Buitenlandsch Nieuws. Met leedwezen vernemen wijdat de heer Mr. C. M. van der Kemp, raadsheer in het Provinciaal Gerechtshof in Zuid-Holland, vroeger gedurende vele jaren kantonrechter te 's Gravenhage, plotseling te Delft is overleden. Hij was den 18den Junij 1799 te 's Gravenhage geboren en bad alzoo den ouderdom van ruim 63 jaren bereikt. Men verneemt, dat de heer Bax, afgetreden rector van het 's Gravenhaagsch Gymnasium, aan al zijn leerlingen, die hebben bijgedragen tot het geschenk, hem voor weinige dagen aangeboden, in een latijnschen brief zijn dank betuigd. De heer Bax verzekert daarin, dat hij gedurende de levensdagen, welke hem nog zullen mogen worden gegund, van dit bewijs van oprechte hoogschatting en vriendschap het aangenaamste en zoetste aandenken zal bewaren. Te Delstrahuizen in Friesland is dezer dagen een vrouw bevallen, wier jongste kind reeds 2l£ jaar oud was. Men schrijft ons uit Curasao dd. 5 Augustus: In een vorig berigt meldde ik u dat de pokken zich hier hadden vertoond, en het is er sedert niet beter op geworden. De ziekte heeft zich, vooral onder de zwarte bevolking, al meer en meer verspreid en wel onder een zeer afzigtelijke ge daante, zoodat de geneeskundigen ze Afrikaansche pestpokken noemen en de meeste lijders er dan ook aan bezweken zijn. Het getal gestorvenenniet alleen kinderenbedraagt ruim 40 en dagelijks komen er nieuwe gevallen voor. Bij de overige bevolking vertoonen de pokken zich, met weinige uitzonde ringen die meestal ook doodelijk zijnonder mildere ge daante. Aan de Spaansche zijde of Otrobanda zijn er nog zeer weinige gevallen voorgekomen en het gouvernement en de policie doen thans het mogelijke, zoowel om de lijders bijtestaan als om den verderen voortgang te weren. De goe deren van hendie aan de kwaadaardigste soort gestorven zijnworden verbrand. De inenting is nu ook druk aan den gaDg. Nu worden we weder gedreigd door de cholera uit Cuba. Men zegt ten minste, ofschoon het tegengesproken wordt, dat de cholera daar heerschten dewijl er nog al handel is tus- schen Curasao en Cuba, is men hier bevreesd voor de over brenging van die vreesselijke ziekte. Een paar schepenvan daar komende zijn dan ook reeds naar Klein Curasao verwe zen om aldaar quarantaine te houden. Een niet zeer aange- namen maatregel voor diegene die hij treft, want dat Klein Curasao is een allerdorste bijna vlakke klip, met een paar hutten voor de opzigters over de lichtbaak. Alles moet daar aangevoerd worden van hier, tot zelfs het water. Een soort van huis dat er voor eenige jaren werd ingerigttoen er ook vrees was voor de cholera, om hen die quarantaine moeten houden optenemen is sedert vervallen. Waarschijnlijk zal er nu wel weder een nieuw worden gebouwdwant om voor die klip 40 dagen in een schoener of bark te blijven dobberen is bijna niet uittehouden. Het doet hier zeker veel genoegen dat de Tweede Kamer de wet op de emancipatie, waarna reeds zooveel jaren ver langend was uitgezien, heeft aangenomen; doch dat de ver goeding van f 259 op f 200 verminderd is doet minder ge noegen ja geeft groote teleurstelling omdat de slavenhouders nu al op die som gerekend hadden, en daarna huune bere kening hadden gemaakt. De hoop van eenigen om district meesters te worden is nu ook vervallen, omdat het staats- toezigt uit de wet is weggenomen. Evenwel als men den toe stand hier kent, dan beseft men gereedelijk dat dit toezigt niet noodig was, hoewel de policie des te waakzamer zal moeten zijn. De emancipatie zal hier geen schokken te weeg brengen; de meeste slaven waren reeds zoo goed als geëman cipeerd en deden wat zij wildenveeleer waren de bezitters slaven hunner slaven en moeien ze ontzien. Het getal vrij heden is hier ook reeds groot, want als men berekent dat er ruim 6000 slaven zijn en de bevolking 20,000 bedraagt, dan zou het mij niet verwonderen dat er meer dan 6000 vrij heden of afstammelingen van die waren grootendeels bij de K. K. gemeente. Eindelijk is er tijding gekomen dat deze week nog twee der schepen van het smaldeel de Djambi en de Cornells Dirks naar het moederland zullen terugkeerenterwijl de Zeeland den Zoutman afwacht, om ook dan dadelijk te vertrekken, en de Vesuvius en de schoener Alalante hier blijven. De schepelingen hebben het in de laatste weken wegens de pok ken niet vrolijk gehad. De manschappen en onderofficieren zijn niet van boord mogen gaan en de officieren slechts een paar uur in den achtermiddagmoeten dan nog aan de Spaansche zijde blijven en mogen bij niemand visites maken. Aan boord hebben zich nog geen gevallen van pokken geopenbaard. De Hermanus Isak vertrekt in het laatst van deze week van hier zonder passagiers maar met zeven gepasporteerde militairen terwijl de Zeester met zijn bezending militairen nog niet is aangekomen. Deze heeft echter reeds veertig dagen reis. