Buitenlandsch Nieuws.
en met dien dag; sedert waren nog van een zestigtal com-
missiën berigten ingekomen. Te zamen genomen hebben na-
genoeg 600 commissiën een bepaalde meening uitgedrukt
omtrent de deelen van het opterigten gedenkteeken. (a. ge
denknaald te Scheveningenb. monument te 's Gravenhage
en c. Nationale ambachtsschool). Omtrent a. hebben zich
verklaard 577 commissiën en daarvan 514 vóór; omtrent
b. 5 76 commissiën en daarvan 5 22 vóór; omtrent c. 574
commissiën en daarvan 467 vóór. Verreweg de meerderheid
der plaatselijke commissiën heeft zich dus met het drieledig
voorstel van Z. K. H. vereenigden die meerderheid is
evenzeer aanwezig, als men het totaal der bevolking neemt
in de respectieve gemeenten. 13 commissiën hebben het ver
langen te kennen gegeven, dat aan b. den eersten rang mogt
worden toegekend; doch 159 hebben zich in dien zin ver
klaard voor c., of wel van de zekerheid dat ook c. zou tot
stand komen hare medewerking afhankelijk gesteld. Een aan
tal wijzigingen zijn in de verschillende voorstellen aanbevo
len en niet minder is het aantal tegenvoorstellen, waaraan
enkele plaatselijke commissiën de voorkeur zouden geven.
48 hebben het denkbeeld van een Invalidenhuis voorgestaan;
4 dat om de intezamelen gelden geheel of gedeeltelijk
te schenken aan het Fonds tot ondersteuning der gewapende
dienst. Afgescheiden van deze voorstellen is door een aan
tal plaatselijke commissiën in overweging gegeven om een
algemeene collecte aantevragen voor de inzameling van gel
den eldersom in alle scholen des Rijks een collecte te
doen houdenten einde het onderwerp en het feit der feest
viering in het aandenken van het opkomend geslacht te doen
voortleven met het bewustzijn van ook een penning daartoe
te hebben bijgedragen, enz. enz. Vervolgens heeft de pen
ningmeester verslag gedaan van de tot 18 dezer ingeko
men gelden.
De Prins voorzitter is vervolgens in een beschouwing ge
treden der tegenvoorstellen en heeft zich zoo als voorzitter
der hoofdcommissie als in HD. bijzondere verhouding tot
de vloot en het leger ten stelligste verklaard tegen de bo
venvermelde tegenvoorstellen. Het lot van den oud-gediende,
vooral van den gebrekkigen oud-gediendeis hier te lande
verre van onverzorgdmaar zoo daaraan iets ontbreekt is
het de Staat, op wien de verpligting rust om hierin te voor
zien. De gebeurtenis van 1813 staat daarenboven niet recht
streeks in verband met eenig groot wapenfeit: zij is de
vrucht van omstandighedenwier onverwachte ontknooping
geenszins als het werk van menschelijk bestel is of mag
worden aangemerkt. Ook de voorstellen van Mevrouw de
wed. Storm werden besprokendoch welke verdiensten die
mogten bezitten, de hoofdcommissie had zich te houden aan
de adviezen der plaatselijke commissiën en bij een beslissende
meerderheid hadden zich dezetot des voorzitters groote
voldoening, met zijn voorstel vereenigd.
Het voorstelhierna in omvraag gebragtof de verga
dering alsnu kon goedvinden het plan van gedenkteeken
zoo als het in de vergadering van 9 Julij door Z. K. H.
was voorgedragenin zijn geheel aantenemenis na breed
voerige wisseling van gedachten goedgekeurd. De commissie
voor het ontwerpen eener prijsvraag heeft rapport uitgebragt;
de vergadering heeft zich daarmede vereenigd. De prijsvraag
zelve zal eerstdaags worden gepubliceerd. De commissie voor
de feestviering heeft insgelijks rapport uitgebragt; met ge
ringe wijzigingen is ook dat rapport aangenomen en nog
staande de vergadering uitvoering gegeven aan eenige maat
regelen van voorbereiding. Er is besloten tot een algemeene
godsdienstige nationale feestviering op 17 November in alle
gemeenten des Rijks en in de overzeesche bezittingen. Tot
het leggen van den eersten steen voor het monument in
het Willemspark te 's Gravenhage op 17 November en het
houden van een feestrede enz. bij die gelegenheid. Wij ho
pen eerstdaags in de gelegenheid te zijn hierover nadere bij
zonderheden medetedeelen.
De Gemeenteraad van Utrecht heeft een som van
f 5000 beschikbaar gesteld tot feestelijke herdenking van
November 1813.
Donderdag avond is een wachter van den Nederland-
schen Centraal-spoorweg bij het station de Bildt, terwijl de
trein aldaar stil hieldplotseling door een beroerte over
vallen en terstond overleden.
Vrijdag promoveerde aan de Utrechtsche hoogeschool
publiek tot doctor in de Godgeleerdheid de heer D. G. W.
