i\°. 967. Vrijdag 17 April. Wat Is Waarheid! LEIDSCH üeze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kust voor Leiden 1.95, en franco per post 2.80 in de drie maanden. Afzonderlijke Mom- mers Vijf Cents. Prijs der Advertentiëu 1-6 regels 0.75. Iedere regel meer 12J Cts. Geboorte-, hu welijks- en doodberigten vau 1-4 regels 0.90. Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts. Spoortreinen van Leiden naar Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 5 m.; 12 u. 58 in.; 6 u. 9 m. en 9 u. 19 m.; naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 51 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 53 m. en 9 u. 14 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige dagen uitgezonderd de Zondag 5 u.; vaa Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden, dagelijks uitgezonderd de Zondag 3 u. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 's morgens te 8 u.; '«middag# te 12 u., 's namiddags te 3 u. 45 m. 'savonda te 8 u. 15 m. Oost-Indisohe Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triëst, 7 en 23; over Marseille, 9, 16 en 25 van elke maand. Rijks-Telegraaf. Dagelijks geopend van 8 uur 's m. tot 9 uur 's av. Spoorweg-Tolegraaf dagelijks vau 8 uur 's m. tot 9 u, 30 m. av. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaald? tijden. - Burgemeester en IPethouders, Maandag en Donderdag te 11 uur. Commissie van FabricageWoensdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur. - President der Commissie van Fabricage des Zaturdags van 111 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesauriedagelijks van 102 uur. - De Gemeente- Architect is U spreken op het Raadhuis, eiken werkdag van morgens 12 1 uur. Kantoor der Plaatselijke Aooijnsen, dagelijks van 81 uur en van 36 uur; der In* en Uitgaande Rechten en Aooijnsau dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van '«Rijk# Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 uur. van Zegel, Registratie dagelijks van 84; van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur. VI. De Kerkeraad geeft op de laatste vraag: wat is dan op dit oogenblik te weaschen? een kort antwoord, waarmede wij ons volkomen kunnen vereenigen, behoudens een kleine bijvoeging «aller belang eischt dringend een spoedig einde van de zaak" en wij wenschen ook een goed einde. Velen zijn het eens dat de zaak niet vatbaar is voor een afdoende beslissing bij de burgerlijke rechtbank, al slaat men den weg in bij art, 329 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering aangewezen, want laat de wet wel toe, dat het geschil bij compromis ar bitrage of dading wordt beëindigd of bij prorogatie van recht spraak bij het provinciaal gerechtshof wordt aanhangig gemaakt? Er zijn kundige rechtsgeleerden, die in de artt. 620 en 621 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering en in art. 1889 van het Burgerlijk Wetboek daarvoor een beletsel zieu zoodat de weg bij art. 329 vau het Wetboek vau burgerlijke rechtsvordering bedoeld niet kan bewandeld worden. Bovendien hangt van de strijdende partijen zelf veel af, of zij de be slissing der zaak naar haar vermogen willen bespoedigen of vertragen, en in dat opzigt schijnen Prof. Stuffken c. s. ons niet zoo voortvarend toe. Immers de Kerkeraad meende, dat het proces zoo lang moest duren, omdat de Gemeente-Com missie van 1809 voeging had gevraagd. De Advocaat van der Linden heeft nu onlangs verklaard dat het konmaar niet behoefde lang te duren. Zijn wij wel onderrigt, dan is de voe ging gevraagd op 24 Maart jl.de leden der oude Gemeente- Commissie hebben daarop reeds geantwoord, maar die van de nieuwe Commissie? zij deden in die drie weken niets. Of het zoodoende ook lang zou kunnen duren Maar, wij kunnen niet aannemen, dat er partijen zijn, die voor den rechter moeten verschijnenom hun geschil te be slissen dat er twistenden zijndie vrijelijk de rust en de orde mogen storenals er een gemeente bevoegd isuit baar midden te verwijderen allendie twist en krakeel verwekken. De Leidsche Kerkeraad schijnt op de gemeente het bekende fransche spreekwoord te willen Aoepassen«wij beslissen voor U, over U, maar zonder 0." Maar neen, de Kerkeraad heeft blijken gegevendat hij het recht der gemeente erkent. In die erkenning ligt het middelom een goed antwoord te geven op de vraag: hoe komt men aan een spoedig en goed einde? Op bladz. 3de 5 onderste regels van den Kerkeraadsbrief kan men lezen, dat de Kerkeraad zich heeft beijverd, om de gemeenteleden te overtuigen «dat het koninklijk besluit niet anders bedoelt dan handhaving van het recht der gemeente, om geheel vrij over de regeling van hare stoffelijke belangen te beschikken." 't Zal wel de bedoeling zijn, dat de gemeente al wat hare belangen betreftniet alleen van geldelijk beheer maar ook van huishoudelijk bestuur en inwendige regeling, vrijelijk kan organiseren. En daarmede zijn wij het volkomen eens. De Koning heeft in 1816 de Nederlandsche Hervormde kerk georganiseerd en op grond daarvan provinciale regie» meuten, op het beheer der kerkelijke fondsen vastgesteld en voor Leiden in het jaar 1820 een bepaalde uitzondering gemaakt; maar sedert het jaar 1848 moeten die Koninklijke besluiten buiten werking komen en heeft elke godsdienstige gezindheid het recht haar reglement te maken en die krachtens de wetregelende liet Staatstoezigt op de kerkgenootschappen aan den Koning intedienenter verkrijging van goedkeuring op al die bepalingen, waarhij de medewerking vau het Staats gezag wordt geëischt. Op dat beginsel rust de handeling om een nieuwe regeling te verkrijgen op het beheer der kerkelijke fondsen van de Nederduitsche Hervormde gemeente; een han deling, die we in der tijd uit eigene ervaring hebben beoor deeld en die zeer te recht met groote onverschilligheid van de zijde der gemeente is bejegend, omdat zij in haar vorm zoowel als in haar aanleiding geen weerklank vinden kon in de consciëntie der gemeente. De Kerkeraad speelde daarbij een weinig over-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1863 | | pagina 1