Buitenlandsch Nieuws.
sonen. Voegt men daarbij iu de andere rijtuigea en volks-
schuitendan zal het getal bezoekers wel op ten minste
10,000 mogen gesteld worden. Het fiaaije weder vermeer
derde niet weinig her ge ot van den dag. Ook des avonds
wemelde het, bij het uitlokkend weder en de kermisdrukte
van wandelaren.
Vrijdag morgen 11 uur is George Hulshof, oud 19
jaren, ie Utrecht onder r-eh der wagens van den Centraal -
spoor geraakt, met dat ongelukkig gevolg, dat zijn hoofd
verbrijzeld en hij onmiddelijk o/e rieden is. Dit gevai is aan
onvoorzigtigheid toeteschrijveu en wel bij misstappen, toen
de jongeling zich op een der wagens wilde begeven.
- Maaudag middag is een der omnibussen die zich van
het kantoor op de Plaats te 's Hage, naar Scbeveningen be
gaven, door het breken van de as, in de Parkstraat omge
slagen. De omnibus was zoo wel van binnen als van boven
zwaar met passagiers beladen, men zegt, door meer dan 50,
zoodat men boven niet alleen zat, maar er zelfs moest blij
ven staan. Men kan ligt begrijpen hoe groot de ontstelte
nis was toen al de personen, die zich op de omnibus bevonden
op de straat en door elkander vielen en toen zijdie van bin
nen gezeten waren, meest dames door liet breken van de gla
zen ran het rijtuig nog in grooter gevaar verkeerden. Geluk
kig is men over het algemeen er* met den schrik en met ligte
kwetsuren afgekomenslechts enkelen hadden wonden aan
het hoofd gekregen. Mevr. van der Meer Mohr, voor wier
woning het ongeval plaats vond, had de welwillendheid da
delijk al de passagiers bij zich te ontvangen en, voor zoo
veel noodig, hulp te verleenen. Daar de paarden stapvoets re
den, heeft men ze onmiddellijk tot staan kunnen brengen.
Zaturdag avond 6 uur is een jongentje van ruim 3
jaren aan het Galgewater spelendein het water geraakt en
verdronken.
Naar wij vernemen, is aan de HH. Zaalberg, vader en
zoon, deken-fabriekanten alhier, een bijzondere hulde ten
deel gevallen zij zijn benoemd tot Eereleden van de Aca
démie Nationale Agricole, Manufacturière et Commercials
te Parijs.
Uit Curasao meldt men ons, dd. 4 April, het vol
gende: n't Gebeurt wel zelden, maar het had toch verleden
week alhier plaats, dat er niet een enkel schip, niet een
enkele schoener aan de landingsplaats lag. Met de Santa
Rosa, die den 14den Maart van hier gingis ook wederom
het laatste Hollandsche schip vertrokken zoodat er groot ge
brek begin1 te komen aan Hollandsche proviand. Wel voor
zien daarin gedeeltelijk de 3 of 4 vaartuigen, die op Ame
rika varen, doch deze beginnen al langer en langer reizen
te doen zoodat als zij te voren op zijn hoogst zes 'weken
uitbleven, het nu al acht en meer weken is, voor de heen-
en weerreis. De verwarde zaken iu Amerika zullen daarop
zeker ook al invloed hebben De meelstooinmalerij werkt
niet hard. Er zijn onderscheidene dagen in de week dat zij
stilstaat. De ijskelder is leeg. De abonnementen zijn opgezegd,
omdat er geen aanvoer was. Aanvoer van maïs is er geluk
kig in de laatste maanden veel geweestzoodat de prijs laag
is maar de kleine of Curaijaosche maïs is schraaldaar de
oogst wel op enkele plantaadjes is medegevallenmaar op
de meesten tegen; dat voor de vrijgewordenen geen schoon
vooruitzigt is. Deze gedragen zich bij voortduring zeer wel.
De feestendie anders met Nieuwejaar vooral en ook met
Paschen gevierd worden zijn zeer bedaard afgeloopen. Ook
die met 's Konings verjaardag, waarvan de avond nog is op
geluisterd door eene voor Curasao doelmatige illuminatie, waar
zoo iets gehuel nieuw was. Als een volgend jaar de geheele
stad illumineerde, en een paar eerepoorten, van gouverne-
mentswege verlicht waren dan zou dal hier een bijzonder
heid zijn, die algemeen zou bevallen. Men hoort echter, ten
aanzien der vrijgelatenen klagendat zij voor werken te
hoog loon eischenof te weinig dagen in de week werken
willen. Wat. het laatste aangaat, dat zal wel waar wezen, want
als een gewezen slaaf 3 dagen achter elkander f 1 of/" 1,50
verdienen kan, dar: heeft hijbij zijne eenvoudige levenswijs,
bij zijne weinige behoeften, als hij het verdiende niet aaD
sterken drank opmaakt, - genoeg voor de 4 volgende dagen.
