Buitenlandsch Nieuws. bij de industrie tot dusver iugang vinden en die de Neder- landsche industriëel toch ook huldigt, bijv., als zij schrijft: *de nijverheid zal door de afschaffing van den accijns op de brandstoffen en de patentwet worden gebaat. Ook slechts het -Jy dat de fabriekanten van dezen accijns moeten opbrengen loopt bij velen in duizenden het zijn inzonderheid de kleine industrieelen die daarbij zullen welvaren; de burgerman zal nog eens een kooltje meer kunnen aanleggen en 's winters minder kou be hoeven te lijdenen de geheele middenstand zal niet langer van een en dezelfde zaak een dubbel personeelrecht behoeven optebrengen." De Industrieel gaat nog verder: "Waarom, als het uitvoer recht op het slagtvee wordt afgeschaft, om den vreemdeling goedkooper vleesch te laten eten, niet eerst gedacht is aan den accijns op het geslagt, ten einde den binnenlandschen consument een onontbeerlijk voedsel minder kostbaar, en den werkman het genot van vleesch iets minder onmogelijk te maken, dat laat zich toch moeijelijk verklaren. Het beginsel dezer tarief-herziening heet immers het belang der consumenten." Ja, zoo komt dat weekblad voor nijverheid koophandel en scheepvaartgeheel in de liberale staathuis houdkundige rigting, als het zegt: "Onder de grieven die de industrie tegen de Regering heeft intebrengen bekleeden de belemmeringen, welke het binnenlandsch verkeer gedurig on dervindt, een eerste plaats. Er is nog zoo oneindig veel te verbeteren, waardoor het den industrieel minder moeijelijk zou worden zich te bewegen en te ontwikkelen. Wij noemen de land- en watertollen, de sluis- en havengelden" en wij voegen er bij de plaatselijke tolliniën, die er bij behooren"waarmede verlies van tijd en geld, oponthoud en telkens wederkeerende onkosten gepaard gaandie jaar in jaar uit aanmerkelijk op- loopen. Wij bevelen dit punt aan de belangstelling onzer Re gering aan die toch wel iets zal willen doen om de ontstemde industrieelen eenigermate te bemoedigen." 't Is ons thans gebleken, dat de Nederlandsche Indus trieel zich een verdichtsel heeft laten vertellen en onvoor zichtig is geweest dat openbaar te makenvóór de waarheid te onderzoeken, toen in het nommer van Zondag 3 Augustus werden opgenomen bijzonderheden omtrent Leidsche toestan den. Het wegzenden van een 100-tal fabriekarbeiders, de aan vraag van den stads-architect en de opmerking van een der Wethouders over het loon der arbeiders, een en ander is, naar ons bij een opzettelijk onderzoek gebleken is, verzon nen. 't Is daarmede als met een zoogenaamde gemoedelijke klagt, dat de meeste publieke vrouwen te Breda zouden zijn Leidsche weesmeisjesdie als op waarheid gegrond dezer dagen werd gehoord en waarvan de onwaarheid evenzeer is geble ken. Tegenover die logens, uit Leiden naar elders overge waaid, is het niet ongepast te wijzen op het gunstig oordeel, dat buiten af ten aanzien van een Leidsche instelling wordt geuit, waarom wij uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant ten aanzien van de Kweekschool voor Zeevaart het volgende overnemen #De Minister van Marine is mede met deze Kweekschool zeer ingenomen en heeft Zr. Ms. kanonneerboot N°. 44, on der kommando van den luit. ter zee 1ste kl., H. D. Slegt, aangewezenom met een 20-tal jongelieden van deze instel ling aan boord een togt te doen naar Nijmegen, Tiel, Bom mel, 's Bosch, HeusdenGorkum en Dordrecht. Het doel van dien togt is om de pogingen van de commissie van op- pertoezigt en beheer der Kweekschool te ondersteunen en te trachten, om in gemelde plaatsen, zoover ze er nog niet zijn, sub-commissiën te vestigen en de belangstelling in deze bij zonder nuttige instelling zooveel mogelijk optewekken en te verlevendigen. De heer M. A. Kluit, oud-zee-officier, secretaris en thesau rier van de hoofd-commissie te Leiden heeft zich ter bevor dering van de zaak op gemelde kanonneerboot ingescheept en zal vermoedelijk den geheelen togt mede maken en met den kommandant zamenwerken, om van deze onderneming het meest mogelijke nut te trekken. Er bestaat zeer veel hoop, dat gemelde heeren in hun doel zullen slageu en