Binnenlandsch Nieuws. perkten invloed en handen vol werka heeftom toetezien dat er niet gebaggerdde straat niet verontreinigdgeen kleed buiten den bepaalden tijd uitklopt of wat al niet ver boden is, verrigt wordt. Z. M. heeft benoemd tot kantonrechter te Veghel Mr. J. F. Coolenthans rechtersplaatsv. en advocaat te Eindhovenen bevorderd tot officier van gezondheid der 2de klasse bij de zeemagt die van de 3de klasse J. J. B. Vermijne. Naar men verneemt, is de kapitein der infanterie J. C. J. Kempees van de Koninklijke Militaire Academie te Bredadaarbij belast geworden met de functie van Lector der lsté klasse in de Wis- en Natuurkunde. De audientiën van den Minister van Binnenl. Zaken op 1 Augustus en van Oorlog op 4 Augustus zullen geen plaats hebben. Behalve de reeds medegedeelde namen der kweeke- lingen voor de landmagt, die met 1°. September aanstaande op de kweekschool voor militaire geneeskundigen te Utrecht zijn geplaatst, zijn de volgende als kweekelingen voor de zeemagt en koloniën aangenomen, als: Numans, Vechtman, van Hattem, van MinkelenPiekema van der Eist, van Bijnberk, de Graaf, de Boer, de Haart, Hulst, Ament, Pietersvan der StokSchoondermark en Boessing van Iterson. Even als ten vorige jare zijn dezer dagen de chefs van de verschillende inf.-reg. door het Dep. van Oorlog gemagtigd aan zoodanige bij hunne corpsen dienende kor poraals of korporaals-titulair, die door een flink militair ge drag en wijze van dienen en van wie het te verwachten is dat zij later tot het officiers-examen zullen kunnen worden toegelatenden titulairen graa4 van sergeant te verleenen zal het getal van 18 niet mogen worden overschreden. De onderteekenaars van het aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal uit Petersburg ingediende adres hebben een woord van terechtwijzing gerigt aan allendie hun be doeling in het belang der Polen hebben miskend. Zij geven als hunne overtuiging te kennendat de bedoelingen van Keizer Alexander niet worden erkend of begrependat men over het algemeen buiten Busland weinig bekend met den tegenwoordigenvooringenomen door herinnering aan den vroegeren toestand isdat van de leiders van dezen opstand geen heil voor Polen is te wachten en die leiders niet weinig worden gesteund door den waan op buitenlandsche hulp. Woensdag avond had te Arnhem een allertreurigste gebeurtenis plaats. Sedert jaren woonde in genoemde stad met zijn echtgenoote de heer M. C. Sommerset Lee, gepen sioneerd kolonel in Engelsche dienst, in welke hij, zoowel in Spanje en bij Waterloo, als later in Britsch-Indiëzich op de uitstekendste wijze als dapper en bekwaam militair onderscheidde. Later in Dusseldorf gehuwdhad hij zich te Arnhem met zijn echtgenoote met der woon gevestigd en leefde, ondanks zijn enorm fortuin en aanzienlijke afkomst, daar stileenvoudig en gelukkigvroeger op de Bergstraat en thans in de Hommelstraat. In de laatste twee jaren was echter zijn leven minder kalm. Een nieuwe buur, de heer v. D. F., gepensioneerd kapitein der infanterie, was met zijn echtgenoote daarvan de oorzaak. Sedert zij4 het huis naast de woning van den heer Lee betrokken hebben, ontstonden er bijna dagelijks grootere of kleinere geschillenen naar men verzekertgaven de nieuwe buren en voornamelijk mevrouw F., daartoe door allerlei plagerijen aanleiding. Beeds herhaaldelijk had de heer Lee daarover luide geklaagd, zelfs eenmaal een klagte bij de politie ingediend, doch die later weder ingetrokkenuit vrees dat die plagerijen anders nog zouden toenemen, hetgeen desniettegenstaande toch het geval was. Woensdag zijn echter die plagerijen tot feitelijkheden over gegaan. De heer Lee, die in den laatsten tijd bijna aan houdend ziek was, had de gewoonte een middagslaapje te houdenen liet dan de gordijnen van zijn slaapvertrek val len. Werd dit door de buren gezien, dan werd nu en dan door hen hevig met de pomp geslagenzóó zelfsdat voor den heer Lee alle rust onmogelijk werd. Dit geschiedde nu Woensdag ook, waarop de heer Lee zich naar den tuin be gaf. Toen hij de deur opendedie tot den voor beide hui zen gemeenschappelijken