Binnenlandsch Nieuws. Buitenlandsch Nieuws. gelegenheden worden verschaft om kennis te verkrijgen. Lang reeds heeft men zich hier en daar beijverdom ambachts- en industriescholen opterigtenwaarop zij, die zich aan de nijver heid zullen wijden gelegenheid tot onderwijs kunnen vinden. In dezen tijd tracht men van Staatswege die gelegenheden meer algemeen te maken en interigten naar de behoefte des tijds. De vakken voor het lager onderwijs zelfs zijn daarmede reeds in verband gebragt en de tijd is zoover niet meer af, waarop men ook binnen Leiden zich zal kunnen verheugen in het bezit van een gelegenheid, die het opkomend geslacht vormt en opleidt voor den nijveren stand langs een wetenschappe- lijken weg. Wat in het belang van het opkomend geslacht wordt on dernomen en tot stand gebragt, moet op tijd werken. Het onderwijs in de beginselen van wis- eu natuurkunde zal niet onvruchtbaar blijven en een volgend geslacht zal eerst daar door worden gebaat. Zijn we nu nog in een af hankelijken toe stand van het buitenland, de tijd zal komen, dat ook op het gebied der nijverheid een zelfstandige rigting zich zal open baren, die het gezag en de voogdij van het buitenland in het vak der werktuigkunde is ontwassen. Maar dit neemt niet weg, dat het groote belang zal worden erkend om toch onze werklieden eenigermate bekend te maken met de wetenschappen die op het gebied der Nijverheid zulk een grooten rol spelen. Zoo zij al niet de werktuigen, die zij zien werken, hebben uitgevonden of vervaardigd, 't is toch niet zonder groote beteekenisdat zij van nabij de kracht leeren kennen, die deze in beweging brengt of de berekeningen weten waarop hunne zamenstelling rust. Z. M. heeft benoemd bij de dd. schutterij te Harlingen tot majoor-komm. G. Valkenier, thans kapt.; tot Nederl. con sul in Bolivia C. H. Scbuhkrafftte la Paz. Z. M. heeft pensioen verleend aan den directeur der mili taire veterinaire dienst F. H. S. Dehne, en op verzoek aan den luit.-kol. bij het corps mariniers L. J, A. baron Gtuarles de Quarles. Z. M. heeft bevorderd tot luit. ter zee lsté klasse den luit. 2de klasse W. F. Meijen en tot officier van administratie 1ste klasse den officier van administratie 2de klasse K. A. W. Ja- cobze; voorts bij het korps mariniers tot majoor, bij keuze, den kapt. 1ste klasse D. Vreederibergtot kapt. 1ste klasse den kapt. 2de klasse R. J. Gaerthé; tot kapt. 2de kl. den lsten luit. C. J. Wilkens en tot lsten luit. den 2den luiten. A. H. W. de Gelder. Z. M. heeft aan J. Poster op verzoek eervol ontslag ver leend als ontvanger der registratie voor de gerechtelijke en administratie acten en der domeinen te Groningenbehoudens aanspraak op pensioen. Maandag heeft de heer Mr. J. van Outeren, nieuw be noemd president bij de rechtbank alhier, den bij de wet ge vorderden ambtseed afgelegd bij het Prov. Gerechtshof van Zuid-Holland. In het laatst der vorige week ontving feen ingezeten der gemeente Hitsum, A. F., een familiebezoek van zijn neef, A. V., dien hij, bij zijn vertrek, een eindweegs uitgeleide deed. Doch neef schijnt later op zijn schreden teruggekeerd te zijn om in den nacht het gouden borologie van zijn gastheer, dat bezijden het venster hing, wegtekapen. Den volgenden morgen althans werd dit voorwerp vermist; men was zoo vrij neef te verdenken en bij onderzoek vond men het corpus delicti in de bank van leening te Franeker terug, en neef werd als inbrenger herkend. De beschuldigde is daarop gevat en naar Leeuwarden gebragt. Zondag avond omstreeks 5 uur werd te Krimpen aan den Lek een opmerkelijk luchtverschijnsel waargenomen. Een vurige bol van vrij aanzienlijke grootte vertoonde zich in het Zuiden, ongeveer 40° boven de kim, bewoog zich met een matige snelheid in Zuidwestelijke rigting en verdween eindelijk achter den wolkenzoomdie zich langs' de kim uitstrekte. Woensdag jl. des avonds omstreeks 8 uur, werd een dergelijk verschijnsel waargenomen. Dewijl hier aan geen vallende ster ren kan gedacht worden meent men de bollen