Buitenlandsch Nieuws.
Naar men verneemt moet de heer van Heemstra aan
eenige kiezers te Middelburg verzocht hebben, om bij de ver
kiezing van een lid der Tweede Kamer niet in aanmerking te
komen, omdat men hem ook te Utrecht kandidaat wil stel
len, en hij bij eventuele keuze liever voor Utrecht zou zitting
nemen. Van verschillende zijden is men nu voornemens den
heer van Tets van Goudriaanoud-minister en oud-commis
saris des Konings in Zeelandtot kandidaat te stellenbe
halve deze heer noemt men nog vele andere kandidatenzoo
als de heeren Fokker en Viszoodat er waarschijnlijk een
herstemming zal moeten plaats hebben.
De Minister van Financien heeft een commissie benoemd
tot onderzoek der bestaande voorschriften omtrent het beheer
van 's Rijks domeinen en het ontwerpen des noodig van nieuwe
bepalingenwelke commissie bestaat uit de heeren StamLee,
BachieneSpoor en Holsboer, de laatste als secretaris.
Jl. Woensdag, 21 dezer, werden voor het Hof in Zuid-
Holland de pleidooijen gehouden in de nieuwe zaak van den
burgemeester der stad Leiden tegen den Staat der Nederlan
den over de aan die stad toekomende schadeloosstelling voor
het verlies en het gemis van het vischrecht in het van staats
wege drooggemaakte Haarlemmermeer. Men zal zich herinne
ren dat de stad Leiden vroeger beweerde eigenaar te zijn
van het inmiddels drooggemaakte Haarlemmermeer, en des
wege een reële actie tegen den Staat voor de rechtbank te
Amsterdam heeft ingestelddie haar echter is ontzegden
welke beslissing in hooger beroep is bevestigdterwijl ook het
beroep in cassatie tegen het arrest van het Hof in Noord-
Holland is afgewezen. De vordering van de stad Leiden was
dus nu tot schadevergoeding wegens het verloren vischrecht
beperkt, en deze vordering is bij prorogatie aangebragt bij
het Hof van Zuid-Holland. De stad Leiden eischte een som
van f 27,250, als het tegen den penning 25 gekapitaliseerd
bedrag •"van de jaarlijksche zuivere inkomsten, begroot, naar
de opbrengst van de jaren 1814 tot 1838, op f 1090 'sjaars
voor die gedeelten der stroomwaterenwelke in de droogma
king zijn begrepen; en daarenboven een som van 25,070
voor de drie en twintig jaren welke verloopen warensedert
de stad die jaarlijksche inkomsten eerst gedeeltelijk, later ge
heel had gemist: ofte wel zooveel meerj of minder als, na
rapport (voor zooveel noodig) van deskundigen, door den
Iiove zou worden toegewezen tot algeheele vergoeding voor
verlies en gemis der onteigende wateren. De Staat betwistte
zijnerzijds de gehoudenheid tot schadevergoeding niet, maar
meende, op grond van in het jaar 1843 gevoerde onderhan
delingen en volgens billijkheid met f 15,000 te kunnen vol
staan. Voor de stad Leiden is de heer Mr. S. P. Lipmanvoor
den Staat Mr. J. C. Faber van Riemsdijk opgetreden.
Na voordragt der zaak sprak de heer Lipman het volgende:
#Nu ik volgens een voor vele jaren gevormd levensplan
mijn veertigjarige rechtspraktijk mag besluitenvol innige
dankbaarheid jegens den Algoede, die mij het voorrecht schonk
dit plan te verwezenlijken zij het mij vergund aan dit Hof
mijn eerbiedige en diepgevoelde hulde aantebieden. Het zal
mij steeds een aangename herinnering zijnmeermalen en
tegenover de sieraden der Haagsche balie, voor dit Hof het
woord te hebben gevoerd. Moge op uwe rechtspraak in dit
gewest, Mijne Heeren! bij voortduring de zegen rusten van
Hem, die de bron is van alle gerechtigheid. W. v. h. R.
Men verzekert dat bij de komst v«n het Japansche ge
zantschap hier te lande de ontvangst van hetzelve zoowel te
Helvoet en te Rotterdam als te 's Hage luisterrijk zal zijn,
en overeenkomstig het gewigt der oude betrekkingen, die
Nederland met dat Oostersche eiland rijk heeft onderhouden.
Z. Exc. de Commissaris des Konings dezer provineie zou
zich naar Rotterdam begeven om het gezantschap aldaar te
ontvangen en naar de residentie te geleidende intogt van
hetzelve zou op plegtige wijze geschieden en de Minister
van Buitenlandsche Zaken het aan Z. M. den Koning voor
stellen.
