Binnenlandsch Nieuws. bestaat op een aanstaande afschaffing der plaatselijke accijn- senop een herziening der grondbelasting van de gebouwde eigendommen op een spoedige en volledige openbaarmaking van belangrijke consulaire berigten op een uniform brieven post en op een afschaffing van het patentrecht. De Vereeniging ran en voor Nederlandsche Industrieeien verschilt van ons in gevoelen niet; hare geschiedenis strekt ten bewijze dat de bevordering van bijzondere belangen hare uitbreiding zou verhinderen en hare ontbinding ten ge volge hebben. Indien de heer S. in gelijken geest de belangen der Leidsche industrie had verdedigd zou onze bestrijding van zijn herkiezing niet zoo veel grond hebben gehad. Met een oppositie quand même wordt het belang der Nijverheid niet bevorderd. Een bestrijding, die op kennis rust endoor onbevangen oordeel zich kenmerkt, doet het gemeen over leg tusschen een Ministerie en de Volksvertegenwoordiging, in waarde rijzen. Z. M. heeft - lettende op het besluit van 20 Junij N°. 136, houdende opheffing met ingang van 1 Julij 1864 der Kon. academie tot opleiding van burg. ingen. enz. te Delft - goedgevonden onder dankbetuiging voor de bewe zen diensten, met ingang van 1 Julij 1864, een eervol ontslag uit hunne betrekking bij de academie te verleenen aan de heerenJ. A. Keurenaer, direct, der acad.; Dr. T. Roorda, Dr. R. Lobatto, Dr. W. L. Overduin, Dr. J. Pijn appel en Mr. S Keyzer, hoogl. aan de acad.; D. Buddingh G. J. F. GuffroyW. J. Kempers, A. van der Toorn, J. E. ter Winkel, Mr. M. A. M. 's Gravesande Guicherit, Dr. G. van Wieringen BorskiMr. R. B. Arntzenius, Dr. L. Cohen Stuart, P. Tétar van Elven, Dr. E. Mulder, Dr. R. W. van Goens, Dr. C. P. Burger, J. Lebret, Dr. C. H. C. Grinwis, G. J. Morre en J. J. Meinsma, leeraren aan de acad.; mitsgaders aan het verder aan de acad. ver bonden en daarbij werkzaam personeel. Bij besluit van 29 Junij, N°. 32, heeft de Koning bij de polytechnische school te Delft benoemd: tot direct, en hoogl. Dr. L. Cohen Stuart, tot dusverre leeraar aan de Kon. acad. te Delft; tot hoogl.: Dr. G. F. W. Baehr.tot dusverre leeraar aan het gymn. te Groningen; F. J. van den Berg, tot dusverre ingen. van den waterst. der 2de kl.; Dr. C. P. Burger en Dr. R. W. van Goens, tot dusverre leeraren aan de Kon. acad. te Delft; D. Grothetot dusverre direct, der lechn. school te Utrecht; Dr. C. H. C. Grinwis, tot dusverre leeraar aan de Kon. acad. te Delft; Dr. A. C. Oudemanstot dusverre ads. aan het scheik. laborat. der hoogesch.; J. Lebret, tot dusverre ingen. van den waterst., belast met het geven van onderwijs in waterbouwk. aan de Kon. acad. te Delft; tot leeraren: A. Huët, civ.-ingen.; Dr. L. C. Levoirtot dusverre adsist. aan het natuurk. kab. der hoogesch. te Leiden G. J. Morre en P. Tétar van Elven, tot dusverre leeraren aan de Kon, acad. te Delft; G. Reuvekamp, tot dusverre modelm. aan die acad.; tot honorair hoogl.Dr. R. Lobattotot dusverre hoogl. aan gen. acad. Z. M. heeft bepaalddat een rijks hoogere burgerschool van Sjarigen cursus in de gemeente Groningen zal gevestigd zijn, en bij die inrigt. benoemd: tot direct, en leer. Dr. J. M. van Bemmelentot dusverre leer. aan de landhuis- houdk. school te Groningen tot leerarenDr. F. G. Gro- neman leer. aan het gymn. te Delft; Dr. J. W. A. Rens- sen praeceptor aan het gymn. te Groningen; L. M. Baale, leer. aan het gymn. te BrielleJ. Emsing, teekenonderw. te Groningen. Ingevolge de voorschriften der Provinciale wet zal aanstaanden Dingsdag, den 5den Julij, in de hoofdplaatsen der provinciën de gewone zomervergadering worden geopend van de Provinciale Staten. Wij vernemen dat in de vergadering van de hoofd commissie enz., Woensdag te 's Hage gehouden, aan het ontwerp Ebenhaëzer (naar men verzekert van den heer van der Waaijen Pieterszengemeente-architect, en J. P. Koel man onderwijzer aan de Teeken-Academiebeide te 's Hage) de eerste en aan het ontwerp N. O. de tweede prijs is toe gekend voor de ingezonden ontwerpen voor het opterigten nationaal gedenkteeken van Neêrlarids herstelling. Voorts is besloten aan de ontwerpen 6 en 26 eervolle melding toe- tekenuen als de schrijvers zich willen bekend makenen aan de