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Woens dag des namiddags te 5 uur 64°, des avonds te 8 uur 56°, te 10 uur 53°. Donderdag morgen te 5 uur 50°, te 8 uur 56°, te 12 uur 65°, 's namiddags te 4 uur 66°. Volgens Dr. Riboli is het onwaar, dat Garibaldi aan vankelijk kwalijk is verbonden of bijgestaan. Men heeft hem integendeel, zoo snel en zoo goed mogelijk, geholpen. Hij houdt Garibaldi's wonde voor diep en gevaarlijkmaar niet doodelijk. Alleen moet men zich voorbereiden op een uiterst langzame genezing. Het kan, zegt hij, vier maanden duren, alvorens de generaal volkomen hersteld zal zijn. De heer Charbullich, hoogleeraar aan de polytechnische school te Zurichheeft aan koning Victor Emanuel de hem verleende orde van den H. Mauritius teruggezonden uit ver ontwaardiging over zijn gedrag jegens Garibaldi. Men meldt uit Hamburg, dat de generaal von Hede- mann, tot voor korten tijd hofmaarschalk des konings van Hannover, die zich in stilte heeft verwijderd, onder beschul diging van groote sommen aan hem toevertrouwdte hebben verduisterdte Blankenesz door de Deensche policie is gear resteerd, op het oogenblik dat hij gereed stond zich aan boord te begeven van een Engelsche stoomboot, bestemd naar Londen. Een paar Engelsche luchtreizigers, Glaisher en Coxwell hebben de hoogste luchtreis gedaan, die nog bekend is, door 5 Eng. mijlen of 2 uren te stijgenmet gevaar voor hun leven. Op 2000 voet ontmoetten de reizigers een digte hoe veelheid wolkendie tot barstens met water belast waren. Daarboven kwamen zij in een helder blaauwen hemel. Dit punt was ongeveer 1£ mijl hooger en verder waren geen wol ken meer zigtbaar. De dampkring deed den ballondie bij het opgaan slechts f gevuld was, geheel uitzwellen en snel verder rijzen zoodat de pogingen om een photografie te nemen mislukten. Op drie mijlen hoogte liet men een duif uitdeze kon niet vliegen en viel als een steen naar benedenmet twee anderen ging het eveneens. Op vier mijlen hoogte liet men een vierde "duif uitaan deze gelukte het zich zwevend te houdendoch zij streek weldra op den top van den luchtbal neder, en is denkelijk bij het nederzakken weggevlogenof verkleumd geraakt en er afgevallen. Er bleven nog twee dui ven over; doch de een was dood en de andere bijna dood, toen men ze beneden had gebragt. Op vijf mijlen hoogte gevoelde de heer Glaisher teekenen van blindheid, en zijn laatste aanteekening op den thermometer was minus 5 of 37° onder het vriespunt. Op 5{- mijl hoogte zag hij nog genoeg om de gedaante van den heer Coxwell flaauwelijk te onder scheiden, doch hij kon den barometer niet stellen. Eindelijk werd hij geheel bewusteloos, doch zijn reisgezel Coxwell bleef vrij van beneveling en de luchtbol steeg nog ongeveer 10 minutentoen de aneroïde-barometer zes mijlen hoogte tee kende. Op dat oogenblik waren de reizigers in groot gevaar, want toen de heer Coxwell de klep wilde opentrekken om gas uit te laten, waren zijn handen zoo verkleumd, dat hij ter naauwernood de vereischte krachten bezat. Het gelukte hem eindelijk en de reizigers begonnen te dalen, waarna de heer Glaisher weder bijkwam. Gedurende de reis ontmoette men ozone in den dampkring. De heer Glaisher kon geluiden van de aarde vernemen op 1£ mijl hoogte, en de heer Coxwell op 3 mijlen. Op vijf mijlen hoogte bevatte de dampkring, die na het verlaten der massa wolken steeds drooger werd geen vochtigheid hoegenaamden later duidde een zelfteeke- nende thermometer minus 20° aan, dat gelijk staat aan 52°

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1862 | | pagina 2