tot de meteoor- steenen te moeten brengen. Men is verlangend te weten of ook elders dit verschijnsel is waargenomen. Uit alle oorden des lands komen berichten omtrent on heilen door den laatsten storm veroorzaakt. Te Kampen zit men rondom in het water. In den zeedijk te Elburg is een door braak gevallenwaardoor de gemeente Doornspijk is over stroomd. Te Harlingen zijn de havenhoofden gedeeltelijk ver nield; gordings en planken zijn afgeslagen, het plaveisel is geheel los gewoeld; bazalt brokken, door geen drie man te dragenzijn uit de glooijingen geligt en verscheidene ellen ver weggeworpen het uitkijkhuisje aan het uiteinde der haven is gekraakt. Te Hoorn is de dijk van het correctiehuis door gebroken. Uit het land van Altena wordt gemeld dat alle buitenpolders zijn ingebroken en de kaden hebben daardoor belangrijke schade bekomen. De polder de Zalm moet daarin voor niet minder dan f 25000 deelen. Voor het dorp Egmond zijn drie schepen gestrand: een Zweedsch jagteen Noordsche sloep en een Oostfriesche schoener-galjoot; een stuurman en een matroos zijn daarbij verdronken. De leeraars bij de Hervormde gemeente te 's Gravenhage waren Zondag bij de godsdienstoefeningen allen in het gebed indachtig aan hetgeen in de afgeloopen week te dier stede had plaats gehad. Zij dankten in warme taaldat de rust in die gemeente gelukkig hersteld was baden dat soortgelijke wanorden zich niet mogten herhalen en dat de overheid ge sterkt mogt worden in het beramen van zoodanige maatrege len, die daartoe mogten strekken. De WelEerwaarde heer Ds. van Koetsveld besprak daartoe opzettelijk het oproer, en vond daartoe aanleiding naar Handelingen XIX van vs. 18 tot het einde, doch bepaalde zich slechts tot drie punten, in die ver zen voorkomende, en wel in vs. 28, 25 en 40. Het eerste gedeelte wijdde ZWEerw. aan den inhoud van het tekstverhaal. In het tweede gedeelte besprak ZWEerw. meer bepaaldelijk in krachtige en warme taal wat er in de afgeloopen week voorgevallen was, bragt daarbij vele geschiedkundige herinneringen in het geheugen, terug, en schetste in kernachtige trekken welke de gevolgen hadden kunnen zijn van een zoogenaamd oproer, waarbij de deelnemers zelve allen niet weten waartoe het strekt. Hij wees er op welk belangrijk jaar voor den Nederlander men te gemoet gaat, dat der berinnering aan 't vijftigjarig her winnen zijner onafhankelijkheid, die edele herinnering moest ieder van allen stand opwekken om wel indachtig te zijn aan het vele goededat wij zelfs boven zoo menig ander volk genieten, en om orde en rust op prijs te stellen. Bovendien past het ieder als waar christen vrede te stichten en anderen daartoe te vermanendaar men anders niet dan onheil en rampen te wachten had. Deze rede met zoo veel ernst en kracht uitgesproken zal gewis bij allen die haar hoorden een diepen indruk teweeg hebben gebragt. v Men leest in de Midd. Courant: //Berigten onlangs van Java ontvangen vermelden dat de gouverneur-generaal in hooge mate populariteit verworven heeft. Doch velen gelooven, dat hij te voorkomend, te familiaar is en vreezen dat daardoor het zoo noodzakelijk prestige van den //grooten heer" zal verloren gaan. Om dezelfde reden be treuren zij ook de buitengewone eenvoudigheid, die hij, zoo wel in kleeding als in zijn geheele levenswijze, in acht neemt. Laat ons hopendat de uitkomst die vrees beschamen zal en dat op nieuw de ervaring haar stempel drukken moge op de schoone waarheid, dat niet in vrees, maar in liefde de grond slag van eerbied en ontzag gelegen is." De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Maan dag des namiddags te 5 uur 36°, des avonds te 8 uur 38", te 10 uur 39°. Dingsdag morgen te 5 uur 38°, te 8 uur 38", te 12 uur 41°, 's namiddags te 4 uur 40°. De Fransche Minister van binnenl. zaken heeft den prefecten in een circulaire aanbevolen de buiten echt geboren kinderen, die ten laste van de openbare weldadigheid komen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1862 | | pagina 2