Buitenlandsch Nieuws. Van den Nederl. Consul-Generaal en politieke agent aldaar, gedagteekend 1 December 1863, iu staat gesteld het vol gende medetedeelen. Ofschoon de Prins van Satsuma de door Engeland ge- i vorderde schadeloosstelling nog niet had betaald en dus in 200 verre nog niet aan zijne belofte voldaan had, meende men uit de verbeteringdie er plotseling in den staat des handels gekomen was, te mogen opmaken, dat de partij van de ten gunste van de vreemdelingen gestemde Prinsen eenig- zins meer veld begon te winnen. Algemeen wordt dan ook door de Japanners beweerddat 1 verscheiden hunner bij den Mikado op het volgen van een meer liberale politiek hebben aangedrongen. De oproerige Prins van Nagato is nog niet bedwongen. In het Japansche kwartier te Kanagawa had den 30sten November, des nachts tusschen 12 en 1 uur een hevige brand gewoed. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Vrij dag des namiddags te 5 uur 36°, des avonds te 8 uur 37°, te lü uur 38°. Zaturdag morgen te 5 uur 37°, te 8 uur 39°, te 12 uur 49°, des namiddags te 4 uur 49°. Uit Darmstadt wordt berigt, dat de schulden der Hofhouding aldaar ongeveer 1,800,000 florijnen bedragen het dekken van welke som van den Landdag gevraagd wordt. Welligt is de Hessen-Darmstadtsche Minister von Delwigk daarom wel zoo plotseling liberaal en volksgezind geworden. Toen de heer Jaël onlangs te Aken kwamwas hij bijna het slagtoffer der douanen geworden. Hij zou zich op een concert te Aken doen hooren en om zeker te zijn dat hij een goede piano zou hebben had hij - gelijk hij trouwens meest altijd doet - de zijne me- degebragt. De ambtenaren van het bureau der douane waren van oordeeldat zij ten opzigte van de groote kistwaarin het instrument vervat wasde gewone formaliteiten moesten in acht nemen en haar niet mogten beschouwen als passa- giersgoed, zooals zij was aangegeven. Het gevolg er van was dat de heer Jaël zijn piano niet onmiddellijk kon be komen. Slechts weinig tijd vóór den aanvang van het con cert heeft hij zedoor het inroepen der tusschenkomst van allerlei autoriteiten uit de handen der douanen kunnen redden. Op het dezer dagen plaats gehad hebbend gemaskerd bal van den Minister Drouyn de Lhuys te Parijs wandelde Keizer Napoleon in de zaal met een ander masker, dan hij gewoonlijk draagt en dat zoo groot was, dat men hem voor Prins Murat aanzag. De andere gemaskerden traden eerbie dig ter zijde maar eensklaps mengde de markies de Boissy in het kostuum van Lodewijk XV zich tusschen hen: //Hé, dat is een kostuum der oppositie," riep Prins Murat uit. //Volstrekt niet, het is doodeenvoudig het kostuum van mijn grootvader." antwoordde de markies en voegde er da delijk sarcastisch bij: //gij hadt even als ik moeten doen; dat was heel aardig geweest." De Keizer in zijn masker dook weg. Bij den Hertog de Moruy te Parijs heeft 11. Dings- dag een schitterend gecostumeerd bal plaats gehad. Onder de eigenaardige costumes, die men daar aantrof, trok vooral zeer de aandacht dat van Mevr. Turr, voorstellende Hon garije in ketenen. Zij droeg de nationale Hongaarsche klee- derdragt met ketenen die van haar kapsel op den hals af hingen en had in de hand een kleine vlagwaarop het Hongaarsche kruis was geborduurd. Om aan deze symboli sche figuur meer relief te gevenstrooide zij vergeet-mij- nietjes rond. Keizer Napoleonwien zij een harer vergeet- mij-nietjes aanbood, nam het bloempje aan en heeft zich een geruimen tijd met haar onderhouden. Verscheiden kooplieden te Sunderland, die bij open water ladingen zijn wachtende uit de Pruissische havens der Oostzee, hebben zich tot den Minister van Buitenl. Zaken gewend met verzoek om bij de Deensche regering te bewer ken dat de voor hen bestemde schepen ongehinderd tot hen mogen komen. De Oostenrijksche brik Milost, van de Middellandsche zee naar Antwerpen bestemdwil uit vrees van aanranding te Plymouth blijven. Ook heeft een tusschen Huil en Hamburg varende Duitsche stoomboot hare lading aan een Engelsch vaartuig overgegeventen einde zoodoende het gevaar te ontgaan van door Deensche kruisers te wor den genomen. Dezer dagen vond men te Londen een gierigaard