Huileiilandsch Nieuws. bleek zij echter te klein om het talrijk publiek te ontvangen. De vauxhall op het Valkhof, waarmede die dag besloten werd leverde met de schitterende verlichting een prachtig gezigt op. In de Zondag middag ten 12 ure gehouden vergadering van feestgedeputeerden iu de groote zaal der sociëteit Con cordia bij het kasteel Bat-Ouwe-Zate, i3 o. a. besloten dat het VlIIste Nederlandsch nationaal zangersfeest in 1867 zal wor den gehouden te Dordrechtwaartoe tot feestdircoteuren zijn benoemd de heeren F. Böhme uit Dordrecht en P. J. van Paesschen uit 's Hertogenboschverder dat tot bestrijding der enorme kosten elk lid van iedere liedertafel per jaar zal betalen 5 0 cents, en eindelijk is aan het nieuw benoemd technisch comité toegevoegd een hoofdbestuurbestaande uit 5 leden. Tot leden van den zangersbond zijn weder 4 lie- devtafels aangenomen. De matinee musicale van de Crefeldsche kapel was nog drukker bezocht en hare uitvoering overtrof die van den vorigen dag. 's Avonds hadden de voordragten der afzon derlijke liedertafels plaats. Het talrijk publiek heeft zich daarna verlustigd op het bal en in de vauxhallwaarmede bet feest van den genotvollen avond werd besloten. Te Gouda wil men een broodfabriek en te Wierden in Twentlie een stoomkatoenweverij oprigten. Verleden Woensdag was er in het Veergat, tegenover den Bierdijk van de Oostwateriug te Middelburg een gewel dige beweging in het zeewater zigtbaar; groote bressen uit de zandbank van den Noord-Bevelandschen wal zag men nederstorten en wel in zoodanige massa, dat in twee uren tijds ever ruim 200 el lengte en 70 el breedte, een hoe veelheid vau 70,000 kubieke el zand, tot op 8 a 10 el diepte is verplaatst. In de Kerkelijke Courant lee3t uren het volgende: r/Vele Engelsche predikanten geen vrede meer hebbende met de Liturgie der Staatskerk, hebben gewetenshalve, deze kerk verlaten. Vóór eenige maanden hield de bekende volks- leeraar Spurgeon een leerrede, die nieuw leven aan de vraag naar revisie der Staats-Liturgie heet't bijgezet. Na onder anderen gezegd te hebben <1 at de apostelen getrouw bleven aan den hun opgedragen last en dien nooit plooiden naar de neigingen en vooroordeelcn der meuschenvervolgt hij: Maar men zal mij tegenwerpen dat er in de Anglikaansche kerk eene menigte van leeraars is, welke niet aan zeker leer stuk gelooven. Hierop is mijn antwoord gereed: waarom blijven zij dan in een kerk die dat leerbegrip uitdrukkelijk onderwijst? Zegt gij dat zij tegen het leerbegrip hunner kerk prediken! - Ja, dat weet ik en ik vei blij d mij over hun geloof, maar ik twijfel, ik twijfel zeer aan hunne zedelijk heid Een eed (belofte) afteleggen van gehechtheid aan een leer, die ik niet geloof, is, dunkt mij, een soort van meineed zoo niet een wate meineed. Wat mij betreft, geld aantenemen om te verdedigen wal ik niet geloof, een trac- tement te ontvangen van een kerk, waarvan ik vervolgens in mijne leerrede de duidelijke lecibegrippen aantast, - ik herhaal het, wat mij betreft; ja, voor elk eerlijk man is dit een zoo verregaande afschuwelijkheiddat ik mij daar door alle oprechtheid, van de meest gewone eerlijkheid, van de meest dagelijksche zedelijkheid als vervallen zoude ba- schouwen. Ik weet niets, dat meer geschikt is om de open bare zedelijkheid te vernietigen dan het gebrek aan eerlijk heid bij de kelkelijken." Maandag avond vierde de verecnigiug het Metalen Kruis 2de sectie hare gewone maandelijksehe vergadering, waarop zij niet weinig verrast werd dooreen geschenk, bestaande in de Buste (zeer keurig bewerkt) van onzen onvergetelijken Willem II van een onbekende met het volgende bijschrift De Held van "Waterloo, Hasselt, Leuven en nog meer, dat strekte hem tot eer. De Thermometer van Fahrenheit toekende alhier Maan dag des namiddags te 5 uur 7 2°, des avonds te 8 uur 6 4°, te 10 uur 60°. Diugsdag morgen te 5 uur 59', te 8 uur 63c, 's middags te 1 2 uur 70', 's namiddags tc 4 uur 65°. Te Breslau is in het begin van dit jaar een in-rigting geopendten einde onderrigt te geven in het boekhouden aan vrouwen en meisjes. Er wordt zooveel gebruik van ge maakt, dat op het voetspoor van Breslau een dergelijke in- rigting te