Buitenlandsch Nieuws. van verschillenden aard zoo van gemeentebesturen als uit particuliere kringenzullen ten deel vallen. De Doopsgezinde gemeente te Harlingen heeft een rijk geschenk ontvangenbestaande in 4 zilveren schenkkannen en 12 zilveren bekers, ter vervangiug van de tinnen voor werpen bij de viering van het Avondmaal gebruikt wordende. Dit prachtig geschenk is vermaakt bij uiterste wilsbeschik king van mevrouw de weduwe Hanekuyk. In de vorige week begaf zich 's morgens een metse laarsknecht op den walmuur, digt bij de Belvedère te Nij megenom te kijken naar een begrafenisstoetdie zich naar de nabij liggende begraafplaats begaf. De man was reeds eeiiigeu tijd mijmerende door het overlijden van een kind en het gezigt der begrafenis schijnt hem zoo te hebben ont roerd dat hij duizelig geworden van den hoogen walmuur in de vestingwerken vielalwaar hij eerst des avonds in deerlijk verminkten toestand gevonden en naar zijn woning gebragt werdmaar na hevige pijnen te hebben doorgestaan is hij overleden. Te Harlingen had Woensdag morgen in een burger huisgezin een aandoenlijke gebeurtenis plaats. In het vorige jaar werd de 26jarige dochter van den winkelier N. M., tijdens een hevige ziekte harer moeder, in gezonden toestand eensklaps sprakeloos, en men hoorde van haar sedert dien tijd geen woord. Ofschoon het haar niet aan geneeskundige hulp ontbrak, bleef zij 13 maanden stom. Terwijl zij Woens dag morgen bezig was eenige huiselijke werkzaamheden te verrigtenoverviel haar een plotselinge benaauwdheid. In overspanning riep zij//Geef mij te drinkenMet dezen uitroep was hare spraak teruggekeerdwaarvan zijtot on uitsprekelijke blijdschap harer betrekkingen, den geheelen dag een levendig gebruik heeft gemaakt. Als een hoogst zeldzame bijzonderheid deelt men uit Groningen mede, dat er dezer dagen door den heer Tid- dens, bierbrouwer te Finsterwoldeop de jagt zijnde, ge schoten is, en door den heer J. R. Mulder, te Winschoten opgezonden aan het Museum alhier, een Syrrhaptes para doxus, of steppenzandhoen. Van dezen vogel zijn voor eeni- gen tijd ook in de Hollandsche duinen een paar gevonden terwijl dit alzoo het derde individu is datzoo ver bekend ooit in Nederland gezien werd. Het is een vogel die veel overeenkomt met een patrijsmet ruwegehaarde pooten en hij behoort in de steppen van Tartarije te huis. Uit Amersfoort meldt men: De volgende gebeurtenis leert hoe voorzigtig de winkeliers zich te gedragen hebben bij de afgifte van goederenwelke door onbekenden ter be- zigtiging gevraagd worden. Dé^er dagen kwam 's morgens bij den goudsmid M., een fatsoenlijk gekleed persoon, voor gevende te zijn secondant bij den instituteur K., aan wiens anderen secondant de scholieren ter gelegenheid van zijnen verjaardag, een geschenk wilden geven. Daarop zocht de kwasi-kooper. twee gouden horologiekettingen uit ter waarde van ruim vijftig gulden vroeg en verkreeg van den goud smid de vergunning om ze mede te nemenopdat men er een keus uit zou kunnen doen. Des avonds nog geen ant woord bekomen hebbende, informeert M. ten huize van den kostschoolhouder, maar te vergeefs; het een en ander was daar geheel onbekend. De goudsmid blijft nog steeds den vreemdeling, omtrent wien de justitie onderzoek doet, met ongeduld te gemoet zien. Volgens berigten uit Magellang was de Merapi sterk aan het werken en steeg uit den krater een zware rookko lom op. Van tijd tot tijd hebben er aschregens plaats, die zelfs op de hoofdplaats worden waargenomen en is het on- deraardsch gedruisch vooral des nachts zeer hevig. - Op den 27sten Julij werd de berg beklommen door den Regent van Magellang en den controleur Levyssohn Normanver gezeld door de heeren Camphuis, Bousquet en Schneiter. Het gezelschap besteeg den berg tot ongeveer 4500 a 5000 voeten hoogte. Een zware opkomende aschregen belette hun nog hooger te stijgen. Beroepen bij de Nederduitsch Hervormde gemeente te Utrecht Ds. J. W. Felix, predikant te Katwijk aan den Rhijn. De val van den werkman, bij de herstelling van de Pieterskerk, schijnt niet de gevreesde gevolgen te hebben, zoodat zijn toestand beter is. Onjuist was het berigt, dat er bijtijds was ge vaarschuwd over het gebrek aan den stei ger. Een onzichtbaar gebrek is alleen oorzaak geweest dat de steiger is ingestort. