deling komen het voorstel van den heer L. Pincoffs dat geen subsidie voor onderwijs worde verleendzonder dat er school gelden worden geheven door de gemeente, die subsidie aan vraagt. In handen eener commissie wordt o. a. gesteld een missive van Gedeputeerde Staten met rapport over een adres van H. Vorst c. s., kuipers te Leiden, die zich beklagen over het afschaffen van den ijk op de botervaten en die verzoeken dat de ijk weder in gebruik worde gesteld. De spoorweglijnwaarvoor concessie gevraagd is, loopt van Amsterdam op Hilversum (met een zijtak naar Utrecht) en Nijkerk, van daar langs het kamp te Milligen Apeldoorn VoortsZutphen van daar naar de Pruissische grenzen bij Anholt. Als een bijzonderheid deelt men mededat toen de Japansche ambassadeurs Woensdag jl. de Oude kerk te Am sterdam bezochten, zij dit gebouw niet binnen traden, dan nadat zij zich in het portaal ontdaan hadden van hun wape nen waarbij een van hen de wacht hield. Dit moet men als een groote uitzondering aanmerkendaar de gezanten anders nooit, zelfs niet des nachts, hun wapenen aflegden. Een nog zeer jeugdig kind te Assen is Zaturdag door het inslikken eener naald plotseling overleden. In de omstreken van Maastricht heeft een mergelgraver uit Conne, in een groeve van den berg van Neercanne, een belangrijke palaeontologischen vond gedaan, een schoon exem plaar van den Mastodondien men na een arbeid van drie dagen en drie nachten geheel oubeschadigd heeft opgedolven. Het kolossale gevaarte heeft een zwaarte van 1600 Ned. pon den. De notaris Stas te Conne, die dit zeldzame dier heeft aangekocht, heeft het voor belangstellenden ter bezigtigingge steld en laat er afbeeldingen van vervaardigen, die hij in het belang der wetenschap aan alle museums van natuurlijke his torie in Europa zal toezenden. Uit Schiermonnikoog schrijft men van den 25sten Junij het volgende: Leest men thans gedurig gunstige berigten aan gaande den staat der veldgewassen; ook van hier zijn zulke berigten ie geven. De geachte eigenaar des lands, die geen zorg, moeite en kosten spaart om alles meer en meer tot ont wikkeling te brengen, mag aanvankelijk zijn pogingen met goeden uitslag bekroond zien. Het koolzaad, waarmede 30 bunders zijn bezet, staat op de meeste plaatsen uitnemend en belooft, naar het oordeel van deskundigen, zwaar zaad te zullen opleveren. De proef, nu daarmede sedert vele jaren welligt voor 't eerst in deze eeuw op dit eiland, genomen, valt zeer aanmoedigend uit; 23 bunders zijn dan ook reeds weder voor hetzelfde gewas in gereedheid gebragt. Met erwten ziet men 15, met paarden- boonen 2-J-, met haver 10, met rogge 2£met winter en zomergerst 5 bunders prijken. Ook al deze gewassen zijn wel geslaagd en geven gegronde verwachting op een goeden oogst. Met de tarwe is het echter wat minder gunstig. Deze, 10 bunders besla'ande heeft nog al geleden onder den invloed van schadelijke insecten en staat dien ten gevolge hier en daar vrij dun. Ruim, zeer overvloedig is het grasgewas. Van den aangelegden dijk zal dit jaar nog oneindig veel meer hooi gewonnen worden dan in het vorige; terwijl ook de landen in ongemeen milde mate voortbrengen. De aardappelenwaar mede hier zooveel akkers zijn bezet, staan insgelijks voor treffelijk en tot nog toe is daarin geen spoor van de gevreesde ziekte te ontdekken. Door den Kerkeraad der Waalsch Hervormde gemeente te 's Gravenhage is ter vervulling der plaats, ontstaan door het vertrek van den heer Trottel, het volgend viertal opge maakt: J. Desplands pred. te Yverdun; D. Chantepie de la Saussayepred. bij de Ned. Herv. gemeente te Rotterdam; Erochedieuoud-pred. te Sédan; L. Durand, pred te Vevay. Bedankt voor het beroep naar de Herv. gemeente te Hoorn door Ds. Rauwenhoff te Zalt-Bommel. Het schijnt dat men aangaande de spoorwegzaak in O. Indie een weinig vooruitgang bespeurt en dat in Junij de rapporten, kaar ten consideratien en adviezen bij het gouvernement zullen zijn ingekomenover de aanvraag om concessie tot den aanleg van een spoorweg van Samarang naar de Vorstenlanden. Men besluit dit uit het voornemen van den gouverneur-generaal om den 2den Junij per stoomboot van Batavia naar Samarang te vertrekken en van daar eeu rondreis te doen naar Solo Djocjo, Magelang en vesting Willem I, bij welke gelegenheid Z. Exc. zich voor de rigting van den aanteleggen