Muller Massis, van Leiden, na verdediging van een Aka-
demisch proefschrift: De Johanne Nicolao Honthemio strenuo
libertatis Ecclesiasticae vindice.
In de 78ste algemeene vergadering der leden van
het Genootschap Mathesis Scientiarum Genetrix 11. Donder
dag avond in het lokaal op de Pieterskerkgracht alhier ge
houden, werden met loffelijke vermelding genoemd de leer
lingen J. Huge, H. J. van der Meer, F. de Jong, J.
der Horn, C. de Vink, A. Vonk, H. la Rivière en C. Stolp
in de Rekenkunde. T. A. Thomese, P. van Duin, H. la
RivièreC. Stolp en W. A. van Lith in de Algebra. P. van
DuinH. la RivièreC. Stolp en P. G. Fortanier in de
Meetkunde. P. van Duin en F. Jansen in het Bouwkundig
rekenen. P. J. Hus, J. P. E. Meerburg, J. Deggeller, C.
Stolp, W. J. Abspoel, J. de Vink, C. de Vink, A. Ko
renhof, F. W. van Eyndhoven en G. van Brugge in het
Handteekenen. W. J. Ouwerkerk, G. van Brugge, A. Ko
renhof, A. Verloop, J. K. van der Mark, H. Piket en C.
Stolp in het Teekenen naar de methode der Gebr. Dupuys.
P. C. Roodenburg en K. E. la Lau in het Letterteekcnen.
W. A. van Lith, J. W. F. van Brussel, A. J. Molet, R.
de Wringer, P. van Vliet, P. Bernard, J. A. Thomese,
L. GriethuijzenP. II. Lozier, P. van Rijn en C. F. van
Gelder in het Bouwkundig teekenen. A. P. de Kruyflf, P.
G. Fortanier en P. van der Waals in het Bouwkundig scha
duwen. A. H. Mooten in het Machineteekenen.
Heden Zaturdag is in de spinnerij en wattenfabriek
van de HH. Ably en van Oudendorp, een kleiue jongen
door een stelschroef van een as bij de broek gevat en het
been verbrijzelddat door Prof. Krieger even onder de knie
geamputeerd werd. Hij bevindt zich vrij welheeft zich
kordaat gehouden en is een jongen die zich door bekwaam
heidijver en goed gedrag boven allen onderscheidde. Zijn
familie is behoeftig.
Uit St. Martin zijn per laatste mail de volgende be
rigten ontvangeu, dd. 26 Augustus 11. //Op den 21sten Au
gustus heeft hier een plegtigheid plaats gehaddie de algemeene
belangstelling opwekteen door den gezaghebber en de voor
naamste autoriteiten werd bijgewoond. Het betrof namelijk
de inwijding van het machiuegebouw en het in werking
treden van de machine van het stoomgemaal der Maatschappij
tot zoutwinning op het eiland St. Martinaan het Zoutmeer
bij Philipsburg. De machine, hoewel nog met één scheprad
werkende, voldoet uitmuntend, en de waterstraal was aan
zienlijk. Alle aanwezendenwaaronder ook de gezaghebber,
gaven hunne bijzondere tevredenheid te kennendat door
een Hollandsche ingenieur de twee groote bezwarenwaar
mede de Maatschappij te worstelen haden waartegen vroe
ger de Fransche ingenieur het hoofd had gestootennu iu
den tijd van slechts eenige maanden overwonnen heeftna
melijk, dal de hoofddijk geheel voltooid en de machines
geplaatst en in werking gebragt zijn. Kunstmatige middelen
tot verkrijging eener zoutoogst behoeven dit jaar niet aan
gewend te worden, daar de natuur een overvloedigen oogst
aanbiedt in het groote zoutmeer. Daar het wintersaisoen zich
door buitengewone droogte en hitte kenmerkt, en alzoo een
sterke uitdamping plaats vindt, was het meer reeds op 21
Augustus 11. tot op 26^ pCt. gestegen, en alzoo op het
punt van te kristalliseren; en verwachtte men bij voortdurend
gunstig weder geen minderen oogst dan die van het jaar
1830, toen men 274,000 vaten zout inzamelde. - Op het
Fransche gedeelte waren 12,000 vaten geoogst, waarvan
een derde gedeelte onmiddelijk verkocht en ingescheept was."
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Vrij
dag des namiddags te 5 uur 5 8°, des avonds te 8 uur 53°,
te 10 uur 49°. Zaturdag morgen te 5 uur 46°, te 8 uur
55°, te 12 uur 69°, 's namiddags te 4 uur 71°.
Eerlang zal een wetenschappelijke expeditiebestaande
uit den heer de Sauleyden abt Michon en den heer Salz-
mann, naar Palestina vertrekken, om op nieuw de gedenk-
teekenen te onderzoeken van het Salomonisch tijdperk. De
Keizerin heeft den heer de Sauley gemagtigdom aan de
bewoners van Jeruzalem haar bezoek tegen October van het
volgende jaar aantekondigen.