Buitenlandsch Nieuws. leerd en ongeleerd te hebben laten voorafgaan- eenige vlug- tige beschouwingen medetedeelen over dagbladen en stereos- eopenwaarbij de oorsprongde zamenstelling en het nut van ieder, - het naauw verband, waarin zij tot elkanderston den, - met korte maar ook fiksche trekken werd uiteengezet, om te eindigen met een toepasselijk woord, naar de gelegen heid des tijds en de belangen van het Volk, tot inscherping van de overtuiging, dat het vermakelijke steeds met het nut tige voor verstand en hart moet gepaard gaan. Verschillende bladen melden dat het personeel onzer legatiën een verandering zal ondergaan. De heeren Schimmel- penninck van der Oye en Lightenvelt zouden ontslagen wor den en vervangen, de eerste te Berlijn door den graaf van Bijlaudt, nu te Stokholmde laatste te Parijs door baron Gericke, nu te Brussel, terwijl in diens plaats de graaf van Zuylenlaatstelijk lid der Tweede Kamer, zou optreden. Men schrijft ons uit Curasao, dd. 5 September het volgende: De pokken-historie is op ons eiland nog lang niet ten einde integendeel de epidemie gaat nog in hevigheid voort en sleept menig slagtoffer ten grave. Wij hebben reeds ver over de 1U0 dooden. De hevigste verschijnselen hebben echter plaats bij de zwartenbij de kleurlingen minderen slechts zeer enkele sterfgevallen zijn er bij de blanken. Van de Europeanen zijn slechts zeer weinigen aangetast geworden en dat nog in den ligtsten graad. Voorzorgen worden nog steeds door het gou vernement genomen en aan arme en behoeftige lijders onder stand verleend ook uit de gelden van een inteekenlijst onder de inwoners, die omstreeks f 1000 heeft opgebragt. De sche pelingen en militairen blijven ook nog vrij. Slechts een jongen van de Zeeland is aangetast, doch alleen door windpokken en is spoedig hersteld. Wij hebben hier ook een treurig sterfge val gehad, daar de waardige particuliere onderwijzer H. Brusse in den ouderdom van nog geen 33 jaren door den dood is weggenomen, nalatende een weduwe en drie zeer jonge kin dereu. 't Is te wenschen dat zijn school, waaraan behoefte bestaatdoor zijn broederdie voor eenige maanden uit het Moederland was overgekomen om hem te helpen, zal kunnen voortgezet worden, 't Is hier wezenlijk treurig tegenwoordig, hoewel twee opera-troepen de gemoederen wat trachten opte- beuren met zang en spel, waarin de zorgeloosheid echter al leen kan behagen scheppen. Ik hoor evenwel, dat zij niet over toeloop te klagen hebben; hoewel zulke troepen hier altijd wat toeloop moeten hebbenom de onkosten goed te makendie spoedig al gaauw zeer hoog loopenomdat die menschen ook gewoonlijk niet gewend zijn aan een eenvou dige levenswijze. De Zeeland gaat ons na den 15den verlaten en naar het Moederland wederkeeren wanneer de Zoutman hier wezen zal is nog niet te berekenen, waarschijnlijk in het laatst van October; het voordeel dat het smaldeel hier heeft afgeworpen voor koopmanleverancier enz., is groot. De Zeeland gaf maandelijks niet minder dan voor f 12,000 aan wissels uit; de Djambi voor f 7,000, en de andere schepen naar even redigheid zoodat men het geheel wel op f 25,000 kan be rekenen. En dan nog alles wat door officieren en manschap pen kontant betaald werd. Men ziet dus hier wel zeer graag veel oorlogschepen en als er geen afzondering plaats heeft, zooals nu eenige wekendoor de pokken geven zij ook veel levendigheid aan onze anders stille stad. Die uitgaven door de marine komt dan ook wat de stagnatie te hulp, welke er in den handel is door de epidemie. Maar door den weinigen aanvoer is alles ook peperduur geworden. Daarom ook is het voor den particulieren ingezeten te wenschendat de pok keu spoedig mogen ophoudendoch het ziet er nog niet naar uit. Op de naburige eilanden Bonaire en Aruba zijn van hier ook de pokken overgebragt; doch door de dade lijk genomen gestrenge afsluitingsmaatregelen, tot heden toe zich nog tot slechts zeer weinigen beperkt. De regentijd is nu in het verschiet en wij hebben, onder anderen ver leden Zondagreeds zware buijen gehadzoodat hier en daar reeds met het planten van maïs is begonnen. De bezitters van zoutpannen hebben dit jaar goede zaken gemaakt, daar al het voorhanden zijnde zout is afgeleverd, omdat het gouver nement van de overkust