vervaardigers der beide jbekroonde ontwerpen opte- dragen het maken van het model hunner ontwerpen op 3/10 der ware grootte, ten einde de hoofd-commissie aan de later te convoceren algemeene vergadering beter in 9taat te stellen tot het doen eener voordragt aan Z. K. H. den Prins- Voorzitter (aan wien de eindbeslissing is voorbehouden), omtrent het difinitievelyk voor de uitvoering vasttestellen plan. Mr. J. F. B. Baert is belast met de directie van de bureaux der Secretarie van de Nederlandsche Bank. De heer W. J. Hofdijk is met algemeene stemmen door de Catholieke Universiteit te Leuven tot eerelid be noemd. In de algemeene vergadering der aandeelhouders van den Nederlandschen Rijn-spoorweg-maatschappijDingsdag te Utrecht gehouden, is de heer H. Ameshof tot president en de heer Forbes tot vice-president benoemd. Tot commis- missari8senvoor de opengevallen plaatsen door het overlij den van Mr. G. graaf Schimmelpennick en de heer D. Twiss en het bedanken van den heer G. C. Bosch Reitz, zijn be noemd Mr. R. J. graaf Schimmelpenninck en Mr. H. van Beeck Vollenhoven te Amsterdam en de heer F. J. Plate te Rotterdam. Woensdag namiddag is bij de Oude Plantage te Rot terdam, in bijzyn van de commissie voor de plaatselijke wer ken dier stad, de stoombrandspuitonlangs door den heer Kauffman op proef van Londen ontbodenin werking ge- bragt. Door laag water moest de wagen op een hellend vlak van nagenoeg een voet geplaatst wordenwaardoor meerder water in den ketel benoodigd was en de stoom pas in 12 minuten opkwam, terwijl de slangen 2 minuten later, dus in 14 minuten na het aansteken van het vuur in werking kwamenmen spoot met 1 tot 4 slangen te gelijk. De uit werking was met 1 en 2 stralen, verre boven die Van de gewone brandspuitenmet 4 was zij aan deze gelijk. Zonder twijfel zullen technici spoedig de wetenschappelijke uitkom sten mededeelen en de wenschelijkheid der invoering van stoombrandspuiten aldaar bespreken. Uit 's Hertogenbosch wordt ons van den 29sten Junij het volgende medegedeeld: De godsdienstige voordragten tegen de moderne beginselen van den heer Mosselmans, die sedert eenigen tijd door de voortdurende ongesteldheid van den heer Cohen Stuart waren gestaakt, zijn heden hervat. De heer G. A. Hoog, predikant te Haarlem, hield een be toog over de zondeloosheid van Jezus, hare waarheid en waardij. Deze spreker heeft, van het modern-orthodoxe stand punt, misschien nog het best dat standpunt verdedigd en voldaan aan de eischen die hem konden worden gesteld. De Midd. Cour. levert het volgende overzigt van de rede over de beteekenis van het modern staatsbegrip, waar mede Prof. Buijs alhier Zaturdag zijn ambt aanvaardde. Na in een puntig historisch overzigt de verhouding tusschen //staat en individu," in de oudheidgedurende de midden eeuwen tegenover de kerk enz. enz. met juistheid te heb ben toegelicht en daarbij te hebben aangetoondhoe door het Christendom, opgenomen vooral in den Germaanschen geest, het recht van het individu van lieverlede meer op den voor grond is getreden, wees hij eindelijk aan, hoe beide eerst tot hun volle recht zijn gekomen in het moderne staatsbe grip, (naar de idee altoos). Noch eenhoofdig despotisme, noch bandelooze volkssouvereiniteit (getuige de geschiedenis) verzekeren aan het individu die vrijheid, gespaard aan orde, welke het behoeft, om zich naar eisch te ontwikkelen. De groote fout van vroeger theoriën was, volgens spreker, vooral deze, dat men den staat te veel als een werktuig, een maaksel beschouwde van den mensch. De staat daaren tegen naar moderne opvatting is geen werktuig, maar een levend organisme, een geheel, waarvan de individuen de deelen zijn, organisch zamen verbonden. Het staatsgezag, in dezen zin opgevat, vernietigt of belemmert geenszins de vrijheid van het individu, maar het waarborgt en bevor dert die - want orde is de pen, waarmee 't woord vrij heid wordt geschreven. Uit de stelling: //de staat is een levend organisme" vloeit vervolgens voort, dat de ontwik keling van den staat geleidelijk (de natuur maakt geen spron gen), voorts gestadig moet zijn, eindelijk dat die ontwik-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1864 | | pagina 2