Binnenlandsch Nieuws.
industrieelen en officieren heeft zich thans gevormd en met de taak
belast, om bij die feestelijkheden de orde te bewaren die in de
eerste plaats gekozen zijn met het oog op de ingezetenen, die
vaak het minst deelnemen aan of genieten van openbare ver
makelijkheden. Mastklimmen en wedloopen met hindernissen
naar den ring steken en wat nog meer zullen als gewone Neder-
landsche volksspelenvoor die er aan deelnemen en die er
naar kijkenonschadelijke uitspanningen zijn. Draaimolens en
goocheltoeren zullen inmiddels een ander deel bezig houden
dienstig om den stroom te leiden in verschillende rigtingen
terwijl de muziek zich op verschillende wijze en plaatsen zal
doen hooren. En als nu het geheel van dien dag zich kenmerkt
door betamelijkheid en orde, geen geschreeuw of getier, veel
min vechterij, maar wel vrolijk gejoel in de straten en op de
pleinen zal worden opgemerkt, dan zal de proef, die genomen
wordt met deze volksvermakelijkhedenwel gelukken en wat
onze Bilderdijk bij een 3den October zong, zal ook heden zijn
toepassing vinden:
HeilLeyden heil 1 't is tijd van vreugd
Barst uit in jubeltonen,
De dag van uw behoud herscheen 1
Juich Leyden, juich Bataafsch Atheen,
En gijMinervaas Zonen 1
Juich, juich, gezegend Vaderland!
Juich, boezems die voor vrijheid brandt,
En strengelt Zegekronen 1
Ja juich, gij Leydens Burgerij:
Wij vieren Leydens zegen
Uw van der Werffs standvastigheid
In 't onverwrikbaarst Staatsbeleid
Uw Doezaas Heldendegen!
Juich, Holland, dat door Leydens moed
Uw roem, Uw vrijheid zag behoed,
Uw heil, uw bloei herkregen!
Z. M. heeft benoemd tot lid van den raad van bestuur
van het pensioenfonds voor burgerlijke ambtenaren Dr. G. Si
mons oud lid van den Raad van State.
De officier van gezondheid der 1ste klasse van Kessel
bij het regement grenadiers, is met 1 October overgeplaatst
bij het garnizoen te Leiden.
De 1ste luit. Jhr. J. C. Baud van het reg. veld-artill.,
gedetacheerd bij het 8ste regement dragonders te 's Hageis
overgeplaatst bij het reg. veld-art. te Leiden.
Het Maandag jl. bij de Koninlijke boodschap aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal ingezonden ontwerp van
wet nopens de cultuur-ondememingèn in Ned.-Indie, en de
daarbij behoorende Memorie van Toelichting zijn geheel ge
lijkluidend met die, gedrukt onder CIV, N°. 2 en 3 der
zitting 18611862.
De Minister van Binnenl. Zaken heeft tot lectoren aan
de geneeskundige school te Hoorn benoemd den heer J. J.
Aghina in de anatomie en chirurgie en den heer Dr. G. H.
de Feijfer in de physologie, phatologie en materies medica.
De vice-president van den Raad van State heeft in de
Staatscourant opgeroepen de onbekende belanghebbenden enz.
in zake der finale vrijstelling van de Nationale Militie van
Willem Frederik Brugman, uit de gemeente Leiden, en van
Johannes Andries Geerling, uit de gemeente Rotterdam, bij
besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland dd. 29
April jl. N°. 45, waartegen door den Commissaris des Konings
in dat gewest bij den Koning een beroep is ingesteld. De
vice-president heeft die onbekende belanghebbenden opgeroe
pen, zoo zij dit noodig achten, hun memorien en bewijsstuk
ken intezenden aan het adres van den vice-president van den
Raad van Stale te 's Gravenbage, vóór den 15den October a. s.
Tot de commissie van beoordeeling van voorwerpen van
vee, werktuigen enz., ingezonden bij de Tentoonstelling van
Landbouw, te 's Graven hage gehouden, behoorden ook de
heeren K. Sjoukes Hylklama onder OegstgeestP. Vromesteyn
te Leyderdorp en W. F. Steygerwalt te Leiden.
Bij de stortbuidie Dingsdag avond te 's Hage de
volksmenigte in de Maliebaan besproeide, is een Amsterdamsch
heer in het gedrang rakende een bezwijming overvallen doch
hij werd door de zorg der politie naar zijn logement gebragt.
