Buitenlandsch Nieuws.
weg te 's Hage. De brand heeft zich echter, dank zij de
genomen maatregelenslechts bepaald tot een loods. De be-
lendende gebouwen hebben bijna geen schade geleden. Spoe
dig bevonden zich daar ter plaatse zoowel de burgerlijke
als militaire autoriteiten.
Te Amsterdam is reeds de som van f 4,332 voor de
noodlijdenden door den brand te Ahaus ingezameld en aan het
hulp-comitté aldaar overgemaakt.
De plaatselijke- en garnizoens-kommandanten hebben
vau wege het Departement van Oorlog den last bekomen om
op de dagendat er in de plaats van hun kommandement
door den militie-commissaris inspectie over de verlofgangers
wordt gehoudenwaarvan zij steeds tijdig door dien com
missaris zullen worden onderrigt, de wachten zooveel noodig
te versterken en patrouilles uittezendenten einde tegen uit
spattingen van de verlofgangers na afloop van de inspectie
te waken, met verderen last om diegenen, die zich aan dron
kenschap en baldadigheid schuldig maken te doen arreste
ren en zoodra doenlijk ter beschikking te stellen van den
betrokken militiecommissaris, opdat deze, daartoe termen
vindende, het reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk
te lande op hen kunne toepassen.
Wij hebben met genoegen kennis gemaakt met Ver
borgenheden van den huiselijken haard." Het is een der
vijf verhalendie eenige jaren geleden bij J. D. Sybrandi
te Amsterdam verschenen, onder den titel: //Familiegehei
men een werk dat sedert is uitverkocht. De //Verborgen
heden" verdienen o. i. ten volle een herdrukvooral in een
vorm zoo goedkoop en zoo geheel geschikt voor ons beschaafd
en godsdienstig publiek. Het is het aandoenlijk verhaal van
een uitstekend geneesheer, die zich en de zijnen door het
gebruik van sterken drank aan den rand des verderfs brengt
maar door zijn godvruchtige vrouw daarvan wordt terug-
gebragt.
De Java-Bode behelst het volgende:
Salatiga, 13 September 186 3.
Aan de Redactie van den Java-Bode
In den Java-Bode van Zaturdag 5 September 11. N°. 71
komt onder de correspondentie uit Nederland een beschou
wing voor over het aan mij gegeven ontslageindigende
met de woorden
//Mogelijk echter schuilt er eer achter de zaak, waardoor
het besluit van den Minister geheel wordt gerechtvaardigd."
Door de opname van het hier volgend Koninklijk besluit
van 20 Junij 1863 N°. 62 zal allen twijfel daaromtrent
wel vervallen.
Wij Willem IIIbij de gratie Gods enz.
Overwegende dat de heer T. J. Stieltjes, een der eerste
pligten aan zijne betrekking als ambtenaar bij het Departe
ment van Koloniën verbonden uit het oog heeft verloren
Op de voordragt van onzen Minister van Koloniën van
den 18den Junij 1863 La. A.
Hebben goedgevonden en verstaan
1°. den heer T. J. Stieltjesadviseur bij het Departem.
van Koloniën te ontheffen van de zending naar Nederl.-In-
diëhem opgedragen bij ons besluit van 11 Junij 1860
N°. 43 2°. te gelasten dat voornoemde heer T. J. Stieltjes
het archief zijner zending, met inbegrip van alle bescheiden
werktuigen, boeken enz., welke op die zending betrekking
hebbenovergeve aan den Gouverneur-Generaal van Neder-
lands-Indie, of aan dengeen die van wege den Gouvern.-
Generaal tot die overname zal worden aangewezen 3°. den
heer T. J. Stieltjes te ontslaan uit de betrekking van advi
seur voor technische zaken bij het Depart, van Koloniën
4°. te bepalendat zoowel aan de intrekking der zending
als aan het ontslag gevolg zal worden gegeven op den dag
waarop een afschrift van dit besluitdoor of van wege den
Gouv.-Gen. ter kennisse van den heer T. J. Stieltjes zal
worden gebragt5°. den Gouv.-Gen. door tusschenkomst
van onzen Minister voornoemd te magtigenom aan den
gewezen adviseur T. J. Stieltjeswanneer deze zulks ver
langt, voor zich en zijn wettig gezin te verleenen vrije over-
togt naar Nederland als gouvernements-passagier der 1ste
klasse, mits hij zijn verlangen om daarvan gebruik te ma-
keu schriftelijk aan den Gouv.-Gen. van N.-I. doe kennen
binnen ééne maand na zijn ontslag, en hij binnen drie
maanden na zijn ontslag Java verlatemet bestemming naar
Nederland.
