Buitenlandsch Nieuws. huize van David Purmer, inbraak gedaan door middel van het uitsnijden eener glasruit. De politie deed dien dag de ijverigste nasporingen doch vruchteloos. Daar men echter stellig geloofde dat de vlugteling zich nog in de gemeente ophieldbleven twee brigadiers in de gemeente. Des avonds ten 10 uur werd op nieuw inbraak gedaan ten huize van Pieter Leguit Dz., en weder door middel van het inslaan eener glasruit, na die vooraf met vuiligheid te hebben besmeerd. Het geraas, hierdoor ontstaan, deed Le guit het bed verlatenwaarop de inbreker de vlugt zal hebben genomen. Onmiddelijk werden nieuwe nasporingen gedaan. Één der brigadiers, vergezeld van den veldwachter der gemeente, K. Visser, den gemeente-secretaris P. Hoek Spaans en den hulp-onderwijzer J. Daalwijk Jz. begaven zich met hun vieren naar het westeinde der gemeente, ten einde den booswicht daar optesporen. Zoo zoekende kwamen Visser en Daalwyk bij den hooiberg van P. Smak alwaar Daalwijk één der deuren geopend vond. Na hiervan aan de drie anderen kennis te hebben gegeven klopte men Smak het bed uit, die hun zeide de deuren te hebben gesloten. Na beneden alles te hebben doorzocht, werd er een ladder tegen het hooi geplaatst. Op de vraag van den bri gadier nWie zal voorgaan?" klimmen Visser en Daalwijk de ladder op naar het hooi. Visser had in de eene hand een lantaarn in de andere een sabel. Daalwijk was voorzien van een stok. Op het hooi gekomenduwden beiden er in en voelden iets dat zich een weinig terugtrok. Hierop deed Vis ser een nieuwen stoot, waarop men den kreet hoorde: //O, God! je vermoordt me! ik bloed, ik bloed!" De heer Spaans en de brigadier waren beneden geblevenelk met een ge laden pistool in de hand om den booswicht het afspringen te beletten. Zoodra deze echter den kreet geuit had, was de heer Spaans ook op het hooien toen hoorde men den gevangene schreeuwen: //ik stik, ik stik!" daar de heer Spaans hem op het hoofd stond. De brigadier was inmiddels ook op het hooi gekomen; deze was dus de laatste. Men haalde den booswicht vervolgens uit het hooi, waarna hij, na geboeid en gebonden te zijnonder geleide van dit vier tal heerenvan Oudendorp naar Hoorn vervoerd werd in een wagen onder beheer van den heer Jb. Zuiver. Het was de derde maal reeds dat de booswicht had we ten te ontsnappen. Als men weet welk een gevaarlijk mensch hij is, zal men beseffen welke belangrijke dienst genoemde vier personen aan de maatschappij bewezen hebbenzelfs met gevaar van hun eigen leven. Moge dit niet onopgemerkt blijven en deze zaak naauwkeurig onderzocht wordenopdat het spreekwoord: //Eere wien eere toekomt," in dit geval ook een waar woord blij ve. - Op de verkooping van den inboedel der rijke dame te Zierikzee, die gedurende haar leven zich allerlei ontberingen heeft getroost om haar geld bijeen te houden, zijn een aan tal kooplieden uit andere provinciën gekomen in de hoop onder de ouderwetsche meubelen of ornamenten stukken van groote waarde te zullen aantreffen. Werkelijk zijn dan ook eenige porceleinen voorwerpen nl. drie potten en twee be kers, voor de aanzienlijke som van f 5 50 verkocht. Maar over het algemeen viel dit gedeelte der nalatenschap zeer tegen. Maandag namiddag is de papiermolen van de heeren H. en A. van Gerrevink, te Beekbergen, met de hangschuur afgebrand. Men verneemt, dat het getal zieken bij het garnizoen te Yeere zoo groot is dat men een gedeelte naar de zieken- inrigting te Middelburg heeft moeten overbrengen. Wij lezen in de Arnhemsche Courant: Den lsten de zer maand verscheen eindelijk het Woordenboek der Neder- landsche Taal. Eindelijkzeggen wij niet met het oog op de beverkers of uitgevers: ware het den eersten mogelijk geweest, reeds voor jaren zouden wij de verschijning van dat werk hebben mogen begroeten, terwijl, wat de laatsten betreft, nog slechts voor weinige maanden door hen de taak werd aanvaard om het woordenboek in het licht te geven. De eenen zoo min als de anderen hebben met de vervulling hunner taak getalmd. Maar de bewerking van een boek zoo als dit, is de arbeid van een menschenlevenen geen >vonder dus dat men reeds jaren lang er van hoorde gewa gen voor men nog