N°. 932. Vrijdag 6 Maart. A°. 1863. X> r xe.Tifi-: X Binnenlandscli Nieuws. De audiëntie van den Minister van Binnenlandsche Za ken zal op Zaturdag aanstaande, den 7den Maart, niet plaats hebben. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft, bij missive van den 21sten Februarij N°. 279, den provinciale besturen te kennen gegeven, dat het noodig schijnt, om de heffing der begrafenisrechten op nieuw te regelen, vermits sedert de in diening der tot dusverre aanhangig gebleven des betreffende voorstellen veel tijds is verloopenzoodat het waarschijnlijk isdat de omstandighedenwaaronder die voorstellen zijn op gemaakt, voor andere hebben plaats gemaakten mitsdien verzocht de gemeentebesturen uittenoodigen tot het inzenden van nieuwe voorstellen ter voorschrevene zake. Dientengevolge zijn burgemeester en wethouders der gemeenten door wier gemeenteraden voorstellen tot heffing van begrafenisrechten zijn gedaan, welke tot dusverre aanhangig zijn gebleven, met mededeeling van het vorenstaande, verzocht, om de bedoelde heffing op nieuw bij den raad in overweging te brengen en tot een nadere regeling daarvanin verband met de thans bestaande omstandigheden te doen overgaan. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft bij missive van den 20sten Februarij N°. 60 aan de provinciale besturen verzocht, om uit aanmerking dat het geval zich meermalen heeft voorgedaandat het ter betere beoordeeling van den financieelen toestand eener gemeente wenschelijk scheen de begrooting van inkomsten en uitgaven dier gemeente bij de hand te hebben, aan de raden der gemeenten in dit gewest een exemplaar van de begrooting hunner gemeenten voor het dienstjaar 1863 optevragen, en die spoedig aan Zr. Excs. departement te doen toekomenterwijl door dien Minister voor volgende dienstjaren een exemplaar van de begrooting, in de maand Januarij van elk jaar wordt tegemoet gezien. Bij den Hoogen Baad (burgerlijke kamer) is heden be handeld de zaak nopens het hofje van Sion te Leiden. Regen ten van dat hofje haddenom bijzondere redeneneen zekere J. H. Wartjouw, die sedert Februarij 1859, als een der be woners van dat hofje door ben was aangenomen en gehuisvest, den 14den Julij daaropvolgende, blootelijk door middel der politie daaruit laten verwijderen zonder daartoe de rechterlijke magliging of tusschenkomst interoepen. Deswege werden zy door Wartjouw voor de rechtbank te Leiden gedagvaard, be werende hij, dat zij daardoor een onrechtmatige daad hadden gepleegdwaarvoor zij schadevergoeding verschuldigd waren. Die rechtbank vereenigde zich met dat gevoelen en veroor deelde bij vonnis van 23 April 1861, regenten tot schade vergoeding. Het Hof van Zuid-Holland echter besliste, bij arrest van 16 Junij 1862, dat het hofje van Sion was een aalmoeshuis en dus de opneming daarin en het verleenen van huisvesting enz. is een gratuite gift, uit gunst en als liefda digheid. Het oordeelde voorts dat de opgenomene in dat hofje zich moet onderwerpen aaD de regelen van orde en tucht en dat alleen regenten hebben te beoordeelen, of er redenen be staan om den opgenomene bet hofje te doen verlaten. Verder besliste het Hof, dat bij onwil om te vertrekken regenten bevoegd zijn om den opgenomene, door middel der politie, zonder rechterlijke tusschenkomst, uit zijn woning te doen zettenen verklaarde het mitsdien met vernietiging van het vonnis a quo den eischer niet-ontvankelijk in zijn primitive vordering. Tegen dit arrest werd door Wartjouw cassatie aan- geteekend, welke voorziening door den heer advokaat Mr. A. P. Th. Eijssell werd toegelicht, bewerende hij dat door het Hof waren geschonden en verkeerd toegepast de artt. 1401 1403, in verband met de artt. 624, 619 al. 3, 1777 en 1787 van het B. W., art. 73 der wet van 28 Junij 1854 (Staatsbl. N°. 100) in verband met de artt. 3 en 153 der Grondwet, art. 74 Burgerlyk wetboek en art. 184 van het Codé Pénal, door te homologeren de uitzetting via facti van den eischer, op last van en dus door de verweerders, uit het door hem bewoond afzonderlijk huis in het meergemelde hofje van Sion, zonder eenig gerechtelijk bevel of tusschenkomst gepleegd welke daad der verweerders integendeel moest zijn verklaard onrechtmatig en hen verpligtende tot schadevergoeding. Het provinciaal gerechtshof van Noord-Brabant heeft Dingsdag Mr. van Baerlepraktiserend advokaat te Breda in hooger beroep, ontslagen van alle rechtsvervolging, ter zake van de meermalen besproken en tegen hem ingebrachte aan- LEIDSGH DAGBLAD. üeze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en ko9t voor Leiden ƒ1.95, en franco per post 2.80 in de drie maanden. Afzonderlijke Nom- mers Vijf Cents. Prijs der Advertentiën1-6 regels 0.75 iedere regel meer 12£ Cts. Geboorte-, hu welijks- en doodberigten van 1-4 regels ƒ0.90 iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 85 Cts. Spoortreinen van Leiden naar 's GravenhageDelft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 5 m.; 12 u. 58 ra.; 6 a. 9 m. en 9 u. 19 m.; naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 51 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 53 m. en 9 u. 14 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige dagen uitgezonderd de Zondag 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden dagelijks uitgezonderd de Zondag 2 u. Poatbualigtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 's morgens te 8 u.; 's middags te 12 's namiddags te 3 u. 45 m. 'savonds te 8 u. 15 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triest, 7 en 23; over Marseille, 9 en 25; nog over Marseille 16 van elke maand, alsdan op het adres te plaatsen: Met de Fransche Pakketboot. Rijks -Telegraaf. Dagelijks geopend vau 8 uur 's m. tot 9 uur 's av. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 8 uur 's m. tot 9 u. 30 m. av. Zittingen van bet Gemeentebestuur. Gemeenteraad op oubepaalde tijden. - Burgemeester en Wethouders, Maandag en Donderdag te 11 uur. Commissie van FabricageWoensdag te 12 uur. - Burgemeester, dagelijks te 10 uur. - President der Commissie van Fabricage des Zaturdags van 11 1 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 10—4 uur. - Thesaurie, dagelijks van 102 uur. - De Gemeente-Architect is te spreken op het Raadhuis, eiken werkdag van 's morgens 12l uur. Kantoor der Plaatselijke Aocijnseu, dagelijks van 8l uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Accijnsen dagelijks van 91 uur en van 36 nur; van 'sRijks Direote Belastingen, Maandag, Diugsdag, Woeusdag en Donderdag van 92 uur. van Zegel, Registratie dagelijks vau 84; van de Hypotheken en het Kadaster, vau 9—4 uur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1863 | | pagina 1