N°. 944. Vrijdag 20 Maart. A°. Wat is Waarheid? II. Waaruit i9 het geschil ontstaan? Het onpartijdig onderzoek naar de oorzaken is van groot belangomdat de keuze der middelen en wegen lot vereffening daarvan evenzeer afhangt en opdat het oordeel juist zij of men op een goeden weg zich bevindt, die tot het ware doel leidt. De Kerkeraad noemt de voorstelling in den brief der Gemeente-Commissie onnaauw- keurig en verder zeer onvolledig; wij achten dat oordeel on juist en passen dat veeleer op den Kerkeraadsbrief toe, In dien brief toch wordt het geschil gezegd te loopen over de herziening van het reglement van 1809, zonder dat ge waagd wordt van de aanleiding tot het verlangen naar die herziening. Dat het beheer der kerkelijke fondsen van de Her vormde gemeenten in ons Vaderland een nieuwe zelfstandige regeling behoeft, die rust op bet beginsel der scheiding van Kerk en Staat, wordt thans door slechts weinigen betwijfeld. Maar dat kan en mag geen grond geven tot een geschil op kerkelijk gebied en zou hoogst genomen een grief tegen de Landsregering kunnen zijndie tot nog toe zich heeft voor behouden een recht van toezigt, en immers de bevoegdheid der Synode, tot het vaststellen van bepalingen omtrent de ad ministratie der bijzondere kerkelijke fondsen niet heeft erkend. Zulk een herziening heeft dan ook tot nog toe bij geene enkele gemeente dan bij de Hervormde gemeente te Leiden, of liever bij haar Kerkeraad, zóó de hartstogten opgewekt, dat er twisten wanorde door in de gemeente is ontstaan. Overal wacht men geduldig af, dat de Regering de banden losmaaktdie de Her vormde kerk tot nog toe, ofschoon slechts in haar eigen be lang, aan den Staat verbindt. Een door 's Konings Minister benoemde commissie, waarin Prof. Prins zitting had, werd belast met de taak van het ontwerpen van een nieuw regle ment, terwijl intusschen overal tot bevordering van orde met stiptheid werden opgevolgd de bestaande verordeningen op het beheer der kerkelijke fondsenvervat in de door den Koning vastgestelde provinciale reglementen waaronder ook het Leidsch reglement van 1809 begrepen is, hetgeen we later zullen bewijzen. Er is niemand binnen of buiten Leidendie zou Icunueu of willen gelooven, dat de eisch tot herziening van dat regle ment aan de eene, des Kerkeraads, zijde, en de weigering van de Gemeente-Commissie om daartoe medetewerken aan de an dere zijde, het geschil hebben doen ontstaan. Was het zoo, het ongelijk was reeds aan de zijde des Kerkeraadsomdat die volstrekt onbevoegd is zich daarmede intelaten en veeleer ver- pligt zich te houden binnen de perkenbij art. 13 van het Algemeene Reglement voor de Hervormde Kerk uitdrukkelijk aanbevolen: //de Kerkelijke besturen bepalen hunne werkzaam heden binnen de grenzen hunner bevoegdheid, zoodat zij niets behandelen wat uitsluitend tot den werkkring van een ander collegie behoort." Ook op dit punt komen we later terug, om ons nu te bepalen tot het doen van twee vragen, die de ware oorzaken van het geschil beter, vollediger en juister doen kennen. Was niet de weigering van den Kerkeraad, om in 1853 den heer Bodel Nijenhuis aan de Gemeente voortestellen, de hoofdaanleiding P Sproot die weigering niet voort uit een onverdraagzamen geest des Kerkeraadsom ook uit den boezem der Gemeente-Com missie gelijk uit zijn midden mannen te weren, die niet dezelfde godsdienstige rigting volgden als toen in den Kerkeraad de overheerschende was, ofschoon, niettegenstaande, in weerwil zij boven anderen, die zitting hadden, waren onberispelijk in belijdenis en wandel? Laten wij het voor elkander niet verbloemengelijk de Gemeente-Commissie zeer terecht wijst op een strijd van meer dan 15 jaren; het geschil betreft een strijd van beginselen, die dieper ingrijpt in het hart der gemeente dan een bloot ver schil over de herziening van een reglementdat trouwens in onze tijd geen geschil meer isindien men slechts, gelijk men elders doet, zich houdt aan wet en orde. 't Baat niets, of men van den kansel het uitgalmt: 'Vreest niet, ik verkondig U. LEIDSW DAGBLAD. Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden 1.95en franco per post 2.80 ia de drie maanden. Afzonderlijke Nom- mers Vijf Cents. Prijs der Advertentien1-6 regels 0.76. Iedere regel meer 12}- Cts. Geboorte-, hu welijks- en doodberigten van 1-4 regels ƒ0.90. Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 5 m.; 12 u. 58 m.; 6 u. 9 m. en 9 u. 19 m.; naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 51 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 53 ra. en 9 u. 14 m. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 's morgens te 8 u.; 'smiddags te 12 u., 's namiddags te 3 u. 45 m. 'savonds te 8 u. 15 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triest, 7 en 23; over Marseille, 9, 16 en 25 van elke maand. Rijks-Telegraaf. Dagelijks geopend van 8 uur 's m. tot 9 uur 's av. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 8 uur 's m. tot 9 u. 30 m. av. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad, op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uur. Commissie van Fabricage, Woensdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur. - President der Commissie van Fabricage des Zaturdags van 111 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 10 4 uur. - Thesauriedagelijks van 102 nur. - De Gemeente-Architect is te spreken op het Raadhuis, eiken werkdag van 'smorgens 121 uur. Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Acoijnsen dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Direote Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 9—-2 uur. van Zegel, Registratie dagelijks van 84; van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1863 | | pagina 1