Görlitz is geopend. Het gerechtshof te Memel heeft een aanzienlijk reeder, een algemeen geacht man veroordeeld tot acht jaar tucht huisstraf en 2000 thaler boete, omdat hij in overleg met den kapitein en den stuurman van een zijner schepen last gegeven had dit schip te doen zinken. De kapitein is tot vijf jaren tuchthuis en 1000 thaler en den stunrman tot drie jaren en 500 thaler boete veroordeeld, met bepaling dat hun straftijd verlengd zal worden wanneer de boete niet op den behoorlijken tijd betaald is. De timmerman tegen wien vroeger een vervolging is ingesteld, was vrijge sproken. Een vreeselijke bijzonderheid is thans met betrekking tot het verongelukken der vier alpenbeklimmers op den Mat- terhorn aan het licht gekomen. Alfred Meissner deelt haar mede wMen was, zoo schrijft Meissner, 80 ellen beneden den top, toen de gids Crozdie aan den jongen Douglas steeds de plaatsen gewezen had waar deze zijn voet moest zetten een gesmoorden kreet hoorde. De jeugdige lord was uitge gleden en had door den hevigen ruk aan het touw Haddow en Hudson omgetrokken. De gansche rij stortte en rolde met ontzaggelijke snelheid voorwaarts, maar de drie achtersten, TaugwaldYYhymper en de zoon van Taugwald, hadden zich nog op de been gehoudenen trachtten met hunne alpenstokken een vaste positie te bekomen. De oude Taugwald had zijn tegenwoor digheid van geest niet verloren met de knieën zich klem mende aan een uitstekende rotspunt, gelukte het hem, het koord tweemaal om zijn rechter pols tc slaan. YYhymper en de jonge Taugwald hielden eveneens tegen zooveel zij kon den. Inlusschen slingerden de vier voorsten in de ledige ruimte en trachtten vruchteloos met handen of voeten een steunpunt te vinden. Zij stortten verder en dieper en waren weldra achter een uitstekenden rotskant voor de oogen der drie laatsten ver dwenen. Zoo ging er misschien een minuut voorbijge durende welke ook de drie als langs een steil toremlak naar een afgrond werden gesleurd. Inlusschen sneed het touw de pols van den oudsten Taugwald door, daar de gansche last van de vier hangende en wild om zich heen grijpende per sonen er aan hing; de huid werd hem van de hand gestroopt als een haudschoeu die men omkeert. Eu nog altijd stort ten zij dieper en gelukte het hun niet een steunpunt te vin den. De kracht ontzonk Taugwald; de smart die zijn half verbrijzelde arm hem veroorzaakte, maakte hem bijna zinne loos en hij moet toen geroepen hebben: de voorsten slepen ons allen met zich mede - wij zijn verloren Op dat oogenblik brak bet touw of heeft het me3 dat achter Taugwalds rug werd uilgetrokken, liet doorsneden De vier aan het touw hangende voor dat oogenblik onzigt- bare personen stortten in de diepte. Slechts twee werden er zigtbaar. Zij vielen bij herhaling op uitstekende punten gleden er weder af en stortten verder. Eindelijk bleven zij liggen op een sneeuwveld, vier duizend voet beneden de plek, waar dat vreesselijk tooneel had plaats gegrepen. De drie waren gered. Zij zetten de reis voort door het stuk touw, dat hun gebleven was, aan dc rotspunten te bevestigen en zich op die wijze naar beneden te laten. Des avonds konden zij op een sneeuwveld uitrusten. - YYhymper had gedurende al dien tijd geen woord ge sproken. Het verwondert mij niet dat de Engelschman zijn spraak Verloren had na hetgeen hij doorleefd en aanschouwd had. Het moge waar zijn dat de hulpdie hij op dat schrikke lijk oogenblik zich zelvcn verleend had, een regt was, en de snede in het touw slechts een amputatie, die alleen af sneed wat reeds den dood was toegewijd en voor dezen prijs redde wat nog te redden was; toch blijft die daad een vree selijke en de verantwoordelijkheid voor het geweten moet een mensch het verstand bijna doen verliezen. Toen Whyrcper te Interlaken kwam was hij bijna onken baar voor hendie vroeger met hem omgingen. De Zwitserschc bladen zullen het ontkennen, dat het touw is doorgesneden en blijven volhouden dat het gebroken is. Toch ligt dit treurspel, dat aan den rand des afgronds te midden van de eeuwige sneeuw en ijs gespeeld werd verre buiten het bereik van den menschelijken rechter."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1865 | | pagina 2