkundig teekenende heer B. de
Begt, openbaar hoofdonderwijzer te Botterdam.
3°. Tot leeraar voor de scheikunde, technologie en wa
renkennis, de heer Dr. H. F. B. Hubrecht, leeraar aan de
technische school te Utrecht.
4°. Tot leeraar in de beginselen der plant-, dier-, aard
en delfstof kundeDr. N. W. P. Bauwenhoff, lector aan de
clinische school te Botterdam.
5°. Tot leeraar voor de gronden van de gemeente-, pro
vinciale- en staatsinrigling van Nederland de staathuishoud
kunde, de statistiek, inzonderheid van Nederland en zijn
koloniën en bezittingen in andere werelddeelenen het han
delsrecht, de heer E. E. v. Baalte, te Rotterdam.
6°. Tot leeraar voor de Nederlandsche taal-, letterkunde,
de geschiedenis des Vaderlands en de aardrijkskundewaar
onder handels- en natuurkundige aardrijkskunde, de heer
Dr. A. de Jager te Botterdam.
7°. Tot leeraar voor de Fransche taal- en letterkunde en
de algemeene geschiedenis, de heer Dr. E. Piaget, leeraar
in genoemde vakken aan het gymnasium.
8°. Tot leeraar voor de Fransche taal- en de aardsrijk-
kunde, de heer Dr. L. H. Delgeur, privaat-docent te Ant
werpen.
9°. Tot leeraar voor de Engelsche taal- en letterkunde
de heer J. H. Slater, privaat-docent te Rotterdam.