pomp voert, vond hij daar de echt- genooten F. Op zijn verzoek om het pompen en het plagen te stakenkreeg hij een scherp antwoordwaarop een hevige woordentwist ontstond, en het aan jouwen en schelden niet ontbrak. De echtgenooten F. begaven zich zelfs in den tuin van L. en volgens diens verklaring moet F., toen L. zich verzetten wilde tegen dat binnendringen in zijn tuin, dezen hebben aangevallen en met een mes een snede over den arm hebben gegeven. Hoewel gewond, wilde L. zich daarop verwijderen, doch toen moet hij volgens zijn verklaring door mevrouw F. bij den hals gegrepen en op den grond gewor pen zijn. Hoewel de heer Lee van een zachtaardig karakter isontstak hij door dien aanval in zoo hevige woededat hij - men weet niet met zekerheid van waar - een mes greep en daarmede den heer F. aanviel en hem verscheidene doodelijke wonden in hals, borst en buik toebragtwaaraan deze dan ook, ondanks oogenblikkelijk aangewend heelkun dige hulp, twee uren later is bezweken. Ook mevrouw F., die haren man te hulp kwamontving een wonde in den rug en in de hand. De heer Hoogbruincommissaris van politieen de bri gadier-majoor Spoelder waren spoedig tegenwoordig, stelden terstond een onderzoek inen bragten den heer Lee in een rijtuig naar het huis van arrest over. Den zelfden avond is het lijk van den heer F. naar het ziekenhuis overgebragt, alwaar het Donderdag morgen in tegenwoordigheid van den heer Lee gerechtelijk is geschouwd. Daarbij is geblekendat de wonden toegebragt zijn met een kracht, welke alleen te verklaren is uit de woede waarin de zwakke, ziekelijke 71jarige grijsaard heeft verkeerd. Algemeen is men met het lot van den ongelukkige, die reeds herhaaldelijk verklaard heeft het te betreuren dat hij zich door zijn drift dermate liet vervoerenen dat de heer F. en niet hij het leven had verloren. Naar men verneemt, hebben er Zondag middag op het fort Loevestein groote baldadigheden plaats gehad. Twee soldaten van het 5de regement infanterie, aldaar gedeta cheerd, en in verregaande staat van dronkenschap verkee- rende, pleegden allerhande gruwelen aan een aldaar aange spoeld lijk, dat sedert negen weken vermist was. Om een en ander werden zij in arrest genomen.doch verzetten zich daarbij in die mate, dat een van hen zich niet ontzag om gewelddadigheden uitteoefenenals het toebrengen van slagen aan den detachements-kommandant enz. Een aldaar wonend gepensioneerd onderofficier werd, daarbij in drift ontstoken zoodanig door een beroerte getroffendat hij aan de gevol gen reeds is overleden. "Volgens het provinciaal verslag van Noord-Brabant, werden in 1862 ruim één millioen kannen bier gebrouwen te 's Hertogenbosch en een millioen paren schoenen en laarzen te Heusden gemaakt, hoofdzakelijk voor de provinciën Noord en Zuid-Holland. Als een voorbeeld van buitengewone groeikracht meldt men uit Gorinchemdat een stuk land even buiten de stad op het weischildtoebehoorende aan den heer J. Everwijn predikant te Dalem, groot 2 bunders 70 roeden, zijnde nieuw land, dragende de 10de schoof zonder mest, heeft opgeleverd 131 mud en 70 kop koolzaad, welke verkocht is voor 13,75 het mud. Uit Langerak bezuiden de Lek wordt als een bijzon derheid gemeld, dat op de hofstede Langestein aldaar een krieken boom staat, naar gissing circa 100 jaar oud, heb bende deszelfs gewaai een omvang van circa 56 strekkende ellen, welke boom dit saizoen heeft opgeleverd 32 bennen of ongeveer 400 Nederl. pond krieken en nog fleurig is en groeijend. Uit 's Bosch wordt gemeld, dat Z. D. H. Mgr. Zwij- sen dagelijks in krachten toeneemt en reeds eenigen tijd in den tuin gewandeld heeft. Monseigneur Zwijsenaartsbisschop van Utrecht, heeft Woensdag, na zijn gelukkige herstelling, Tilburg bezocht. Naauwelijks was Dingsdag middag zijn voornemen in ge noemde stad bekendof alles was in de weer om den bis schop op een plegtige wijze te ontvangen. Op verschillende punten waar hij passeren moest, werden prachtige eerbogen met toepasselijke inscriptiën opgerigt, guirlandes aangebragt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1863 | | pagina 2