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Zatur- dag des namiddags te 5 uur 5 8°, des avonds te 8 uur 54°, te 10 uur 52°. Zondag morgen te 5 uur 51°, te 8 uur 53°, te 12 uur 64°, 's namiddags te 4 uur 62°, te 5 uur 61°, te 8 uur 59°, 's avonds te 10 uur 57°. Maandag mor gen te 5 uur 55°, te 8 uur 57°, 's middags te 12 uur 63°, te 4 uur 61°. Het Pruissische staatsdomein Woidhofen in Neder- Oostenrijkgroot ongeveer 23,500 joch, van welke ruim 19,000 j. worden beslagen door een onafgebroken woud zal in den loop van dit jaar door de nationale bank ver kocht worden. Een leerjongen te Berlijn die voor zijn patroon een brief met 1000 thalers waarde naar den post moest brengen, had uit vrees van dit kostbare stuk uit de hand te verlie zen het in zijn rokzak gestoken. Toen hij nu op het post kantoor gekomen den brief aan den beambte wilde overgeven merkte hij tot zijn schrik, dat hij hem uit zijn zak, waarin ongelukkig een gat was, had verloren. Radeloos van angst vliegt hij uit het postkantoor naar de Keurvorstenbrug en springt in het water, doch wordt dadelijk door een schipper gered. Hij worstelt nu als een razende met zijn redder om toch zijn wanhopig besluit ten uitvoer te brengen. Door de worsteling scheurt zijn rok, waardoor de brief voor den dag kwamdie tusschen de voering van dat kleedingstuk was blijven steken. Te Halle heeft professor Leoeen der woordvoerders der conservatievendezer dagen een rede gehoudenwaarin o. a. werd gezegd, dat het Pruissische volk nimmer zoo groote vrijheid heeft genoten als onder de heerschappij van zijn met onbeperkte magt regerenden Koning; dat de ware vrijheid dan eerst bestaat wanneer de regering den krach- tigsteninvloed op den gang der verkiezingen uitoefent, dat de belangrijkste bepaling der grondwet is vervat in het ar tikel, waarbij de Koning de constitutie kan opheffen, enz. Men verzekert, dat Keizer Napoleon te Biarritz ern stig ongesteld is geweest, en zelfs een geheel uur in zwijm heeft gelegen doch thans bijna geheel hersteld is. Men spreekt van een wijnbouw-congresdat eerlang te Parijs gehouden zal wordenom het sedert twee eeuwen onbeslist gebleven vraagstuk optelossen, welke Fransche wij nen de beste zijndie van ChampagneBourgogne of Bor deaux. Drie vermaarde redenaars zullen in dat congres het woord voeren. Dingsdag middag begaven de Annamitische gezanten te Parijs zich naar den admiraal Bonard, die hun een col lation aanbood. Phan-tanghian de eerste gezant, plaatste zich naast den admiraal op een canapé, gebruikte met smaak eenige proeven van Parijsch suikergebaken dronkter be antwoording dergenen die op zijne gezondheid dronken eenige koppen thee en verscheidene glazen champagne. Zijn zoon stond, in nederige houding, op eenigen afstand achter zijn vader. De kinderlijke eerbied gaat bij de Annamiten zoo ver, dat een zoon in de tegenwoordigheid zijüs vaders nooit gaat zitteneet of drinkt. Een der gasten wilde inbreuk op de etiquette makenen bood den jongeling een glas champagne aanmaar hij weigerde. Phan-tanghiang had dit sprakeloos tooneel opgemerkt en gaf een wenk; de zoon groette hemnam het glasklonk op Fransche wijzekeerde zich toen naar den wand en ledigde zijn glas in één teug. Hij had het gezelschap wel den rug toegekeerdmaar daar entegen toch ook niet voor het aangezigt zijns vaders ge dronken. t In afwachting van de terugkomst des Keizers blijven de Annamitische gezanten hunne bezoeken te Parijs voort zetten. Achtereenvolgend heeft men hen naar verschillende ateliers, werkplaatsen van nijverheid en schouwburgen ge bragt. Deze laatsten wekken de bewondering der hoofden van het gezantschap slechts in zeer geringe mate opterwijl hun gevolg er daarentegen groot vermaak in schept. Wat de gezanten het meest aantrekt, zijn de etablissementen van nijverheid, waar zij met gespannen aandacht de hun door de Fransche tolken gegeven uitleggingen aanhooren en die

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1863 | | pagina 2