N°. 1464.
Vrijdag 25 November
A°. 18
LEIDSCH DAGBLAD.
De*e Courant verschijnt eiken dag, be
halve Zon- en Feestdagen, en kost voor
Leiden 1.95, en franco per post 2.89
in de drie maanden. Afzonderlijke Nom
mers Vijf Cents.
Prijs der Advertentiën1-6 regels 0.75,
Iedere regel meer 12J Cts. Geboorte-, hu
welijks- en doodberigten van 1-4 regels/0.90.
Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van
genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts.
Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 1 ra.; 12 u. 51 m.; 3 u. 46 m.; 6 u. 6 m.,
9 u. 5 m. naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 44 m.; 11 u. 43 m.; 2 u. 66 m.; 4 u. 49 m.; 9 u.
Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige dagen, uitgezonderd des Zondags, 5 u.; van
Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden, dagelijks ten 2 u. 's namiddags, des Zondags buiten dienst.
Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoen fabriek en op de Nieuwstraat: 's morgeus te 8 u. en te 10 u. 50 m.; 's namiddags te 3 u. 45 m.
'savonds te 8 u. en op de Zondagen alleen ten 10 u. 50 m. en 3 u. 45 m. 'snamiddags. Oost-Indische Landpost. Over Southampton,
1 en 17; over Triest, 7 en 23; over Marseille, 9, 16 en 25 van elke maand. West-Indisohe den 14 en voorlaatsten van elke maand/
RijUs-Telegraaf. Dagelijks geopend van 8 uur 's m. tot 9 uur 's av. Spoorvreg- Telegraaf dagelijks van 7 u. 30 m. 's ra. tot 10 u. 30 m. av.
Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uur.
Commissie van FabricageWoensdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur.- President der Commissie van Fabricage des Zaturdags van
111 «ur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 10—4 uur. - Thesaurie, dagelijks van 10—2 uur. - De Gemeente- Architect is te
spreken op het Raadhuis, eiken werkdag van 's morgens 12 1 uur.
Kantoor der Plaatselijke Aocijusen, dagelijks van 8—2 uur en van 4—7 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Acoijnsen
dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92
uur. van Zegel, Registratie dagelijks van 84; van de Hypotheken en het Kadaster, van 9 4 uur.
üloeten de mindere standen ontlast
worden
II.
De Minister van Finantien bezit de gegronde overtuiging
dat zijn nieuw wetsontwerp tot herziening der personele be
lasting een meer rechtvaardige verdeeling van de last tus-
echen de verschillende klassen der maatschappij zal bewerken
en voor het Rijk een wezenlijke weldaad zijn. Bij de aan
bieding der Staatsbegrooting voor 1863 gaf hij als hoofd
gebreken van het belastingstelsel op, dat het in sommige
opzigten belemmerend was voor de nijverheid, uit anderen
hoofde drukkend voor eerste levensbehoeften en over het alge
meen de la9ten te ongelijkmatig verdeeld waren. Hij verklaarde
daaraan te willen te gemoet komen door afschaffing van ac-
cynsen op eerste levensbehoeften, door wijziging der wet op
het personeel en der patentwet en door geleidelijke afschaf
fing der plaatselijke accijnsen. 't Is bekend, dat van al de
voornemens, plannen en beloften niets gekomen is dan de
afschaffing van den accijns op de brandstoffen die trouwens
vóór het optreden van den Minister van zyn voorganger
werd verwacht en dat 's Rijks schatkist voor het verlies van
dat middel ruime vergoeding vond in de verhooging van
accijns op het gedistilleerdwaardoor de mindere standen
weder dubbel zwaarder zijn belast.
Immers de Minister had zich een andere toekomst voor
gespiegeld en de verwachting gekoesterd, dat, door verzwa
ring van den accijns op het gedistilleerd, het verbruik van
den jenever onder de mindere standen zeer zou afnemen. Hij
verkeerde in den waandat die accijns niet als drukkend
kon worden genoemd, omdat zij vrijwillig wordt gedra
gen en rekende dus op mindere opbrengst, ten gevolge van
minder verbruik door de voorgestelde verhooging. Hjj zou
zich geluk wenschenals hij door prijsverhooging van dat
bedwelmend vocht menigeen tot nadenken kon brengendie
thans nog door het misbruik van sterken drank een zee van
jammeren rondom zich verspreidt. Maar nu na verloop van
eenige maanden reeds blijkt, dat het verbruik, niettegen
staande die verhooging, nagenoeg op dezelfde hoogte blijft
en de Minister stof tot blijdschap vind in een boven de ra
ming aanzienlijk stijgende opbrengst, nu zeggen wij, dat de
mindere standen die om verschillende oorzaken niet buiten
de jenever kandubbel zwaar zijn belast en dat die last
nog meer zal knellen en drukken als de accijns, van f 22
op f 3 5 verhoogd, nu nog eens met f 15 wordt vermeerderd
en op f 50 per vat gebragt; ofschoon de waarheid eischt te
erkennendat die vermeerdering reeds in vele gemeenten
bestaat en daaronder enkelen alwaar rijks- en plaatselijke
accijns tot een bedrag van f 5 6 is geklommen.
En nu in strijd met de meening van den Minister wordt
beweerd, dat de uitbreiding der vrijstellingen en de inkrim
ping der remissiën bij het nieuwe wetsontwerp op het per
soneel een zwaardereo druk deu uitersten zoom van den bur
gerstand zal opleggenen dat het verkeerd isom de ge
rechtelijke indeeling ten grondslag te nemen ter bepaling
van het cijfer van vrijstelling. De Minister verdedigt zich
daaromtrent door te wijzen op het minder gebrekkige van
het nieuwe boven bet bestaande stelsel. Zulk een verdediging
is onaannemelijkals men een beter stelselwaaraan geen
gebreken kleven, aangewezen vindt. De Gemeenteraden zijn
de meest bevoegden om de grens te bepalen waar de be
lastbaarheid begint, en om de last aftewegen die op de belasting
schuldigen onverhinderd kan worden gelegd. De Minister,
voorgelicht door zijn ambtenaren die toevallig zich eenigeu
tijd korter of langer ophielden in een gemeente waaraan zij
overigens geheel vreemd warenbeslist over een gewigtig
belang, dat van de huishouding der gemeente niet afge
scheiden is. En al wat hij aanvoertbetreffende de nieuw
heid of oorspronkelijkheid van zijn stelsel van vrijstellingen
of remissiën waarmede hij dweept, heeft geen de minste
waardeomdat de huurprijs der perceelen bepaald wordt bij
een algemeene opneming door de ambtenarendie de Mi
nister als schatters met die laak belast. Er is geen de minste
grondwaarop de Minister de uitkomsten van zijn stelsel
kan bouwen want de term van vrijstelling moet berekend