zes maanden vrijdom van inkomende rechten op het zout had verleend. Dit inkomend recht is 6 op ieder vat van circa 300 pond, dat hier van de baaijen voor 75 cents en van de stad voor f I wordt afgeleverd. Als er nu niet te spoedig veel buijen vallenzullen de zoutpan nen dit jaar ook weer heel wat opleverendoch als het met regenen blijft aanhouden gaat er veel van verloren. Met de Zeester zijn ter versterking van het garnizoen 47 man troe pen en een officier angekomen. De Zeester had een lange reis, doch de manschappeu zijn allen gezond overgekomen. Wij wachten nu weer de Santa Rosa en de Mathilda Barbara, die zeker wat provisie, bijzonder aardappelen zullen aanbren gen waaraan hier veel gebrek is. De onlangs van Amerika aangevoerde aardappelen zijn zeer goed maar duur, 15 cents het pond. De verjaardag van onzen Kroonprins is heden hier her dacht door het uitsteken der vlaggen van forten en schepen een parade van het garnizoen en een Koninklijk saluut vande Zeeland. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Din^s- O dag des namiddags te 5 uur 59°, des avonds te 8 uur 59°, te 10 uur 58". Woensdag morgen te 5 uur 58°, te 8 uur 62°, te 12 uur 71°, 's namiddags te 4 uur 69°. Het bevestigt zichdat Garibaldi niet bepaaldelijk tegen de amnestie heeft geprotesteerd. Volgens onderscheiden berig- ten deed hij, van de amnestie verwittigd zijnde, geen blijd schap blijkenmaar zeide hij alleendat zijn degen hem nu teruggegeven en nevens hem op zijn legerstede gelegd moest worden. Eenige zijner vrienden verzekeren dat de bewoordin gen der amnestie hem hebben gegriefd, maar dat hij niets daartegen wilde inbrengen omdat hij vreesde daardoor aan leiding tot verlenging der gevangenschap zijner makkers te zullen geven. Van diezelfde zijde wordt verzekerd, dat er al thans nog drie maanden tijds zullen moeten verloopenal vorens Garibaldi zonder gevaar voor zijn gezondheidstoestand uit het fort Verignano vervoerd en ook slechts naar het nabij gelegen Spezzia gebragt kan worden. De berichten uit Hongarije luiden allertreurigst. In de hoofdstad des lands neemt het aantal faillissementen op een onrustbarende wijze toe, want geen dag gaat voorbij zonder het aantal aanmerkelijk wordt vermeerderd. Terwijl deze kwaal de hoofdstad teistert is de toestand der bewoners van sommige comitaten nog beklagenswaardiger. Daar heerscht bij voorbeeld in de Somogy en Fala, een uitgestrektheid van 214 vierkante voeten vormendeschier op onbeperkte wijze de rooverhoofd- man Patkodie den gruwzamen Illesz tot plaatsvervanger heeft. Onder de 540,000 bewoners dier streek bestaat slechts een vrees, namelijk om onder de handen te vallen van den geduchten Patko. Vele grondeigenaren in gemelde streek en in andere oorden gevestigdverkoopen tot zeer lage prijs al hunne eigendommenten einde zich zoo spoedig mogelijk naar Pesth te begeven om minstens het leven te redden. Voor eenige dagen had een boer een roover gevangen en aan den militairen rechter overgeleverd. Het proces duurde niet lang en spoedig daarna werd de roover opgehangen maar ook even snel werd wraak genomen, want geen dag later was de bedoelde boer met zijn gansche gezin gedood en zijn woning in den asch gelegd. Men leest in het Journal de Loiret: Een rentenier, die stil in de omstreken van Orleans op een buitentje leefde, bezat 100 aand. Cred. Mob. Toen voor eenige dagen deze naar de hoogte gingenschreef hij bij de eerste rijzing aan een makelaar te Parijs een brief om ze te ver koopen. Zijn keukenmeid zou juist volgens haar zeggen haar tante te Orleans bezoeken. Hij gaf haar den brief mede om hem in de brievenbus te Orleans te werpen. De tante der keukenmeid was echter een tamboer-maitredie de meid ge heel en al hare boodschap deed vergeten. Den volgenden dag toen zij alweder op weg naar huis was bemerkte zij haar ver zuim. Nu wilde zij den brief aan den brievenbesteller mede geven doch zij vergiste zich toen in den tijddat hij voorbij kwam. Geheel verslagen en met tranen in de oogen bekende zij den volgenden dag aan haren meester, wat zij verzuimd had. Doch in plaats van haar te bekijvenzoo als zij ver wacht hadhelderde zijn gelaat al meer en meer opgedu-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1862 | | pagina 2