in zijn kamer dood. De buren getuigden dat hij van de koude zat te bibberenliever dan de kagchel te branden ofschoon hij brandstof genoeg had. Door onthouding van voedsel was hij uiterst vermagerdterwijl toch levensmiddelen bij hem in overvloed aanwezig waren. Hij was 52 jaar oud en bij zijn overlijden vond men in effecten huizen geldgouden en zilveren voorwerpeneen waarde van tusschen de 7 0 en 80,000 guldeD. Volgens een onlangs openbaar gemaakt verslag bestond het collegie van Spurgeon te Londen in 1856 uit een on derwijzer en één student, in 1861 uit 2 onderwijzers en 16 studenten en aan het einde van 1863 uit 66 studenten met een geëvenredigd getal onderwijzers. Tweemaal 's weeks ontvangen deze jongelieden onderwijs van Spurgeon zeiven de overige lessen worden gegeven door de heeren Rogers Ferguson en andereu. De studietijd is beperkt tot 2 jaren. Aan die inrigting is verbonden een handelsschoolin welke aan ongeveer 200 jongelingen des avonds onderrigt wordt gegeven in de vakken tot een goede handelsopvoeding be- hoorende, de klassieken «n de wiskunde niet uitgezonderd. Dit onderwijs wordt met uitzondering van de boeken geheel kosteloos verschaft. Het collegie en de school vorderen te zamen een jaarlijksche uitgave van 3000 (ƒ36,000) want op enkele uitzonderingen na, ontvangen de 66 studenten, die voor het leeraarsambt worden opgeleidkost en inwo ning, onderwijs, boeken en sommigen zelfs kleederen geheel kosteloos. Van waar men het geld tot bestrijding van zulke belangrijke uitgaven verkrijgt? Spurgeon bekostigde dit vroe ger zelf en later werd de opbrengst zijner gedrukte pree- ken grootendeels voor dit doel bestemd. Zijn voornaamste stoffelijke steun vindt hij in de wekelijksche opbrengst der bussenaan de deuren van zijn kerkgebouw geplaatst, die naar men berekent ongeveer de helft der inkomsten bedraagt. Overigens vloeijen hem voortdurend grootere en kleinere giften, uit vreemde, onverwachte en dikwijls geheel onbe kende bronnen toe, van 200 en 100 Wel verre van te twijfelen of hij voortdurend ondersteuning zal vinden heeft Spurgeon niet onduidelijk te kennen gegevendat hij er ernstig over denkt, om aan de zaak nog meer uitbreiding te geven en zoo mogelijk een eigen gebouw voor dat colle gie opterigtendaartoe gedrongen door de vele aanvragen om opgenomen te worden, waaraan hij thans niet bij magte is te voldoen. Een zeer rijke oude dame overleed in een der groote steden van de Vereenigde Staten. Bij het openen van het volmaakt in orde bevonden testament zag men daarin het verlangen uitgedrukt, om haar lijk op 200 mijlen afstands van de plaats waar zij overleden was ter aarde te bestellen en niet, zoo als men zou geloovendoor de snelste mid delen van vervoer, maar in een lijkwagengevolgd door rijtuigenin welke behoeftigen moesten zijn gezetenter wijl andere arme menschen met ontstoken toortsen den lijk wagen moesten vergezellen. Men mogt niet meer dan 20 kilometers per dag afleggenen bij iedere halte moest een lijkdienst gevierd wordenwaarna het gezelschap op de noodige spijs en drank moest worden onthaald. Hiervoor waren 150,000 gulden aangewezen. Twaalf rijtuigen en 200 behoeftigen werden aangenomen en de laatsten ontvingen 2,50 per dag. Het testament hield ook nog in, dat de dienstboden der overledene allen een aanzienlijk pensioen was toegelegd, mits ieder van hen een stad tot woonplaats zou kiezen, waarvan de afstand ten minste 60 mijlen moest bedragen van die in welke een andere gepensioneerde zou wonen, ten einde te beletten, zegt het testament, na haren dood kwaad van haar te spreken. Uit Suez wordt dd. 26 Januarij 11. geschreven, dat eenige dagen te voren de thermometer onder 0 was gedaald en dat men in den morgen van dien dag aldaar ijs gevon den had. De bevolking had met groote verbazing dat on bekende natuurverschijnsel aanschouwd. Volgens den Pays is de koude te Kaïro zoo hevig dat er in de stad en de Delta ijs is; een verschijnsel bij men- schenheugenis aldaar niet waargenomen. Ook in Syrië is zeer veel ijs en het land wordt door hevige regen vloeden ge teisterd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1864 | | pagina 2