i\°. 954. Woensdag I April. A0. 1868. A® Philanthropic en Nijverheid. Binnenlandsch Nieuws. LEIBSCH DAGBLAD Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden ƒ1.95, en franco per post ƒ2.80 in de drie maanden. Afzonderlijke Noro- mers Vijf Cents. Prijs der Advertentiën 1-6 regels 0.76 Iedere regel meer 12 J Cts. Geboorte-, hu welijks- en doodberigten van 1-4 regels ƒ0.90. Tedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen vau genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 5 m.; 12 n. 68 ra.; 6 u. 9 m. en 9 u. 19 m.; naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 51 m.; 1 u. 3 in.; 4 u. 53 in. en 9 u. 14 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige dagen uitgezonderd de Zondag 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden, dagelijks uitgezonderd de Zondag 3 u. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 's morgens te 8 u.; 's middags te 12 u., 's uamiddags te 3 u. 45 m. 'savonds te 8 u. 15 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 eu 17; over Triest, 7 en 23over Marseille, 9, 16 en 25 van elke maand. Rijks-Telegraaf. Dagelijks geopend van 8 uur 's m. tot 9 uur 'sav. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 8 uur 's ra. tot 9 u. 30 ra. av. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandagen Donderdag te 11 uur. Commissie van FabricageWoensdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur. - President der Commissie van Fabricage des Zaturdags van 111 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesaurie, dagelijks van 102 uur. - De Gemeente- Architect is te spreken op het Raadhuis, eiken werkdag van 's morgens 12 1 uur. Kantoor der Plaatselijke Accijnzen, dagelijks van 8 1 uur eu vau 3—6 uur; der In- en Uitgaande Reohten en Acoijnsen dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 uur. van Zegel, Registratie dagelijks van 84; van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur. II. Maar is dat dan alles waarheidwat de heer Crémer gezegd heeft, ten laste van hen, die door hunne kapitalen te beleg gen in industrieele zaken, als het ware den werkenden stand doen leven en tieren? Of zou de heer Cremer, wij miskennen zijn //goede bedoelingen" nietvoor zijn schetsenniet wat al te zwart krijtvoor zijn kleurenniet wat al te uitstekende tinten hebben gekozen? Of zoo hij ze zelve niet heeft geko zen, maar gekregen van een leverancier, niet wat al te sterk vertrouwd hebben op de rechte kennis en wetenschap van de zen? Wij betwijfelen het, of de heer Cremer zelf wel genoeg zaam onderzoek gedaan heeft. Wij meenen zulk eenwaarbij men niet gaat aan de hand van een' eenzijdigenen daarom partijdigen mentormaar waarbij men de individuen zelve laat sprekenen dan oordeelt en veroordeelt. Ware dit het gevaldan zou hij ondervonden hebben dat door andere oorzaken er ligcha- melijk en zedelijk gemoord wordten dat niet de fabrijken zijn de bakermatten van ontucht, noch de fabrijkanten de handlangers of beulen van die schoone vrouw die hij de concurrentie noemt. De philanthropic wenscht niets liever, dan dat er, even als in andere landeneen wet worde uitgevaardigdwaarbij be paald wordt, dat het werken der kinderen op de fabrijken zoo al niet geheel verboden, dan ten minste beperkt worde. En waarom? 1°. Omdat zij van oordeel is, dat die kinderen te weinig in de gelegenheid zijnof daarin niet gesteld worden om gebruik te maken van het onderwijs. En 2°. Dat het wer ken op de fabrijken niet alleen hunnen geest verstompthen doet aanleeren van alle mogelijke onzedelijkheid en onbeschaafd heid, maar ook hunne ligchaamsbouw en physieke krachten door overmatige en hunne kleine krachten te bovengaande werk zaamheden die men onmenschelijk hun oplegtworden onder drukt. Gaarne, doch niet in haar geheel, toestemmende de wettigheid van de eerste redenmoet men vragenof men bepaalden grond heeft voor de tweede? Natuurlijk antwoordt men//Immers van jaren her zijn de fabrijken de bakermatten geweest van onzedelijkheid en ontucht! De losbandigheid en brooddronkenheid bij velen vinden immer daaruit haren oor sprong! Het is op bet gelaat der kinderen te lezen, en aan hunnen ligchaamsbouw te zien, dat hunne natuur door be domptheid in de fabrijkenen voor hen te zwaren arbeid on derdrukt wordt!" En waar is het einde voor al zulke drog redenen die gemakkelijker te zeggen dan te bevestigen zijn. Deed men onderzoekdan zou men gewaar wordendat er op geen plaats meerdan in de fabrijkengelet wordt op orde tucht en zedelijkheiden dat door voortdurenden arbeidge- evenredigd naar hunne krachtenzij het meest belet worden tot zamenspreking of het aanleeren van onhebbelijkheden. Dat men op de fabrijken geen klagten en zuchten zal hooren over zwaren arbeidmaar wel van het begin tot het einde van den werktijd een vrolijk zingenals een bewijs van het genoeglijk volbrengen van de opgelegde taak. Dan zou men vernemen dat zij de fabrijk meer als hun te-huis waarderen. Ontzegt men den fabrijkanten menschelijkheiden beschouwt men die kinderen als het middel hunner broodwinning, als tanden in het rad hunner bedrijvigheid, welnu, hoe dan nog zoo onzin nig gedacht over de fabrijkanten dat zij in hun eigen belang niet eens die middelen zouden ontzien, die tanden niet glad en deugdzaam zouden houden Ging men onderzoeken dan zou men te weten komendat de fabrijkanten zeiven er op gesteld zijndatten koste van loon en werktijdde kinderen de fabrijken verlaten, om de scholen te bezoeken. Hoe op sommige fabrijken strafbepalingen bestaan voor degenen, die de scholen verzuimen. Hoe men weer op anderen kosteloos onderrigt laat geven, en hetgeen hun noodig is. Z. M. heeft aan Mr. D. A. Graaf van Limburg Stirum wegens verandering van woonplaats eervol ontslag verleend alt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1863 | | pagina 1