Vijf personen geraakten in het water maar zijn gered. Vele
personen zochten een wijkplaats in de houten teut, die tot
volksschouwburg had gediend, maar deze stortte in, waardoor
een vreeselijke wanorde ontstaan isdie velen kwetsuren deden
beloopen. Zakkenrollers maakten van de confusie gebruik en
voorzagen zich van horologiëu, beurzen en ook een shawl
werd vermist. Sommigen kwamen in handen der politie. De
orde is evenwel niet verstoord. De politie wees den weg aan
die ieder te volgen had, zoodat in het gedrang geen onge
lukken plaats hadden. Uit 's Hage schrijft mendat die maat
regel genomen was ongeacht het Leidsch antecedent en het
gevaar dat de policie kon beloopen. Het verzoek tot het kie
zen van den weg werd in den meest welwillenden vorm gedaan
en beantwoord.
Woensdag is het nieuw» gebouw voor het Athenaeum
Illustre te Amsterdam door den Burgemeester, in bijzijn van
vele genoodigden en studenten, aan HH. Curatoren overge
dragen met een toepasselijke rede. De president-curator, Mr.
H. J. Koenen hield daarop een belangrijke redevoering, waarin
hij het Athenaeum vergeleek zooals het was in 1632, toen
het werd gesticht, met de ontwikkeling die het sedert ge
kregen had en den trap waarop het nu stond. De hoogleeraar
van Geuns bragt hulde aan het Gemeentebestuur en aan hee
ren Curatorenterwijl een der studentende heer van dei-
Pot daarna het woord verkreegom gelijken dank aan allen
te betuigen.
Z. H. de Paus heeft den heer Th. Brouwer, kanunnik
van het metropolitaan kapittel en deken en pastoor te Arn
hem benoemd tot Hoogstdeszelfs geheim kamerheer sur
numerair.
Zondag avond heeft Ds. R. Koopmans van Boekeren
te Harlingen een plegtig afscheid genomen van de Hervormde
gemeente welke hij slechts twee jaren diende, met een leer
rede, tot tekst hebbende de woorden: //Behoudt het goede"
(2 Thess. Y, vs. 21b.
Men verneemt dat meer dan 400 mannen en jongens
zich hebben aangegeven om deeltenemen aan het mastklim
men ringsteken en wedloopenwaaronder een zeventigtal voor
het mastklimmen.
De gebeurtenissen, die door den 3den October binnen Lei
den in herinnering komenzijn vaak te veel in verband be
schouwd met de vrijheid van godsdienst en minder met den
invloed, die de vrijheid van geweten, de eerbiediging van
ieders burgerlijke en godsdienstige vrijheid uitoefenen moest
en ook uitgeoefend heeft op de maatschappelijke en zedelijke
welvaart. Leiden werd een toevlugstoord voor vervolgden om
des gewetens wil en de ontwikkeling van de stelling: //De Leidsche
industrie is aan het ontzet der stad op 3 October 1574 veel ver
schuldigd" kon de stof uitmaken van een belangrijke en ernstige
rede, omdat die stelling gemakkelijk is te bewijzen, maar ook
in haar toepassing tot gewiglige gevolgtrekkingen aanleiding
geeft. Uiterst bekwame handwerkslieden en fabriekarbeiders
vonden in Leiden een wijkplaats (réfuge) en hun kennis en
vlijt kwamen hier zeer te stade. Nog komt het op kennis aan
en dan was het waarlijk betreurenswaardig te ontdekken dat
slechts 48 deelnemers niet zonder veel moeite zich voor de
industrieele leesinrigting van den heer D. J. Couvée hebben doen
inschrijven. Van de 200 circulaires zijn sommigen zelfs eerst
na een herhaalde toelichting van het plan, niet meer dan 48
ingevuld teruggekomen en daaronder nog niet allen die als
industrieelen er rechtstreeks belang bij hadden. Onder die 48
zijn zoowel ambachts- en handwerks-industrieelen als fabriekan
ten en trafiekanten en zonder in het minst iets aftedoen van
den lof, die de Leidsche industrie wordt toegekendis er toch
ook veel stof tot bitter beklag over de geringe mate van be
langstelling, die elke gelegenheid ontmoet, om de wetenschap
pelijke kennis der Nijverheid te bevorderen of de ontwikke-