ionplaats Oud-Beijerland en mitsdien ambtenaar van het Open baar Ministerie bij het kantongerecht aldaar, weshalve door den Ed. Achtb. heer officier voormeld - waarschijnlijk - zoo wel de plainte als andere daarop betrekkelijke stukken reeds zullen opgezonden zijn aan den Ed. Achtb. heer Procureur- Generaal bij bovengenoemd Provinciaal Gerechtshof. In de jongst verschenen aflevering van het Nationaal Museum vindt men het vervolg van een breedvoerig artikel over de geschiedenis des handels van Amsterdam, dat in de tegenwoordige oogenblikken met het oog op de voorgenomene doorgraving van Hollandbijzonder de aandacht verdient Onder anderen wordt daarin de scheepvaart van Amsterdam eerst van 1813 tot 1830 en vervolgens tot den tegenwoordi- gen tijd nagegaan. Uit tabellen wegens die scheepvaart van 1846—1861 blijkt; Wat aangaat de inklaringen, 1°. dat, wat de inklaringen in ballast betreft, deze noch bij de Nederlandsche vlagnoch bij de gezamenlijke andere vlaggenaanzienlijk mag heeten en gaandeweg zelfs nog verminderd is; 2°. dat, wat betreft de inklaringen van geladen schepen onder Nederlandsche vlag, deze, in dit zestienjarig tijdvak voor de schepen zijn afgeno men met 176, doch wat den tonnen-inhoud aangaat vermeer derd met 37,597 ton; 3°. dat het maximum van den inhoud onder Ned. vlag is geweest in 1857 te weten 240,272 ton, het minimum, in 1851, nl. 171,094 ton; doch dat sedert het maximum weder een terugval plaats had; 4°. dat, wat aanbe langt het gezamenlijk getal geladen schepen, dit in 1861 860 minder was dan in 1846, en de tonnen-inhoud slechts 13,926 ton meerder; 5°. dat het maximum van den gezamenlijken inhoud voorkomt in 1847 met 442,123 ton, het minimum in 1848, met 227,326 ton, hetgeen zeker een gevolg van de staatkundige gebeurtenissen buiten 's lands was, dat in de jongste drie jaren er een neiging tot rijzing plaats heeftdoch xooals wij gezien hebbenniet in groote mate vergeleken met het begin van dit tijdperk. En wat betreft de uitklaringen 1°. dat het aantal van de schepen in ballast veel aanzienlijker is dan bij de inklaringen zóo'vtel bij de schepen onder Nederlandsche vlag als bij die onder de vlaggen te zamen 2°. datwat betreft de geladen schepen onder Nederl. vlag, er in 1861vergeleken met 1846, een vermeerdering plaats heeft van 158 schepen en 78,788 ton nen3°. dat het maximum van den inhoud werd bereikt in 1861, met 221,067 ton, het minimum zich opdoet in 1847, nl. met 115,810 ton; 4°. dat, wat aangaat de geladen schepen onder alle vlaggen het getal schepen in 1861 231 minder was dan in 1846, maar de scheepsruimte 61,953 ton meer bedroeg; 5°. dat het maximum van den inhoud der geladen schepen werd bereikt in 1857 te weten 308,304 ton, het minimum zich vertoonde in 1847, nl. 194,903 ton, en 6°. dat het maximum van den inhoud der schepen in ballast voor kwam in 1847, nl. 228,064 ton, en het minimum in 1854, nl. 93,562 ton. Te Amsterdam is vrij algemeen het gerucht verspreid, dat van de zijde van den heer Rotschild te Parijs een derde credietin- 8telling zou tot stand komen met een kapitaal van 100 millioen. Een paar jaar geleden ontdekte een timmerman te Heede een bijenzwerm, die zich genesteld had in een spechtgat, on geveer vijftien voeten boven den beganen grond. Vruchteloos wendde hij herhaalde pogingen aan om den zwerm uit zijn schuilplaats te verdrijven, tot hij eindelijk de hoop opgaf zich daarvan meester te maken. De bijen bleven dus ongestoord in den boom wonen. In het begin dezes jaars werd bovenbe doelde boom omgehouwen en nu moest natuurlijk ook de zwerm uit zijn hooge schuilplaats nederdalen. Het stuk van den stam waarin de zwerm zich bevindt, hoog p. m. 1 Ned. el en in doorsnede 0,45 el, is thans geplaatst in den tuin van de her berg de Vald aldaar. De bijen hebben ook nu hun oud ver blijf niet verlaten en zijn thans ijverig in de weer, om de bij hunne verplaatsing geledene schade in hunne woning te her stellen. Dr. A. Capadose van 's Gravenhage heeft met zijn echt- genoote in de gevangenis te Malaga bezocht de familie Mata- raoros, en in een openbaar gemaakten brief de ontmoetingen medegedeeld, die hij had in die Spaansche stad met allen die zich aan den i va-'gelDcben zendeling Antonio Marian, hebben