de zending voortreffelijke resultaten voor de Kweekschool en bij gevolg voor de zeevaart zal opleveren. Zie hier wat een geachte en bevoegde hand ons schryft: Nijmegen 8 Augustus. De kanonneerboot in de voorgaande week van Vlissingen te Rotterdam aangekomen, is den 6den dezer door de parti culiere stoomboot Reserve herwaarts gesleept en gisteren alhier aangekomen. Het bestuur dezer gemeente was met het doel der komst van de kanonneerboot bekend. De Burgemeesterver gezeld van een Wethouder, bragt heden dan ook een bezoek aan boorden heeft de ingescheepte jongelieden in oogenschomv genomen. Het ordelijk en gezond voorkomen van die jongens, de nette en zindelijke matrozenkleeding enz., maakte op de heeren een aangenamen indruk, waarvan zij ook geen geheim maakten. De Burgemeester betuigde wijders aan den komman dant en den heer Kluit zijn sympathie voor de zaak der Leidsche Kweekschool. Verscheidene jongelieden hebben zich reeds aangemeld, om bij Z. M. marine in dienst te treden, doch zij zijn naar de sub-commissie verwezenwelke hier spoedig zal tot stand worden gebragt. Door de welwillendheid van den Burgemeester zijn de jon gens heden in de gelegenheid gesteld, de bijzonderheden der stad te bezigtigen. Het is wel aan geen twijfel onderhevig of de kommandant van de kanonneerboot en de heer Kluit zullen ook in de an dere gemeenten een voor hun doel gunstig onthaal genieten. Men zal er gretig de gelegenheid aangrijpen om een aantal jongelieden een eervollen en voor het vaderland nuttigen werk kring te verzekeren en hen bewaren voor een minder ge- weuschte toekomst." Vergelijkende staat van de zuivere opbrengst der opcen ten en eigen middelenten behoeve dezer gemeente geheven gedurende de maanden Julij 1861 en 1862, alsmede van die opbrengst over de zeven eerste maanden dier beide jaren. MIDDELEN. Zuivere opbrengst over de maanc( Julij. Zuivere opbrengst over de eerste 7 maanden. 1861. 1862. 1861. 1862. Geslagt (opc. &inv.) Binnenl. Ged. (id.) Buitenl. Gedist. (id.) Gemaal (eigen mid.) Wijn,fruit- kunst wijn (id.) Turf (id.) Steenkolen (id.). Brandhout (id.). 1433,45 7475,85 401,18' 5770,93 1252,80' 874,06' 1160,82' 495,35 1511,95' 7359,61 288,73 5979,96 1242,45 823,82 58,40 331,75 12893,03 42324,30 1802,91 39516,87' 10220,02' v 6122,96 3958,05 2276,45 12824,53 40251,64' 1534,68' -/ 39211,98 10042,80 4939,83' - 2608,02' - 1611,25 ƒ18864,45' ƒ17596,67' ƒ119114,60 ƒ113024,75 De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Zatur- dag des namiddags te 5 uur 57°, des avonds te 8 uur 55°, te 10 uur 55". Zondag morgen te 5 uur 57°, te 8 uur 60°, te 12 uur 67°, 's namiddags te 4 uur 65°, te 5 uur 64°, te 8 uur 61°, te 10 uur 60°. Maandag morgen te 5 uur 58°, te 8 uur 62°, te 12 uur 67°, 's namiddags te 4 uur 67°. Van Swinemunde wordt geschrevendat het Japansche gezantschap zich Dingsdag 11. op plegtige wijze te Stettin aan boord van het Russische oorlogsstoomschip Smely heeft be geven en dat zij na aan de vertegenwoordigers der Pruissische regering hun dank betuigd te hebben voor de door haar be reide ontvangst, ten slotte dien zelfden dank ook bragten aan de burgerij van Stettin, daarbij te kennen gevende, dat zij, wanneer zoo als bepaald wasvan Petersburg naar 's Hage terugkeerden wederom hun weg over Stettin zouden nemen. Woensdag 11. Nieeft te Weimar de plegtige ter aarde bestelling van het stoffelijk overschot van den hertog Bern- hard van Saksen-Weimar plaats gehad. In den vorigen nacht was het lijk uit Eisenach per spoortrein naar Weimar over gevoerd van waar het in den daarop volgenden morgen is afgehaaldom het naar zijn laatste rustplaats te begeleiden door een stoetwaaraan zoo velen deelnamendat zij in de ware beteekenis van het woord bijna talloos mogten genoemd worden. Tot de genoodigden behoorden al de civiele en mili taire autoriteitende gezanten en de voornaamsten uit de burgerij. Achter de lijkbaar volgde de groothertog van Saksen- Weimar en de zonen des overledenen. Daarenboven had zich een tallooze menigte bij den stoet aangesloten om de laatste

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1862 | | pagina 2