Buitenlandsch Nieuws.
Curatoren van liet Gymnasium te Dordrecht hebben
aan den Gemeenteraad tot vervulling der openstaande betrek
king van leeraar in de wiskunde een dubbeltal voorgedragen
waarop geplaatst zijn de heeren Dr. A. van Oven te Leiden
en W. Gleuns te Hoorn.
Ds. S. H. Buitendijk te Beekbergen heeft het beroep
naar de Hervormde gemeente te Harderwijk aangenomen.
De vereeniging Flora van Noordwijk zal wederom een
tentoonstelling van bloem- en bloembolgewassen houden. Dit
is reeds de zesde maal, dat de rijkdom van Noordwijks bloe
menteelt ter bezigtiging wordt gesteld. Vroeger placht men
met verlangen het voorjaar te gemoet te zien, om de prach
tige bloembedden te kunnen beschouwenwaardoor Noordwijk
binnen- en buitenlands is beroemd geworden. De Tentoonstel
ling, een instelling van onzen tijd, is meer geschikt, om al
het schoone op zijn gemak te bezigtigen en de fraaije schake
ringen te bewonderen want het bestuur der Vereeniging beijvert
zich om de bezoekers een aangenaam genot te verschaffen
door een sierlijke schikking en regeling van al hetgeen de
welwillende inzenders ter plaatsing aanboden. Wie in de vorige
jaren de tentoonstelling bezochten waren er over verrukt, en
wij gelooven, dat een bloote herinnering voldoende isom ve
len aantesporen zich er op nieuw heen te begeven en anderen
om van de aangeboden gelegenheid gebruik te maken, al was
hetom eenigermate voldoening te geven aan de vele kosten
en moeitendie de Vereeniging Flora van Noordwijk zich
daarvoor getroost.
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Dings-
dag des namiddags te 5 uur 46°, des avonds te 8 uur 46°,
te 10 uur 45°. Woensdag morgen te 5 uur 39°, te 8 uur
38°, te 12 uur 45°, 's namiddags te 4 uur 43°.
-Volgens mededeeling uit Konstantinopel worden aldaar
tegenwoordig geregeld tweemaal 's weeksonder leiding van
Derwisch-Pacha wetenschappelijke voordragten gehouden die
telkenmale door een talrijk publiek blijkbaar met veel belang
stelling worden bijgewoond. De daartoe bestemde gehoorzaal
is geheel op Europeschen voet ingerigt, terwijl de sprekers
op kosten van het Turksche gouvernement worden voorzien
van de noodige toestellenafbeeldingen en ingrediënten voor
den scheikundigen cursus. Salih-Effendigewezen president der
municipaliteit van Pera heeft tevens op zich genomen eerst
daags in hetzelfde lokaal ook een cursus te openen over de
natuurlijke historie, terwijl Edem-pacha zich heeft aangeboden
tot het houden van lezingen over de geologie. De volgorde
dezer spreekbeurten is reeds geregeld.
Uit Keulen wordt het volgende gemeld: Bij gelegenheid
van het jongste gala-carnevalba! aldaar werd een verloting
van portretten gehoudenmaar niemand der gelukkigen op
dien avond heeft het voorwerp ontvangendat het lot hem
scheen te hebben toebedeeld. De oorzaak daarvan wasdat de
geheele zaak tot grondslag had een optisch bedrog. In een
hoek der zaal stond het portret, hetwelk zoo het heette ver
loot werd. Hieruit had men het gelaat gesneden en zoo me
nigmaal een loting plaats hadbracht een ander masker het
gelaat voor de opening en de schilderij scheen alsdan geheel
nieuw te zijnhoewel het dit inderdaad toch niet was en
niemand kon derhalve op eenig goed gevolg van de verloting
hopen.
Te Luik had dezer dagen het volgende plaats: een
lamme, steunende op zijn krukken, stond sedert maanden op
een brug aan de havenom de algemeene liefdadigheid inte-
roepen en menig voorbijganger wierp in de uitgestoken pet
een geldstuk. Op die wijze maakte hij goede dagenmaar zoo
wordt weer een wandelaar door zijn gejammer bewogen en werpt
hem een aalmoes toemaar die bezijden de pet terecht kwam.
Een straatjongen raapt het geldstuk op en loopt er mee weg,
maar eensklaps werpt de lamme bedelaar, door toorn ver
voerd, zijn krukken weg en loopt flink den jongen na, dien
hij inhaalt, ferm afrost en het geld ontueemt. Alsof er niets
gebeurd was, keert hij naar de brug terug, neemt zijn kruk
ken weer op en zet rustig zijn industrie voort.