Onze Minister van Koloniën is belast enz.
Er zit dus niets anders achter, wat mij betreft, of er wat
anders schuilt achter de beweegredenen des Ministerszal
ik liever in Nederland ter sprake brengen.
Ten overvloede doe ik nog opmerken, dat in 1849 door
niemand aan mij het recht is betwist op het recht van pe
titie; noch door de HH. Thorbecke, Groen van Prinsterer
eu Verweij-Mejandie in de zitting van 18 Mei den Mi
nister vau Oorlog aanvielen noch door den heer Storm van
's Gravesandedie toen de eenige was die den Minister ver
dedigde noch door dien Minister zelf. Het ontslag was ge
grond op een denkbeeldig weigeren om den eed afteleggen.
Ik had, met verlof zijnde, eenvoudig opheldering en uit
stel gevraagd. De Minister weigerde mij die opheldering,
maar gaf die een maand later, op gemelden 18 Mei, aan
de Tweede Kamer. Toen bleek het dat ik ontslagen was,
omdat ik het niet met den Minister eens was.
De ontslagen adviseur bij het Ministerie van Koloniën
T. J. Stieltjes.
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Donder
dag des namiddags te 6 uur 46°, des avonds te 8 uur 46°,
te 10 uur 46°. Vrijdag morgen te 5 uur 44°, te 8 uur
44°, te 12 uur 47°, 's namiddags te 4 uur 38°.
Het hof van assises te Bern heeft een jongeling van
17 jaar vrijgesproken, die overtuigd was een persoon ge
dood en een ander doodelijk gewond te hebben, maar on
der omstandigheden waarin alles den doodslag wettigde als
middelwaartoe de beschuldigde zijn toevlngt heeft gemeend
te moeten nemen. In een twist met den vader van dien
jongeling had een troep van 15 jonge knapen zich opdien
man geworpen en hem wreedelijk mishandeld. De zoon ge
voelde zich te zwak om zijn vader met goed gevolg te ver
dedigen hij trok alzoo zijn mes en aarzelde niet hiermede
de twee personen te treffen die op het ligchaam zijns vaders
geknield, daarop met hunne vuisten bonsden. De jury ge
roepen om in deze zaak uitspraak te doennam aan dat de
beschuldigde heeft gehandeld in het geval van wettige zelf
verdediging en het ter terechtzitting aanwezige publiek be
tuigde zijn bijzondere tevredenheid met deze uitspraak.
De opening der Kamers op den 9den dezer zal niet
door den Koning van Pruissen in persoon maar door den
president'minister geschieden. Van een dadelijk toestaan van
den zoo levendig begeerden tweejarigen diensttijd schijnt
geen sprake te zijn.
De Koningin van Pruissen zal een brief van haren
zoon openbaar makenwaarin hij de politiek zijns vaders
veroordeelt. De Koningin handelt hierin onder den invloed
der Koningin van Engelanddie de belangen van haar
dochter en schoonzoon voor de toekomst wenschte gewaar
borgd te zieneen toekomst die door de houding des Ko-
nings in gevaar wordt gebragt.
Onlangs kwamen de kozakken in een boerenhut nabij
Lublin en vonden daar een oude vrouwdie zijna haar
van alles beroofd te hebbendwongen de plaats aar.tewij-
zenwaar zich de opstandelingen bevonden. Daar dreigen
niets baattewerd zij geslagen totdat zij om genade smeekte
en beloofde alles te zullen zeggen. Zij ging met den troep
op weg, maar na een uur loopens begonnen de kozakken
intezien dat zij misleid waren. //Ongelukkige," riep nu de
chef //gij bedriegt ons," //Ja, maar ik red mijne kinderen,"
antwoordde de vrouw, //nu kunt gij mij dooden." Hare
beide zonen waren onder de opstandelingen. Een oogenblik
later hing de moeder aan een boom.
Men verzekert, van een goed onderrigtte zijde, dat
Koning Leopold dezer dagen den Koning van Pruissen ten
dringendste heeft geraden om zoo mogelijk te verhinderen
dat gevolg worde gegeven aan het besluit der üuitsche
Bondsvergadering nopens het bezetten van Holsteinuit
hoofde hij vreest dat daaruit groote gevaren voor Europa
zullen ontstaan.
Zondag is te Duffel in Belgie onthuld het borstbeeld
van Cornelis Kiliaendie in de tweede helft der XYIde
eeuw te Antwerpen woonde en door Christoffel Plantijn be
last was met het corrigeren van drukproeven. Zijn woorden-