Buitenlandsch Nieuws.
Wetsontwerp nopens de verbetering der waterwegen ingediend
strekkende om de concessie met den heer Jager gesloten ver
vallen te verklaren en de werken tot het aanleggen van een
nieuwen en korteren waterweg ter verbinding van Amsterdam
met de Noordzee voor rekening van het Rijk te doen ver-
rigten. De bijdrage van Amsterdam zou in 's Rijks schat
kist worden gestort.
De luit.-kolonel Smits, kommandant van het Militair
lnvaliedenhuis is door den Keizer van Oostenrijk benoemd
tot ridder der militaire orde van de IJzeren kroon 3de kl.,
voor bewezen diensten aan de equipage van het keizerlijk
Oostenrijks oorlogsfregat Novarra.
Maandag 11. zouden bij het Provinciaal Gerechtshof in
Zuid-Holland de pleidooijen zijn voortgezet in de zaak van
Mr. K. A. Poortmanals lid der commissie van liquidatie
der Weeskamer te Schiedam, tegen de algemeene commissie
van liquidatie der voormalige Wees- en Momboirkamersen
betreffende zijn rekening wegens de Weeskamer te Schiedam.
De voortzetting van die pleidooijen is echter vier weken
uitgesteld.
Naar men verneemtzal niet de 2de luitenant Phaff
van het te Haarlem gestationneerde 3de escadron van het
2de regement dragonders met den lsten der volgende maand
bij de te Venlo gestationneerde rijschool gedetacheerd worden,
zijnde in plaats daarvoor gedesigneerd den 2den luitenant
Wijnstroom van het 1ste escadron van gemeld korps te Am
sterdam gevestigd.
Men verneemt, dat ten aanzien van het burgemeester
schap te Hoorn door de regering is toegegeven aan den
wensch der burgerij, doch dat de voorwaarden, die door den
heer van Akerlaken gesteld wordendoor de hooge regering
niet zijn aangenomen en hij dientengevolge bij zijn besluit
om de betrekking niet aantenementot groot leedwezen der
burgerijvolhardt.
Onder dagteekening van 16 dezer schrijft men uit Apel
doorn aan de A. C.:
//Het is, helaas! maar al te waar, dat de heer T. te Heerde
vermoord is, vermoord door zijn eigen knecht. De moorde
naar heeft zijn misdaad volkomen bekend en gisteren hier ten
raadhuize een verhoor voor een commissie uit de rechtbank
te Arnhem ondergaan. Daaruit is geblekendat die knecht
den dag van den moord bezig was geweest op een stuk land
van zijn meester, knollen te graven, maar door het regen
achtige weder vroeger naar huis was gegaan dan gewoonlijk
en zijn heer onaangenaam was. De laatste, hem te huis vin
dende, beknorde hem daarover en gelastte hem te volgen
naar dat land en naar de weide, waaraan hij voldeed in de
hand hebbende een dikken stok, welken hij waarschijnlijk
noodig had bij het werkdat de heer T. hem dacht opte-
dragen. De beschuldigde verklaartdat hijonderweg door
zijn heer op nieuw beknord wordendedriftig is geworden
en met dien stok hem een slag heeft toegebragt eerst op den
arm en daarna op het hoofdwaarop hij den heer T. had
zien ronddraaijen en neervallen aan den kant eener sloot.
Daarop was hij bedaard naar het huis van zijn ongelukkig
slagtoffer teruggegaan om koflij te drinken; niemand had iets
aau hem bemerkt. Toen later de heer T. gemist werd ('s avonds
op theetijd) en zijn echtgenoot zich ongerust maakte, dermate
dat zij zich eenige oogenblikken daarna met den knecht
voorzien van een lantaren op weg begaf, geleidde deze haar
langs het lijkzorg dragende (volgens zijn bekentenis) dat het
schijnsel van het licht op de andere zijde viel en mevrouw
den doode niet zag. Dit belette echter niet, dat het lijk door
anderen werd gevonden en met behulp van den beschuldigde
naar huis vervoerd. Het vermoeden van moord kwam toen
bij niemand op, veelmin eenige verdenking op den knecht
die reeds 2£ jaar in deze betrekking den heer T. diende en
ook nog zou blijven. Volgens verdere verklaring van den
ongelukkigen moordenaar had hij den volgenden morgen
bemerkende dat er sporen van bloed aan den stok waren,
dezen met een mes afgeschild en de spaanders verborgen on
der een hoop hout, waar ze ook op zijn aanwijzing gevonden
werden. Bij het locaal onderzoek der justitie schijnt de be
schuldigde zich goed te hebben gehouden en het is eerst later
geweest, dat zijn houding aanleiding heeft gegeven om een
vermoeden le opperen hetwelk thans bewezen is maar al te
waar te zijn. Aanvankelijk beschouwde men een greep waaraan
eenige haren bespeurd werden als het gebezigde moordwerk
tuig en werd die als zoodanig in beslag genomen. Uit voren
staande bekentenis blijkt evenwel, dat de stok het voorwerp
was, waarmede de manslag is begaan."
