Buitenlandscli Nieuws. groot /"4014,0s, wegens de levering eeneï schilderijeü Van C. Wiener, groot f 12, wegens levering van medailles, wor den, na de afkondiging dezer wet, door de Algemeene Eeken kamer op art. 142 van het Vde hoofdstuk der Staatsbegroo- ting, dienst 1862, verevend." Men verneemtdat de Eaad van State dezer dagen ver schillende bezwaren heeft kenbaar gemaakt tegen het wetsont werp op de Indische comptabiliteit en tegen dat tot herziening der wet op het personeel. Eenige Fransche bladen hadden voorbarig het overlijden gemeld van den Graaf Bois-le-Comte. De flikkering van hoop, die zijne verwanten en vrienden hadden opgevat, is echter spoedig vervlogen. Die gewezen diplomaat en pair van Frank rijk ii den 13den dezer te Parijs gestorven. Men geeft zijner nagedachtenis den roem dat hij door zijn langdurige onder vinding en bekwaamheden een der uitstekendste vertegenwoor digers van de Fransche diplomatie geweest is. De hoofdcommissie tot oprigting van een nationaal ge- denkteeken voor November 1813 enz., heeft met dankbaarheid vermeld een gift van f 225 als een bijdrage van een aantal ambtenaren der directe belastingen enz., in de provincie Utrecht. Zaturdag heeft door heeren regenten van het St. Nico- laas gasthuis te 's Hagede aanbesteding plaats gehad van het verbouwen van dat gesticht. Daarvoor waren vijf inschrijvings- billetten ingekomen. De minste inschrijver was D. H. Kerling aldaar voor f 16,500. Door de Vereeniging tot verbetering van woningen voor de arbeidende klasse, te 's Gravenhageheeft de aanbesteding plaats gehad van het bouwen van twee en dertig arbeiders woningen, aan den stationsweg aldaar. De minste inschrijver was B. Berkhuizen B. Jz. aldaar voor f 29,480. Een schoenmaker op een der Zuid-Bevelandsche dorpen die zes vrouwen gehad en zich nu met een zevende verbonden had, liet dit laatste huwelijk kerkelijk inzegenen. Bij die ge legenheid nam de predikant tot grondslag zijner toespraak Job V vers 19. Beroepen tot predikant bij de Hervormde gemeente te Wólfaartsdijk Ds. W. J. Geselschap, thans te Heemstede en te Hijlaard Ds. J. Noordrink, thans te Garderen. Aangenomen het beroep naar Einsumageest door Ds. A. E. Kingmathans te Eeitsumdat naar Ooster- en Wester-Blokker door Ds. H. Prins de Jong, thans te Opperdoes en dat naar Driebergen door Ds. J. Westrik te Oosterbierum. In de Java-bode leest men het volgendeEen achter buurt van Batavia, kampong Doeri, wordt op dit oogenblik door twee tijgers onveilig gemaakt, die daar in het digt be" groeid terrein een veilige schuilplaats vinden. Men zal vallen plaatsen om ze op die wijze meester te wordenen als dit niet geluktzal men wel tot de verbranding van het struikgewas moeten overgaandaar er een jagt ondoenlijk is. Maar veel meer dan op deze tijgergeschiedenis is de aandacht hier geves tigd op hetgeen in Djokdjokarta tusschen den resident, den heer Brest van Kempen, en den militairen kommandant, den majoor de Klerkheeft plaats gehad. Wat de oorzaak van 't verschil is geweest, weten wij niet, maar wel dat de resident den majoor heeft uitgedaagden dit duel ongetwijfeld plaats gehad zou hebben indien anderen er zich niet mede hadden bemoeid, tengevolge waarvan de majoor per telegraaf huisarrest van generaal Andresen bekwam, en de resident, eveneens per telegraaf, naar Batavia werd ontbodenwaar de gouverneur- generaal hem over belangrijke zaken wenschte te spreken. Op Djokdja wordt de zaak door generaal Andresen onderzocht, en naar men zegt, zou de resident niet wel bij 't hoofd zijn. 't Is een zonderlinge geschiedenis, naar wier afloop men be langstellend uitziet. De Soerab. Courant meldt daaromtrent nog het volgende: Sedert de aankomst van den nieuwen militairen kommandant, den majoor de Klerk, die van zijn kollega, den majoor de Eouveroyhet kommandement overnamgreep tusschen de leden van de sociëteit een verdeeldheid plaats, welke kort daarop een scheuring tengevolge had. De officieren ledenals mede eenige burgers namen met den nieuwen kommandant aan 't hoofd hun ontslag uit de sociëteit, onder hen werd intus- schen beraadslaagd om een nieuwe sociëteit opterigten, met welk doel zij zich tot den resident