Buitenlandsch Nieuws. algemeene maatregel van bezuiniging in dien tijd verleend aan officieren van het legerwier gedrag onberispelijk was en wier ontslag uit 's Lands dienst zoowel de verbazing hunner chefs als van hunne kameraden wekte. Tot staving van het ongunstig oordeel over die regeringsdaad wordt het voorbeeld aangehaald van den luitenant D. A. Hendriks van het 1ste regement artillerie in garnizoen te Maastricht die begrepen was onder het aantal ongelukkigen wien men wreedaardig stuitte in den loopbaandien voor hen was geopend. De luitenant Hendriks was de zoon van een kapitein der artillerie, die zich had onderscheiden door zijn bekwaam heden en zijn diensten. Hij werd door zijn vader bestemd voor een burgerlijke betrekking en tot dat einde naar een gymnasium gezonden. Ongelukkig kwam de kapitein Hen driks te overlijden, en daar hij een weduwe met acht kin deren zonder vermogen naliet, moesten de studiën van den jongen Hendriks worden gestaakt. Daar hij niet wilde leven ten koste van zijn broeders en zusters en een beslissende neiging gevoelde voor de militaire dienst, trad hij vrijwillig in dienst op löjarigen leeftijd in het jaar 1826, werd in 1831 officier en kreeg zijn bestemming naar de citadel van Ant werpen. Zijn dapperheid ontging het oog van zijn chefs niet en te midden van het beleg kreeg hij van den kolonel Gu- inoëns van den generalen staf de toezegging van een decoratie. De Fransche troepen zich meester gemaakt hebbende van de citadel, werd het garnizoen krijgsgevangen gemaakt en naar St. Omer gevoerd. Gedurende zijn gevangenschap vond de luitenant Hendriks gelegenheid zich te onderscheiden. In een huis van St. Omer brak er een hevige brand uit. De vlammen hadden reeds een groot gedeelte van het gebouw aangetast en er was geen kans van blusschen. Eensklaps deed zich een geschreeuw hooren dat een vrouw nog in het half verbrande huis was achtergebleven. Hendriks hoort dat, neemt eenige natte la kens en werpt zich in de vlammen. Hij moest lang zoeken want hij ontdekte de vrouw niet; de rook maakte het hem moeijelijk en ieder oogenblik scheen hij op het punt om te midden van den brand omtekomeu. Dit ontmoedigde hem evenwel niet, hij vliegt de kamers door en ziet eindelijk de ongelukkige vrouw in een ledikant. Hij neemt haar op de armen en vindt eindelijk een trap, die hij afstijgt. Op het midden van de trap gekomen bemerkt hij dat de onderste treden verbrand zijn. Hij neemt een sprong en nog steeds met ie geredde vrouw beladen, valt hij temidden van de bran dende voorwerpen. De vermoeijenis en het gebrek aan lucht doet hem zijn bewustzijn verliezen, en hij zou het slagtoffer van zijn menschlievendheid geworden zijn, indien men hem niet te midden van de puinhoopen van het verbrande huis was ter hulp gesneld. De regering van St. Omer, vervuld van bewondering over deze heldhaftige daad, boden hem een eeremedaille aan; maar zijn chef verbood hem dien aantenemen omdat hij het ongepast vond voor een Neder- landsch officier, om in zijn vaderland teruggekeerd een eere- blijk te dragen van de vijanden van zijn land. In 1832 werd de luitenant Hendriks met het metalen kruis versierd en in Februarij 1833 werd van zijn gedrag eervolle vermelding gemaakt bij dagorder aan het leger. Hij keerde in Junij van dat jaar in Holland terug en werd in Augustus vereerd met de medaille vam het beleg der citadel van Antwerpen. In 1834 werd Hendriks begiftigd met het ridderkruis der Militaire Willemsorde en in 1837 bevorderd tot lsten luitenant. In 1842 gelaste de Minister van Oorlog den ko lonel van het 3de regement om zijn hooge tevredenheid te betuigen aau den luitenant Hendriks, wegens zijn moedig gedrag bij gelegenheid van een brand in de omstreken van -Middelburg, daaraan bij regements order openbaarheid te geven en die te doen aanplakken tot zijn eer en als navol genswaardig voorbeeld. De luitenant Hendriks was 33 jaren oud, sterk, dapper en welwillendbemind en geëerd door zijn kameraden en door zijn chefs. Zoo men daarbij in aanmerking neemt, dat hij jaren achtereen zijn oude moeder onderhield, zal men niet aarzelen een beter lot toetewenschen aan den luitenant