De talrijke verhalen der gehechtheid van honden aan
hunnen meester worden door de Messager du Midi weder met
het volgende vermeerderd. In het begin van Januarij werd
de heer G., een der meest geachte burgers van Septèmes,
ernstig ziek. Zijn hond, dien hij altijd bijzonder bemind had,
vleide zich aan het hoofdeinde van het bed neder, en weigerde
volstandig alle voedsel. Eenige dagen later stierf de zieke
en de hond, die zich bij den talrijken lijkstoet gevoegd had,
vergezelde zijn meester tot aan den rand des grafsvan waar
hij alleen met geweld verdreven kon worden. Maar den vol
genden dag liep hij andermaal naar het kerkhof, en sprong,
den ingang gesloten vindende, over een muur. Wegens zijn
verdwijning ongerust geworden meende de broeder van den
overledenen zijn nasporingen tot op het kerkhof te moeten
voortzettenen vond daar werkelijk het getrouwe diermaar
koud en levenloos, op het graf desgenen dien hij niet had
willen overleven.
Voor eenigen tijd kwam des morgens vroeg een be
diende in een zeer rijke liverei gekleed bij een beroemden
geneesheer te Weenenen verzocht hem spoedig bij zijn heer,
den ambassadeur, Prins X., te komen, die plotseling ziek was
geworden en wiens doctor toevallig uit de stad was. De ge
neesheer wist, dat groote heeren niet gaarne lang wachten en
ging zich dadelijk kleeden. De bediende, die vurig verlangde
zijn heer zoo spoedig mogelijk geholpen te zienhielp hem
en nam deze gelegenheid waar, om een gouden horologie en
twee gouden snuifdoozen met juweelen bezet, in zijn eigen
zak te steken.
Zoodra de doctor gereed was, ging de bediende vooruit,
om zijn heer de geruststellende tijding te brengen, dat de
doctor terstond komen zou. Maar toen deze aan het hotel van
den ambassadeur kwam, bevond hij dat noch de ambassadeur
ziek was, noch zulk een bediende had, en de doctor, die
thans begreep dat men hem een nuttelooze boodschap had
laten doen bemerkte eerst toen hij te huis kwam en zijn kost
baarheden vermistte, wat eigenlijk het ware oogmerk van den
gewaanden bediende was geweest. Niet weinig hierover ver
stoord zwoer hij dat niemand hem weder op die wijze beet
zou nemen.
Acht dagen later kwam een persoon van een zeer goed
voorkomen den doctor bezoeken en deelde hem mede dat de
mandie den stoutmoedigen diefstal gepleegd hadhiertoe
door den hoogsten nood was gedrongen en hem deze misdaad
had bekend. De dief had de kostbaarheden ergens beleend
voor 20 dukatenmaar hij kon den beleener niet noemen
zonder te gelijk het middel aan de hand te geven om den
schuldige te doen kennen. Hij wilde echter zoo de doctor het
goedvond', de kostbaarheden lossen en tevens smeekte hij
hem, zijn schuldigen, maar tevens berouwhebbenden mede-
mensch te vergevenen beloofde namens hemdat zoodra
de dief zooveel zou kunnen verdienen, hij ook de 20 dukaten
den doctor tzou teruggeven. Verheugd dat hij waarschijnlijk
zijn kostbare kleinodiën zou terug ontvangen verzekerde de
doctor, dat hij den dader vergiffenis schonk, dankte den bra
ven man voor al zijn bemoeijingen en gaf hem de 20 du
katen, met nog zoo veel als de intressen zouden kunnen
beloopen.
De bemiddelaar vertrok, maar vergat ook terugtekomen
want hij was de kameraad van den dief. Nu zwoer de doctor
op nieuw, dat niemand hem nogmaals zoo beet zou nemen.
De Morning Postlord Palmerston's orgaanzegt in
zijn nommer van jl. Zaturdag: Wij gelooven nu voor het
eerst te kunnen zeggen dat de zaak der Grieksche troonsop
volging zoo goed als in orde is. Na het bedanken van don
Ferdinand van Portugal werd door de Mogendhedendie be
voegd zijn aan de Grieken een candidaat aantebevelenbeslo
ten de Grieksche kroon aan den hertog van Saksen-Coburg-
Gotha aantebieden maar hij stelde bedingen die onaannemelijk
werden geacht. Onder die bedingen behoorde, dat hij zijn
hertogelijk gebied in Duitschland zou behoudenmaar het
scheen wenschelijk, dat de nieuwe Koning van Griekenland
in zijn nieuw land zoo veel mogelijk inheemsch en als genatu
raliseerd wierd, dat hij voortaan zoo veel mogelijk Griek
zoo weinig mogelijk Duitscher zou zijn. Toen dit beding en
eenige anderen te borde werden gebragt, stelde het Engelsche
gouvernement voor den troon aan den Prins van Leiningen