spoorweg kan verklaren, zullende die weg, indien de rigting over het gebergte (van nagenoeg 700 Ned. el hoogte en met hellingen van 1 op 40) wordt bepaald, door den Staat moeten worden aangelegdaangezien de aanvragers om concessie reeds negen maanden geleden pertinent hebben verklaard, zich dan te zul len terugtrekken en ook geen ander serieuse aanvrager zal gevonden worden. Men meldt ons uit Curasao van 4 Mei: Den lOden der vorige maand^ overleed alhier, in het huis, tot tijdelijk hospitaal door den bezitter aan het gouvernement verhuurdde WEGestr. heer Wessel, officier van administratie 1ste kl. aan boord van van 's rijks oorlogschip Zeeland, na een langdurig en zwaar lijden, in den ouderdom van 57 jaren. De vlaggen der oor log- en particuliere schepen en van de forten waren ten tee- ken van rouw halvertop geheschen. Des namiddags te 5 ure had de begrafenis plaats op het Protestantsche kerkhof, waar het lijkvan het hospitaal, waarheen het was vervoerdmet alle militaire eer ter aarde werd besteld. De muziek van het garnizoen ging vooruit; de lijkkist werd gedragen door onder officieren terwijl hoofdofficieren de slippen van het lijkkleed hielden. De beide Protestantsche predikanten volgden dadelijk achter het lijk; op deze volgden de gouverneur, de kolonel en vervolgens de meeste officieren van de zee- en laudmagt, terwijl ook sterke afdeelingen der manschappen van de zee- en landmagt zich bij den stoet bevonden. Na miuuutschoten van het geschut van het waterfort en de gewone salvo's ook op de begraafplaats, nam de kolonel Fabius, nadat het lijk was ne- dergelatenhet woord, en sprak kort, maar goed over den overledene, die een braaf militair, man en huisvader was ge weest en wiens lotbeslissing in de eeuwigheid wij aan God moesten overlaten. De eerste officier van de Zeeland bedankte daarop de aanwezigen voor de eer den overledene bewezen. In den morgen van denzelfden dag was er in dat gedeelte, dat eigenlijk de stad heet, en waar ook de aanlegplaats der schepen is, groot rumoer, doordien van de schoener onder Nederl. vlag, Magdalena, kapt. Lopez, bestemd van Coro naar Porte Cabello, beide in Venezuela, doch die eenige koop mansgoederen aan boord had, die hij hier moest lossen, 13 krijgsgevangenen van het Venezuelaansch gouvernement, welke ook aan boord waren onder bewaking van 12 militairenhunne kans waarnamen en wegliepen. De soldaten zijn daarna ook weggeloopen. Ons gouvernement schijnt zich met die zaak niet bemoeid te hebben, daar het hier een neutrale haven is, en wij met Venezuela geen contract van uitlevering van ge vangenen hebben. Men zegt, dat de kapitein der schoener, welke ook buskruid onder de lading had, beboet is geworden, omdat hij zonder de roode vlag te hijschen en voor het fort te blijven liggende haven was binnengeloopen. Er wordt hier voor particuliere rekening nog al wat oorlogsamunitie aangebragt. Verleden maand door een Hamburger schip onder Deensche vlag, Catharina Cecilia, nog 9000 gewerendie later wederom uitgevoerd worden, om of voor de gouvernements troepen of voor de opstandelingen in Venezuela te dienen. Aan inkomende en uitgaande rechten wordt voor die 9000 aan 's Gouvernements kas 1800 betaald. Het Nederl. koopvaardijschip Santa Rosa is vertrokken, en in zijn plaats zijn aangekomen de Rafaël en de Antilopewelke beiden weder spoedig zullen vertrekken. Met de Rafaël keert Mevr. Koopman met twee kinderen naar Nederland terug, wier echtgenoot, de officier van admin. 1ste kl., zich reeds sints geruimen tijd op non-activiteit in Nederland bevindt, alsook wegens ongesteldheid, de kommandant van de Atalante, Donaut en, naar men verneemt, de 1ste luit bij de jagers, Kamp die teruggezonden wordt. Omtrent het vertrekken of het blijven van de oorlogschepen verneemt men nog niets met zekerheid. Het zeggen was dat de Zeelandde Djambi en de Cornelis Dirks zouden vertrekken en de Vesuvius en de schoe ner Atalante blijven. De gezondheidstoestand der zee- en land magt, alsmede die der bevolking, is zeer voldoende. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Maan dag des namiddags te 5 uur 62°, des avonds te 8 uur 58°, te 10 uur 56°. Dingsdag morgen te 5 uur 57°, te 8 uur 60°, te 12 uur 63°, 's namiddags te 2 uur 57°, te 4 uur 57°.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1862 | | pagina 2