eenige vrucht er van mogt zien. Hel woordenboek was populair vóór het nog bestond. De taal- en letterkundige congressen waaraan het zijn oorsprong ver. schuldigd is, hebben de algemeene belangstelling er voor opgewekt; het subsidie van Rijkswege heeft het werk ge. sanctionneerd, en een groot deel van het beschaafde publiek bleef er steeds op aandringen dat toch door een algemeen woordenboek een einde zou worden gemaakt aan de tallooze willekeurige afwijkingen van taal- en spelregelswaardoor het onmogelijk werd een voor allen gemeen taalkundig onderwijs te geven en eenheid in de taal te brengen. Maar zal het woordenboek populair blijven? De inzage der eerste aflevering kan slechts tot maatstaf van beoordeeling geenszins tot een waarborg daarvoor strekken. Het zal dan ook niet ontbreken aan kritiekreeds de naamlijst der in- teekenaren gaf er aanleiding toe: een weekblad aan het gym nasiaal onderwijs gewijdbeschouwde het als een kwaad teeken dat die namen zooveel plaats besloegen Misschien worden er nog kleingeestiger grieven geuit; maar een ruimer oordeel zal erkennen dat, de eerste aflevering tot maatstaf nemendehet werk inderdaad beantwoordt aan de verwach ting of liever de verwachting overtreft. Niet enkel dorre taalkundige kwestiën worden er in behandeldde rijkdom van aanteekeningen over geschiedenis, oudheden, rechtsge bruiken zeden en gewoontenhandwerken en bedrijven geschiedenis van letterkunde en kunst maken het tot een werk, dat van hoog belang is, ook voor hen die aan taal en spelling zeiven, als bloote hulpmiddelen, zich zooveel niet laten gelegen liggen. Wel verre dus van zijn populariteit te verliezen, nu het, uit den staat van onbekende, bekende is gewordentwijfelen wij niet of nu eerst zal het op zijn rechte waarde worden gesteld. Dat de bewerkers voor hunne taak berekend waren - de eerste aflevering was niet uoodig om daarvan de overtuiging te geven. Daaruit blijkt echter dat zij hunner waardige uit gevers hebben gevonden, want ook de uitvoering en typo» graphische bewerking verdienen hoogen lof. Donderdag 11. is te 's Hertogenbosch de reeks gods dienstige voordragten tegen de moderne prediking van Ds, Mosselmans gesloteu door Ds. Chantepie de la Saussaye, die ze ook geopend had. Op eigenaardige en wegslepende wijze handelde spreker over de Wet en Profeten, waarvan Jezus Christus de vervullin-g is. Misschien lag het aan het onderwerp zelf dat deze voordragt niet die belangstelling wekte als de eerste: over het gezag der Schrift. Vraagt men of de maatregel in het algemeen doel heeft getroffen, de nominatiën door de kerkeraden der Luthersche en Hervormde gemeenten o. a. doen dit betwijfelen. Dingsdag avond is door den kerkeraad der Nederd. Herv. gemeente te 's Hertogenbosch het navolgend drietal opgemaakt, alphab. gesteld: Ds. S. Essenius Greeffte Koog a. d. Zaan, Ds. E. C. Jungius te Heilo en Dr. J. K. Koch te Worraerveer. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Dings dag des namiddags te 5 uur 49°, des avonds te 8 uur 47°, te 10 uur 46°. Woensdag morgen te 5 uur 47°, te 8 uur 5 3°, 's middags te 12 uur 5 5°, 's namiddags te 4 uur 5 2°, - De Belgische dagbladen hebben dezer dagen melding gemaakt van een ontvangerLamiroy genaamddie ver trokken is met achterlating van een aanzienlijk tekort in zijn kas. Het blijkt thans uit een brief, dien hij aan zijn vrouw in dato den lsten October rigttedat Lamiroy zich te Rot terdam aan boord van het schip Prins Frederikbestemd naar Singapore, heeft begeven, met het doel om zich op reis van het leven te berooventen einde zijn nageblevenen in het genot van pensioen te stellen. Vooraf had Lamiroy zijn testament in handen van den notaris te Rotterdam ge steld. Hij had voorgenomen, zooals hij in zijn brief mede deelt, om ^den derden nacht waarin het schip in zee zou zijn, zich van het dek in het water te doen glijden na zich vooraf met een touw aan het vaartuig te hebben bevestigd. Een brief zou den kapitein van het gebeurde onderrigten. De brief van den ongelukkige Lamiroy aan zijn vrouw is hartverscheurend. Het publiek in België is diep bewogen met de betrek-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1864 | | pagina 2