aangesloten en omtrent wier lot weldra de Spaansche rechtbank uitspraak zal doentenzij de Koningin de straf vernietigt of verzacht op aandrang der christenendie zich daarvoor tot haar hebben gewend. De kinderen van Matamoros zijn reeds te Londen aangekomen en werden Zaturdag te Alkmaar ver wacht. Beroepen bij de Hervormde gemeente te Harderwijk Ds. N. Osti te Delftshaven. Met Donderdag den laatsten dezer maand houdt binnen Leiden op de heffing der plaatselijke belastingen op de turf, de steenkolen en het brandhout. Wij bevelen nu zeer aan te letten op den invloed dien de afschaffing hebben zal op de prijs der brandstoffen, behalve het bedrag der belasting, die daarvan niet meer geheven wordt. Die invloed zou grooter zijn, als ook de tegenwoordige minister van Finantien zoo getrouw was geweest aan zijn belofte, om de rijksaccijns afte- schaffenmaar de Arnhemsche Courant heeft er onlangs nog aan herinnerd, dat die afschaffing vóór I April 1863 wel was beloofd, maar niet heeft plaats gehad. Wij voegen er bij bui ten schuld van de Staten-Generaaldie er geen wetsontwerp toe ter goedkeuring ontvingen. In deze week wordt weder de Zwem- en Badinrigting van den heer Rutgers geopend en de aankondiging der opening van het badsaisoen schijnt ons toe voor zeer velen aangenaam te zijn, in de hoop, dat het weder, meer en meer, een gezet gebruik van die uitstekende inrigting verder begunstigen zal. De heer Rutgers zal moeten erkennen dat zijn onderneming door de Leidenaars wel wordt gewaardeerd, ofschoon er nog altijd velen ontbreken die hun belang daarin nog niet recht doorzien en doen blijken. Maar ook de heer Rutgers doet van zijne zijde veel, ja al wat in zijn vermogen is en zijn gevoel voor smaak hem aan de hand geeft, om het den bezoekers van Rhijnzigt aangenaam en geriefelijk te maken. Heden Maandag morgen omstreeks negen uur viel voor de R. C. Kerk op het Steenschuur een meisje van elf jaar in het water. De gemeente-veldwachter van Leiderdorp van Stra ten, aldaar zich bevindende, schoon niet kunnende zwemmen begaf zich dadelijk te water en het mogt hem gelukken bet kind te redden van een wissen dood. Bij de talrijke verhuizingen die in de maand Mei ge woonlijk plaats hebben, is het nuttig te herinneren aan de wettelijke verpligtingen tot het doen van aangifte op het bureau van den burgerlijken stand, van alle verwisseling van woning zoowel binnen de gemeente als van en naar elders. Evenzeer rust die verpligting bij het verwisselen van dienstboden op de hoofden der gezinnen wier dienst zij verlaten of in wier dienst zij treden. Door den Gouv.-Generaal van Neerl. Indie is o. a. benoemd tot griffier bij den ommegaanden rechter in de derde afd. op Java Mr. J. G. F. Timmermans. Onze voormalige stadgenoot Dr. S. F. Groen schrijft in de maand Februarij 11. uit Singapore het volgende: fhier in de vrijhaven van Singapore, kan men de voordeelen van vrijheid en te Batavia de nadeelen van allerlei belemmeringen op het stuk van den handel leeren kennen, want het is groo- tendeels ten onzen koste dat Singapore een wereldmarkt is. Geen in-, noch uitklaren noch in- en uitgaande rechten te Singaporeniets van al dien omslagvan dat geschrijf en ge wrijf, die onkosten en formaliteitenwelke zoo ligt door on wetenden worden overtreden en hen spoedig verjagen naar andere oorden. Daarom schrijft Crawfurd de mindere ontwik keling of betrekkelijke achteruitgang van Batavia als handels stad toe aan de commercial policy infavourable to the deve- loppement of industry. Uit alle hoeken van onzen Archipel stroomen groote en kleine vaartuigen met voorbijgang onzer havens naar Singapore. En geen wonder: daar vindt men een wel voorziene markt, de meeste koopers en verkoopers, ner gens koopt men goedkooper en verkoopt men duurder, indi- sche waren zoo wel als europesche nergens geschiedt de in- en ontscheping vlugger, immers zijt gij ontslagen van alle tijd en geldroovende formaliteiten." De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Zatur dag des namiddags te 5 uur 52®, des avonds te 8 uur 50", te 10 uur 48". Zondag morgen te 5 uur 48°, te 8 uur 52°, te 12 uur 58°, 's namiddags te 4 uur 54°, te 5 uur 52°,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1863 | | pagina 2