Maar over de te hooge daglooneu heeft men waarlijk niet
te klagen. Ja, zij, die te voren niets gaven, omdat zij hunne
slaven lieten werken en als zij bovendien vrijlieden noodig
hadden, hun een karig loon van 50 of op zijn hoogst 75
cents toelegdenmaar anders in dit klimaat is huisarbeid
voor /'I en veldarbeid voor ƒ1,50 daags niet te hoog. Een
andere vraag is het, of de plantaadjehoudersnu zij loon
aan werklieden moeten betalen, het vol zullen kunnen hou
den Enkelen wel, maar velen op den duur niet; waarom
ook onderscheidene, al is het voor wat geringe prijzen, zich
van hunne plantaadjes zoeken te ontdoen; terwijl er toch al
tijd zijn, die met winst en verlies minder bekend, gereed
zijn om ze te koopen.
Met het bouweu van huizen gaat men hier nog altijd voort
en niet alleen met kleine of afdaken, maar ook met groote,
en de huren rijzen nog maar steeds, tot groot ongerijf van
ambtenaren die een vast tractement hebben. Wel is nu de
toevloed van Venezuëlauen wat opgehouden sedert de oorlog
tusschen de Olichargen en de Federalisten daar onderdrukt is
en de laatsten de bovenhand hebben behoudenmaar nu is
er weder gedurig aanvoer uit St. Domingo, waar de opstand
der negt-rs nog in vollen gang is en dat, zoo men meent, de
Spanjaarden weldra weder zullen moeten verlaten. Die nu,
uit die steden, welke de Spanjaarden nog in hunne magt
hebben, en die wat bezit, vlugten kan over zee, doet
het; en dat komt alles hier heen met scheepsladingen. Door
dezen wordt de rust hier ook niet verstoordzij leven hier
behagelijk hun far niente, tot dat de dinero's op zijn eu
dan gaan zij van de nieuw aangekomenen leenen of verdwij
nen met de Noorderzon.
Gedurende een paar weken hadden we hier een N.-Ame-
rikaansch oorlogstoomschipom steenkolen intenemendie
hier in groote massa's voor hun gebruik zijn aangevoerd. Het
schip zou al voor eenige dagen vertrokken zijndoch dan
was de eene matroos gedeserteerd, dan weder de ander. Ver
leden Zaturdag beliep hun getal nog 7. De marechausées
doorkruisen wel goed gewapend den omtrek om hen opte-
vangeu en alzoo hun 3 gulden voor eiken opgepakten deser
teur te verdienendoch die heeren laten zich niet zoo ge
makkelijk pakkeD. Evenwel, daar het terrein hier niet uit
gebreid is, er geen bosschen zijn, waarin zij zich verschui
len kunnen, en toch ook van den honger niet kannen om
komen, moeten ze wel spoedig in den val loopen. Er was
hier verleden week nog een stoombootje, zoo als men eerst
zeide, van een Engelschen lord, die met vrouw en huisge
zin voor pleizier reisde, maar zooals later bleek, een Engelsch
agent van een maatschappijom den aanleg van spoorwegen
op Venezuela optenemen. In Columbia (Nieuvv-Grenada) welke
republiek nu met die van Ecuador bevredigd is, blijft het
met de Roomsch kerkelijke zaken nog op den ouden voet.
De aartsbisschop, die naar Venezuela gevlugt is, wil nog
maar altijd niet toegevendat er vrijheid van godsdienst en
dat de geestelijkheid aan den Staat onderworpen zij. Onlangs
heeft de Paus nog hevig op de Regering geknord, doch deze
houdt voet bij 9tukwil Diets toegeven en zal natuurlijk in het
eind winnen ofschoon de kerken gesloten blijven en de kin
deren ongedoopt.
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Zatur
dag des namiddags te 5 uur 5 6°, des avonds te 8 uur 5 0°,
te 10 uur 48°. Zondag morgen te 5 uur 48°, te 8 uur
5 2°, 's middags te 12 uur 5 9°, 's namiddags te 4 uur 6 2°,
te 5 uur 60°, 's avonds te 8 uur 54°, te 10 uur 52°. Maan
dag morgen te 5 uur 51°, te 8 uur 57°, 's middags te
12 uur 66°, 's namiddags te 4 uur 64°, te 5 uur 63°,
's avonds te 8 uur 60°, te 10 uur 56°. - Dingsdag mor
gen te 5 uur 53°, te 8 uur 57°, 's middags te 12 uur 76°,
's namiddag te 4 uur 77°.
Tot verklaring van het feit, dat het Öostenrijksche
eskader zoo langen tijd voor anker is blijven liggen in den
mond van den Taag, en betrekkelijk eerst zoo laat koers
heeft gezet naar de- wateren der Noordzee, wordt aan de
Leipziger Allgemeine Zeitung uit Weenen geschreven, dat
dit oponthoud op rekening moet gesteld worden van de En-
gelsche autoriteiten te Gibraltar. Toen het Oostenrijksch es
kader aldaar aankwam, wist men van de Britsche zijdeden
bevelhebber te doen geloovendat in de Noordzee een drietal
gepantserde Deensche schepen kruiste, en ontried men hem
om met zijn houten vaartuigen den strijd tegen dat gepant
serde drietal te wagen. De commandant, baron Wüllerstorf,