Hendriks, die in 1843 tot veler verbazing werd gepen sioneerd." De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Dings- dag des namiddags te 5 uur 34°, des avonds te 8 uur 3 5°, te 10 uur 3 7°, te 12 uur 3 7°. Woensdag morgen te 3 uur 37°, te 5 uur 38°, te 8 uur 39°, te 12 uur 41°, des namiddags te 4 uur 39°. Te Hamburg bestaat het plan om aan de gemeente een aanzienlijke uitbreiding te geven; de voorsteden St. Paul en St. George zouden bij de stad worden getrokken en in verband met die uitbreiding een wijziging worden gebragt in de rechten en verpligtingen der burgers, waaromtrent nog vele oude bepalingen bestaan, die elders niet meer worden gevonden zooals de gilden het koopen vati het burgerrechtenz. Zweden heeft te Weenen en te Berlijn geprotesteerd tegen het besluit der beide groote duitsche mogendheden om Sleeswijk te bezetten. Een inwoner van Wadensweil in Zwitserland die se dert verscheidene jaren gehuwd was, wenschte 'van zijn we derhelft te zijn ontslagen, De trouw verklaarde dat zij daar tegen niets had intebrengen en indien haar echtgenoot zich vereenigde met het voorstel dat zij hem doen wilde, het voordeel geheel aan zijne zijde zou zijn. //Uw medeminnaar die voor 5 jaren tegelijk met u naar mijn hand dong, wil u mijn bruidschat laten behouden eu nog 15 0 francs in gereed geld uitbetalenindien gij mij aau hem afstaat." Dit voorstel werd door den echtgenoot aangenomen en ter stond werd de zaak geklonkenden volgenden dag vertrok het nieuwe paar begeleid tot aan het naastbij gelegen station door den weiwillenden echtgenoot, die hun van harte geluk- wenschte op hun reis naar Amerika. De Koningin van Denemarken en hare dochter wor den in de eerste dagen dezer maand te Londen verwacht om de doopplegtigheid van den zoon des Prinsen van Wallis bijtewonen. In Italië heerschte in het laatst der vorige maand een ongekende hevige koude. In de provinciën lag er zoo veel sneeuw dat de post vertraging van eenige dagen ondervond en ook de telegrafische verbinding gestremd, werd. In de uitgestrekte vlakten van de Campanatawaar men nooit sneeuw had gezienwas de grond met een 3 voet hooge sneeuwlaag bedekt. Den 24sten Januarij 11. is te Turijn een tentoonstel ling geopend van voorwerpen betrekkelijk de katoenteelt in Italië. Door 20 8 personen in Italië zijn voorwerpen derwaarts gezonden. Men ziet er 210 monsters katoen, in en buiten Italië geteeld, onderscheiden werktuigen voor de bewerking der katoenlandkaarten tot aanwijzing der oorden alwaar de katoenteelt gedreven wordt, plannen voor de uitbreiding dier teelt in Italië enz. Het Italiaansche gouvernement heeft die tentoonstelling uitgeschreven en voor de beste voorwer pen premiën uitgeloofd. De tentoonstelling-producten der Italiaansche katoenteelt, zegt een berigtgever, mogen uitmun tend worden genoemd, vooral wanneer men bedenkt dat die teelt nog eerst sedert 2 jaren in Italië ernstig wordt gedre ven indien zij verder zoo goed vordert als tot nog toe zal Italië, inzonderheid de eilanden Sardinië en Sicilië over eenige jaren behooren onder de landen die de beste en de meeste katoen opleveren. - De hoogleeraar Thonissen van de Catholieke Univer siteit te Leuven werd dezer dagen door den raad van toe- zigt uitgenoodigd om zijn dwalingen, betreffende de afschaf fing van de doodstraf, van welke straf hij een der hevigste bestrijders was, te herroepen. De Raad vreesde, dat de hoogleeraar, die lid der Belgische Tweede Kamer was, als Minister optredende, die Goddelijke instellingen, zooals de Raad de doodstraf noemde, zou opheffen. De hoogleeraar was echter zoo zelfstandig, dat de Raad zich met het voor stel van een zijner leden vereenigde, om geen te strenge banden aan het onderwijs bij de Universiteit te leggen. In den loop van dezen zomer zal er te Brussel een algemeen magonniek congres worden gehouden waaraan ver tegenwoordigers uit alle landen zullen deelnemen. In de con servatieve partij en, men zegt ook, aan het Hof, moet men met het houden van zoodanige congressen niet zeer zijn in genomen. Bij het Belgische Ministerie van Binnenlandsche Za-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1864 | | pagina 2