Als een bewijs van verregaande stoutheid kunnen wij ten
aanzien van den dader nog mededeelendat deze bij de be
grafenis van den verslagene, als drager is tegenwoordig ge
weest en daarvoor een geldelijke belooning van f 2 heeft
ontvangen.
Zaturdag morgen 11. had te Joure de volgende zoowel
brutale, als zonderlinge aanranding, niet op den publieken
wegmaar op het publieke vaarwater plaats. Zekere persoon
J. d. V. van O., als veehandelaar ook gewoon de veemarkt
te Heerenveen te bezoeken, had zich des morgens reeds
vroegtijdig van huis begeven. Na alleen in een boot reeds
een eind ver te hebben gevarenwerd hij omstreeks te zes
uur door drie zwart gemaakte personen overvallen. Niettegen
staande krachtige tegenweer zag hij zich eindelijk genoopt,
voor de overmagt te bukken. De onverlaten slaagden er in
hem van alles, wat hij bij zich had, te beroovenen wel
van 700 in papier en ongeveer f 4 aan klinkende munt.
Ten einde zich te geruster te kunnen verwijderen zonder ge
vaar van te worden achtervolgd, hebben de aanvallers J. d.
V. stevig gebonden in het scheepje vastgemaakt. Volgens ge
tuigenis van dezen ongelukkige, die door dezen diefstal zicli
van zijn geheel, door zuinigheid en vlijt vergaard vermogen
ziet beroofd, hebben de aanvallers zich met het schuitje,
waarin zij zich bevonden naar hun nabijgelegen schip bege
ven en zijn zijna de zeilen te hebben geheschen voor den
wind af vertrokken, hem in gemelden toestand achterlatende,
in welken hij ongeveer ten 8|- uur door een voorbijvarend
visscher is gevonden.
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Dings-
dag des namiddags te 5 uur 38°, des avonds te 8 uur 38°,
te 10 uur 37". Woensdag morgen te 5 uur 36°, te 8 uur
32°, te 12 uur 36°, 's namiddags te 4 uur 34°.
Voor eenige dagen, zoo meldt men uit Venetie, over
leed aldaar plotseling de heer Pietro Giaconazzi de chef van
het grootste handelshuis in wijnen hetwelk in het gansche
keizerrijk bestaat. Voor omstreeks 40 jaren had hijals wijn-
koopersknecht, te Venetie zijn loopbaan aangevangen bij
zijn overlijden werd hij beschouwd als de vermogendste in
woner van de stadwant hij stierf in het bezit van vele mil-
lioenen ff., welk kolossaal vermogen wordt geërfd door zijn
neef, dien hij voor] eenige jaren als zoon heeft aangenomen.
De beroemde Duitsche dichter Ludwig Uhlanddie zich
ook op staatkundig terrein een naam verworven heeftis Don
derdag 11. te Tubingen in den ouderdom van ruim 75 jaren
overleden.
Keizer Napoleon heeft eigenhandig de ridderorde van
het Legioen van Eer ter hand gesteld aan den heer Victorien
Sardou, den bekenden schrijver van de tooneelstukken Vrien
den van Ons (Nos Intimes), en Les Ganacheswelk laatste
stuk jl. Donderdag te Compiègne is ten tooneele gevoerd.
Voor het hof van zeezaken te Bristol is eene vreemde
zaak in behandeling. Kapitein Matthias is drie jaar lang ge
zagvoerder geweest op de bark Usktoebehoorende aan een
firma in Newport. In het laatst van Junij vertrok hij van
daar met eene lading kolen naar Caldera in Brazilië, en zou
als retour zijn schip met kopererts bevrachten. Hij was reeds
30 dagen in zeetoen hijdoor storm beloopengenoodzaakt
werd naar de Falkland-eilanden koers te zetten. Vóór hij daar
echter aankwamwendde hij den stevenen liep met schip
en lading te Newport binnen zoo als hij was uitgezeild. Als
grond voor deze onverklaarbare handeling gaf de kapitein op,
dat hij gewoon was des morgens ten 10 uur een kapittel in
den bijbel te lezenen daarna zijn gebed te doen dat hij
gewoonlijk daarna verruimd en opgewekt zich op zekeren mor
gen zeer neerslagtig had gevoeld. Hij bad dus tot God om
de reden dier ongewone gewaarwording te kennen, en vernam