Leydsche Spaarbank. Concert k la Strauss, Bijschrijving en Uitbetaling van Renten. Advertentiën. Een Kandidaat-Notaris te geven door de Muziek van het Regement Veld-Artillerie, Op WOENSDAG 25 FEBRUARIJ 1865, In de ütads-Qehoorzaal. Onlangs heeft de rechtbank van Turnhout een zekeren 3. veroordeeld, die ligtgeloovige menschen wonder slim wist opteligten. Hij schijnt na zijn veroordeeling de grenzen te zijn overgetrokken en in een der Noord-Brabantsche dorpen een nieuw slagtoffer te hebben gemaakt, waarvan de volgende bijzonderheden worden medegedeeld. Ka de dienst in de R. C. kerk met alle devotie te hebben bijgewoond en toen het volk de kerk verlaten had, stond S. vóór het altaar den trap met een koord aftemetenen schreef telkens den uitslag hiervan in cijfers op een stuk papier. De koster, die de kerk wilde sluiten, naderde hem en vroeg: .Mag ik van Mijnheer weten wat hij doet?" maar een lang- gerokken sstdeed hem zwijgen. Nadat S. een heele rij cijfers op het papier gekrabbeld had, rigtte hij zich tot den kcster en het slot van het gesprek wasdat de koster verzocht werd niets van dat alles aan den pastoor te zeggen. Maar de koster deed niets haastiger dan het den pastoor medetedeelendie onmiddelijk in de kerk kwam, om zelf te zien wat die raad selachtige vreemde heer, die zich zoo kalm en deftig aanstelde en zoo diepzinnig en grondig rekende en opschreef, wilde. S. wilde in den beginne geen woord zeggen, maar de pastoor drong er op aan iets te hooren en op belofte van geheim houding fluisterde S. den geestelijke indat zekere dame hem een tapijt voor zijn altaar wilde schenken en hem belast had de juiste grootte optenemen. De pastoor trok groote oogen opmaar waarom er aan te twijfelenhem was de dame be kend als een weldoenster van kerk en armen. 'S. werd ter maaltijd verzocht bij den pastoor, liet zich zeer goed ontha len, maar beschreef ook in alle bijzonderheden het te schenken tapijt in al zijn schoonheid en pracht. S. bleef er lang totdat de welwillende pastoor het rijtuig deed inspannen en met duizend vriendschapsbetuigingen vertrok S. daarmede; - maar de pastoor wacht nog altijd op het tapijt. In een Fransch dagblad wordt melding gemaakt van een toestel om klompen te makendie zeer gemakkelijk en vlug werkt. In één uur worden er 12 tot 24 paar klompen door die machine afgeleverd. Een vlijtig werkman heeft nooit meer dan 4 paar op één dag kunnen maken. OFFICIEEL NIEUWS. Burgemeester en Wethouders van Leiden doen te weten dat al degenen die genegen mogten zijn als vrijwilligers bij de nationale militie in dienst te tredenzich ten dien einde voor den laten Maart aanstaande ter gemeente-secretarie be- hooren aantemelden. De bepalingen der wet van den 19den Augustus 1861 (St.bl. N°. 72), betrekkelijk de nationale militie, zijn ten aanzien van de vrijwilligers by de militie de volgende: Art. 11. Om vrijwilliger bij de militie te zijn, moet men ongehuwd of kinderloos weduwnaar en ingezeten wezen, voorts ligchamelijk voor de dienst geschikt, ten minste 1,56 el lang, op den lsten Januarij van het jaar der optreding als vrijwilli- ger bet 20ste jaar ingetreden zijn en het 35ste jaar niet vol bracht hebbentot op het tijdstip der optreding aan zijn ver- pligtingen ten aanzien van de militie, zoo ver die te vervul len warenvoldaan en een goed zedelijk gedrag hebben geleid. Het bezit van die vereischtenmet uitzondering van de ligchamelijke geschiktheid en van de gevorderde leDgte, wordt bewezen door een getuigschrift van den Burgemeester der woonplaats. Art. 12. Hij die voor de militie is ingeschreven, wordt slechts als vrijwilliger toegelaten voor de gemeente, in welke hij ingesehreven is, tenzij hij geen verpligtingen ten aanzien van de militie meer te vervullen hebbe. HQ kan, heeft hij dit ontvangen, totdat zijn veertigste jaar volbracht is, als vrijwilliger bij de militie worden toe gelaten. En wordt wijders ter kennis van de belanghebbenden ge bracht, dat tot het opmaken van het getuigschrift, bedoeld bij opgenoemd Art. 11 der wet, dagelijks, uitgezonderd de Zondagvan des morgens 10 tot des namiddags 3 uur, ter secretarie dezer gemeente de gelegenheid bestaat. Gewezen vonnissen in strafzaken door het kantongerecht te Leiden op den 16den February 1863. 7 wegens op de openbare straat zich in staat van kennelijke dronkenschap te vertoonen. 1 wegens vuur aanteleggen in een niet daarvoor gemaakte stookplaats. 1 wegens geen wijk en huisnommer aan den hoofdingang van zijn huis te hebben. 1 wegens het niet voorhanden hebben van een zwart bord waarop de prijzen der aan de zetting onderworpen brood soorten moesten opgeteekend zijn. 1 wegens overtreding der Zondagswet. 1 wegens het innemen van gemeentegrond, zonder consent. 3 wegens het rondventen van zeevisch zonder bewijs vau keuring. 1 wegens het werpen van vuilnis in het water. 3 wegens het werpen van vuilnis op straat. 2 wegens staande op den kantwal te baggeren. 1 wegens het baggeren in de Roomburger-polder zonder consent. 1 wegens de Donkersteeg in verkeerde rigting te berijden. 3 wegens het rijden over de klinkerstraat. 3 wegens overtreding van art. 315 der algemeene politie verordening. Bestuurderen van het Genootschap: Mathesis Scientiarum Genitrix, brengen bij deze ter kennis van die daarbij belang hebben dat tot het aannemen van leerlingen zal worden gevaceerd op Dings- dag den 17 en 24 February aanstaande, telkens des avonds van 68 ure in het locaal op de Pieterskerkgracht. Namens Bestuurderen voornoemd, H. J. GIEZEN, Secretaris. Leiden, February 1863. B. C., zag zich gaarne geplaatst op een druk NOTARIEEL KANTOOR in een der steden van de provincie Gelderland Adres met franco Brieven onder lett. 81. ffl. aan het Bureau van dit Blad. ondeb leiding van den kapelmeesteb RÜOERSDORFF. Entreé f 0.99. Aanvang des avonds ten ure. Toegangkaartjes zijn te bekomen aan de Zaal bij den Heer VAN PIJPEN. Inteekenlijsten worden NflET rondgezonden. Woensdag A11, IS en 25 Februari} 1803. Van des voormiddags 10 tot des namiddags 1 uur, x\rt. 13. Hij, die bij de zeemagt, bij het leger hier te lande, of bij het krijgsvolk in 's Rijks overzeesche bezittingen heeft gediend, wordt niet als vrijwilliger bij de militie toege laten, tenzij hij, bij het verlaten van de dienst, behalve een bewijs van ontslag, van den bevelhebber, onder wien hij laat stelijk heeft gediendeen getuigschrift hebbe ontvangen, in houdende, dat hij zich gedurende zijn diensttijd goed heeft gedragen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1863 | | pagina 3