JEZUS VAN NAZARETH KEUKENMEID. Sempre-Crescendo. LEERBOEK DER ANALYTISCHE MEETKUNST viel hun zeer, doch mei de gymnastische oefeningen hadden zij weinig op. Men vroeg den eersten gezant of bij hun zoo iets bestond, hij antwoordde glimlagchend dat dit het geval niet was, maar er ook de noodzakelijkheid niet' van inzag. Bij hun aankomst te Marseille had een vreemd geval plaats. Toen het rijtuig van den eersten gezant voor het hotel op hield, sprong een zijner bedienden met een vervaarlijk groote parasol van het rijtuig. De menigte barstte daarover luidkeels in gelach uit, waarvan de bediende zoo schrikte, dat hij, in den waan dat men het op zijn leven had gemunt, met zijn parasol het op den loop ging zettenterwijl de menigte hem schreeuwende achtervolgde, hetgeen hem nog harder deed voortsnellen. Aan twee politie-agenten gelukte het ein delijk hem optevangen en naar het hotel tecygtebrengen alwaar hij door een hevige koorts werd aangetast. Uit Chamounix wordt het volgende geschrevenOp een der verst afgelegen hellingen van de ijsbergen van Buet heeft men een lijk gevonden, dat daar 19 jaren heeft ge legen en zoo goed geconserveerd is, dat men het nog her kennen kon. Negentien jaar geleden vertrok' namelijk in Sep tember een man uit de gemeente Passygelegen tusschen Sallanches en Samounix, in bedevaart tot boetedoening naar den grooten St. Bernard. Hij bereikte het doel van zijn reis, kwam terug te Montigny, waar hij op de jaarmarkt leen stuk lijnwaad kocht, en begaf zich. vervolgens op weg om over de bergtoppen vau Taunersges en Buet zijn woon plaats te bereiken. De man kwam niet ten zijnent terug. Zijn nog jeugdige vrouw, door geen authentieke doodacte haar weduwschap kunnende aantoonenmoest verscheidene huwelijksaanzoeken van de hand wijzen en deze geheimzin nige zaak bleef in het duister. Maar nu veertien dagen ge leden ontdekte een jonge herder in een der kloven van een ijsberg èen menschelijk ligchaam, rechtuit gestrekt liggende in zijn doorschijnend graf. Spoedig nadat deze ontdekking eenige ruchtbaarheid had gekregen dacht men aan den pel grim van Saint-Bernarddie sedert negentien jaren werd terugverwacht. Eenige personen uit de gemeente Passy be gaven zich naar de plaats, waar het lijk nog altijd lag, omdat men het er niet over eens kon worden, welke muni- cipaliteit met de begrafenis moest worden belast. Er was geen twijfel meer mogelijk: het stuk lijnwaad, op de jaar markt van Montigny gekochtlag nog vrij goed geconser veerd naast het lijk. Ook de kleederen werden herkend; een zilveren horologie, eenige muntstukken en een mes vond men in de zakken van het vest. Algemeen was men het daaromtrent eens, dat het gevonden lijk dat was van den i pelgrim, die in September 1844 uit Passy was vertrokken. Men vond er niets aandat tot vermoedens vqn een misdaad kon aanleiding geven zoodat aan niets anders kon gedacht worden dan aan een ongeluk in die gevaarlijke streekwelke de reiziger waarschijnlijk tot zijn weg gekozen hadenkel met het doel om het stuk lijnwaad, dat hij voor zijn vrouw had meêgebragt, aan de Argus-oogen der douanen te onttrek ken. De plaats, waar het ligchaam gevonden werd, is klaar blijkelijk een eind verder dan de plek waar de man neer gevallen islangs de zachte glooijing van den berg is hij voortgeschoven zonder veel schokken of drukking, hetgeen daaruit blijkbaar is dat het bijna ongeschonden is bewaard gebleven. Nadat de opneming van het lijk op wettelijke wijze was geschied, hielden de bloedverwanten en vrienden van den verongelukte zich bezig met het beramen van middelen om het te vervoerenen men oordeelde niets doelmatiger dan dat een bergbewoner het lijk, aan een draagzeel be vestigd, op zijn schouders nam en er zoo een afstand van 16 Nederl. mijlen meê doorkuijerde. Dit feit klinkt wel wat zonderling, maar het is niettemin waar. Na aankomst te Passy werd het in een nieuwe kist gedurende een dag ten toon gesteld, om de algemeene nieuwsgierigheid te bevre digen en eindelijk op den eerstvolgenden Zondag werd de verongelukte op het kerkhof zijner geboorteplaats met de meest mogelijke plegtigheid ter aarde besteld. De Moniteur deelt mede, hoeveel België sedert 1839 heeft betaald om al de vlaggen van den Scheldetol te ont heffen. Volgens die opgave heeft de Scheldetol sedert zijn invoering in 1839 tot aan de opheffing met 1 Augustus jl. aan de Belgische schatkist 28,419,554 frs. gekost. Door een onbekende oorzaak zijn Zaturdag ochtend ten 2£ uur drie buskruidmolens nabij liounslow in de lucht gevlogen, waarbij slechts een man is gekwetst geworden. De slag werd mijlen ver in het rond gehoord. AFFICISSEU NIEUWS#. - De BurgemeesterHoofd van het Gemeentebestuur van Leiden, doet te weten, dat de ingevulde Patentbladen, over het dienstjaar 1863 en 1864, voor al de Wijken, ter se cretarie dezer gemeente verkrijgbaar zijndagelijksvan de» voormiddags tientot des namiddags ten één uuren wel tot en met den 26sten dezer maand; terwijl na het verstrij ken van dien tijd de onafgehaalde patentbladen aan de Deur waarders der directe belastingen ter uitreiking moeten wor den afgegevendie voor hunne moeite mogen eischen tien cents zonder meer. Advertentie». Een fatsoenlijk BURGER REISJE, van de P. G., 20 jaren oud en voor zien van .goede getuigschriften zag zich gaarne geplaatst met November aanstaande als kindermeid. Adresfrancoonder Letters L. D. aan het Bureau Leidsch Dagblad. Op Noordwijk wordt gevraagd eene bekwame HEUKENREII9voorzien van goede getuigentegen goed loon. Adres per brief onder Letter U. aan het Bureau van dit Blad. De rekening en verantwoording van het op 24 Maart 11. gegeven Con cert ten voordeele der Bewaarscholen in de Groenesteeg en op de Langegracht, zal voor belangstellenden ter inzage lig gen Donderdag en Vrijdag 24 en 25 September 's namiddags van 24 ure in de STADS-GEHOOR2AAL. H. J. DE GRAAF, Comm.-Thesaurier. Bij den Uitgever J. J. WEEVERINGH te Amsterdam, komt binnen kort van de pers: ZIJNE BEGINSELEN IN BETREKKING TOT ONZE DAGEN. Naar aanleiding van Renan's Leven van Jezus door Or. J. VAM" VliOTEA. Prijs f 0,40. Een geschrifthoogst belangrijk voor allendie zich Renan's Leven van Jezus hebben aangeschaft. Bestellingen worden bereids bij alle Boekhandelaren aangenomen. Bij A. W. SYTHOFF, te Leiden, is ter Perse: O. Fort en O. Sclilömilcli Professoren aan de Polytechnische school te Dresden. Leeraar in de hoogere Wiskunde aan het Koninklijk Instituut voor de Marine te Willemsoord. EN VAN NAAR DE TWEEDE UITGAVE BEWERKT EN VERMEERDERD, DOOR Math. Mag. et Phil. Nat. Doctor

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1863 | | pagina 3