Zondag namiddag te 7 uur is te Amsterdam bij de We-
--tenng^Barrière door een ongelukkig toeval een schuitje om
geslagen^ waarin zich 13 personen, zoowel volwassene als kin
deren,, bevonden, waarvan er acht zijn verdronken en met veel
inspanning J3 mannen, 1 vrouw en 1 kind van zes maanden
zijn gered. Te vergeefs zijn de levenloos opgehaalden door den
in het Huis van Arrest wonende geneesheer Kullen en de
chirurgijns van Haarlem en Pek in een naastbijgelegene tap
perij en door de heeren Dr. Luber en chirurgijn Boom in de
woning van den apotheker Bouvyop de Prinsengracht bij de
Weteringstraat, geneeskundig behandeld. Een der geredden,
die bij het ongeluk zijn vrouw en een nog zeer jeugdig kind
verloren heeftverkeerde dien zelfden avond in krankzinnigen
toestand.
De baron van Heeckeren van Enghuizenonlangs op
den huize Sonsbeek bij Arnhem overledeneen der rijkste
grondbezitters in Nederlandheeft aan de algemeene armen
te'Arnhem 1000 gelegateerd.
Naar men verzekert heeft Ds. II. J. Spijker, predikant
te Amsterdam, de betrekking van administrateur der afdee-
ling voor de zaken der Hervormde Eeredienst bij het depart,
van Justitie aangenomen.
Ds. Chr. Plaat te Harlingen heeft het beroep naar de
Evangelisch Luthersche gemeente te Rotterdam aangenomen.
Te Batavia zijn o. a. aangekomen, de 2de luitenant der
genie J. C. Dozy, de veldpredikers Gerlach en Yoget, met
hun familieDr. van Dissel en familiemevr. Kruseman en
2 kinderen.
Aan het algemeen overzigt van het Bataviaasch Han
delsblad wordt het volgende ontleend:
De officieele mededeelingen der regering leveren geen stof
tot opmerkingen. De nieuw benoemde resident van Dembang
schijnt die^ betrekkingdie men als een afkeuring van eenige
zijner handelingen als resident van Pekalongan beschouwde,
niet te hebben willen aannemen. Hij heeft verlof naar Neder
land aangevraagd en verkregen. Geheel eigenaardig zijn bij
diergelijke gevallen de ambtenaren altijd ziek en moeten een
reis doen naar Nederland tot herstel van gezondheidmaar
die ziekten vertoonen zich gelukkig nooitwanneer zij tot
een hoogere betrekkingdie naar hun zin is bevorderd wor
den. Er zijn nu twee vacatures voor residenten en Rembang
telt nubij de vele residenten die het slechts korten tijd ge
zien beeft, een die er in het geheel niet geweest is.
De berigten van de Buitenbezittingen zijn onbeduidend. Te
Menado was het gerezen geschil tusschen militairen en schutters
niet van dat gewigt, dat men er eerst aan hechtte: er wordt
van daar zeer over het bestuur van den resident geklaagd.
Te Bandjermassing hoort men natuurlijk nog altijd van de
stuiptrekkingen der overblijfselen van den opstand, die ineen
zoo woest land niet zoo spoedig kunnen ophouden als in
Europa.
Op de Oost-kust van Java hebben zich zeeroovers vertoond,
die thans door verscheidene oorlogsbodems worden opgespoord
van eenige goede uitkomst hopen wij onze lezers met de
volgende mail te berigten.
Op den 9den Maart is zekeren Tampi Koropit, onge
veer 15 jaren oud, woonachtig in de negorij Tatelite Me
nado in een padi-tuin door een patelo-slang overvallenwaarop
het dier hem heeft gedood en vervolgens ingeslikt. Den lOden
Maart te 10 uur des morgens heeft men deze slang gevonden
en afgemaakt. Bij meling bleek, dat de slang lang was 20
Rhijnlandsche voeten en dik ongeveer 1£ voet.
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Maan
dag des namiddags te 5 uur 64°, des avonds te 3 uur 55°,
te 10 uur 53°. Dingsdag morgen te 5 uur 52°, te 8 uur
59°, te 12 uur 58°, 's namiddags te 2 uur 58°. te 5 uur 56°.
Den 28sten April 11. is in de hoofdkerk te Madrid een
requiëm gecelebreerdter eere van Cervantesdie aldaar be
graven is. In het koor was een catafalk opgerigt, waarop,
naast het gewaad van de orde der Capucijnen, dat door den
grooten dichter was gedragen een zwaard en een lauwerkrans
was geplaatst, benevens het eenige exemplaar van de groote
oorspronkelijke uitgaaf van Don Quixotte, toebehoorende aan
de Koninklijke Akademie.
Mazzini schijnt heimelijk de hand te hebben gehad in
de beweging te Brescia, die gelukkig onmiddelijk werd onder
drukt door de zorg der regering. Mazzini had van Milaan de