wendden, om Z14EG. toe stemming daarvoor te erlangen. l)e resident weigerde zulks, welke weigering tusschen hem en den milit. kommandant on- eenigheid deed ontstaan. De verwijdering tusschen deze beide werd van dag tot dag erger, hetgeen de ingezetenen ongerust maakte voor de gevolgen, die deze verbittering kon te weeg brengen. Eenige ingezetenen, die de zaak goed inzagen en na gingen vreesden heimelijk voor een treurig uiteinde. Hun inzien werd in zoo verre bewaarheid daar het gerucht zich ver spreidde, dat de resident den mil. komm. zou uitgedaagd heb ben tot een tweegevecht. Dit gerucht bleek alras waarheid te zijn, waarom onmiddelijk alle mogelijke pogingen in 't werk werden gesteldom ZHEG. van voornemen te doen veranderen en tot een minnelijke schikking te brengen. Twee der geachtste ingezetenen der plaatsdie de door den resident gedane uitnoodi- ging om als sekondanten optetreden, van de hand hadden ge wezen, deden alles om het oogenblik van ontmoeting ten minste 24 uur te rekken. Intusschen werd den resident van Solo per telegraaf van het voorval kennis gegevenonverwijld begaf deze zich op reis naar Djokdjaom door zijn tusschenkomst te trachten het duel te voorkomen. De aangewende pogingen wa ren echter vruchteloos en meer dan ooit vreesde men dat een treffen de afloop zou zijn. Door eenige burgers werd daarop een telegrafisch berigt gezonden naar Samarang aan den gene raal majoor Andresen, die naar Djokdja vertrok; echter vóór zijn overkomst telegrafeerde deze den kommandant de Klerk, met last om zich dadelijk in arrest te stellen, in afwachting dat de generaal zou zijn aangekomen. Onder dit bedrijf ont ving de resident van Djokdja almede een telegrafisch berigt, inhoudende uitdrukkelijken last om zich onverwijld naar Ba tavia te begevendaar de gouverneur-generaal hem over be langrijke zaken te onderhouden had. De resident isdenl4den naar Batavia vertrokken onder uitgeleide van een achttal inge zetenen, die hem tot aan de grenzen hebben vergezeld. De generaal-majoor Andresen is thans alhier om het gebeurde te onderzoeken. 17 Januarij. Het volgende wordt van Djokjokarta ge meld: Men is hier tot de ontdekking gekomen dat gedurende vier a vijf maanden 's lands kas successievelijk voor belangrijke sommen is besloten gewordenzoo men zegt voor een bedrag van f 6020. Het misdrijf is gepleegd door Europesche militairen die de wacht hielden bij het geldkantoor; zij hebben zich den toegang tot de geldkist weten te verschaffen door middel van valsche sleutels en verdeelden het ontvreemde onder hen, eenige Chi nezen en inlanders. Door een der medepligtigen, in beschon ken toestand verkeerende, werd deze duistere zaak aan 't licht gebracht en wel in den nacht van 1 op 2 dezer, als wanneer de ingezetenen ter feestviering waren bijeengekomen en de dieven voor het laatst gebruik van de sleutels gemaakt hebben. De waarschijnlijk in den diefstal betrokken personen zijn in hechtenis genomen. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Zatur dag des namiddags te 5 uur 45°, des avonds te 8 uur 43°, te 10 uur 40". Zondag morgen te 5 uur 34°, te 8 uur 38", te 12 uur 45°, 's namiddags te 4 uur 45°, te 5 uur 43°, te 8 uur 42°, te 10 uur 40°. Maandag morgen te 5 uur 36°, te 8 uur 39°, te 12 uur 46°, 's namiddags te 4 uur 46°. Weder is er sprake van een door Keizerin Eugénie aan den Paus te brengen bezoekevenwel niet met Paschenmaar eerst in October, nadat H. M. alvorens een bedevaart naar Jeruzalem ondernomen zal hebben. Het domein van Chateau-Margauxeigendom van den heer Aguado, is door den heer Cahuzac, handelaar te Parijs voor 2,500,000 francs gekocht. De heer Aguado had in 1840 er 1,250,000 francs voor betaald. Het is bijna ongelooflijk op welk een groote schaal het nieuwe operagebouw te Parijs wordt opgerigt. Tot dusver zijn daaraan reeds zeven millioen francs besteed; en men berekent, dat nog-twintig millioen noodig zullen zijn, alhoewel de rege ring niet meer dan vijftien millioen beschikbaar heeft gesteld. De architect verzekert, dat de inwijding van het gebouw eerst over vier jaren plaats zal kunnen hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1863 | | pagina 2