Buitenlandsch Nieuws.
goedkeuring van eenige artikelen van het traktaat over dit
onderwerp gesloten, niet kan goedkeuren en is van meening
dat dan de tijd gekomen is, om handelend optetreden en
overtegaan tot regeling van de Hoofdsluis te Maastrichtzoo
dat niet meer water worde doorgelaten dan noodig is voor de
voeding van de Zuid-Willemsvaart. Dit stuk is gedrukt aan
de leden der Kamers rondgedeeld.
Het schip Waalbarge Catharina, gevoerd door schipper
K. Alsbach, dat 11. Dingsdag te Lobith is ingeklaard, is
Woensdag nacht, ten gevolge van den hevigen storm, op de
hoogte van Huihuizen gezonken. Het vaartuig is letterlijk in
twee stukken gebroken die zich op eenigen afstand van el
kander bevinden. De lading, bestaande uit Vallendar-waren
zal geheel weg zijn.
Het Koninklijk genootschap van acclimatatie te 's Hage
is thans alle moeijelijkheden omtrent het voor eenen Zoölo-
gisch-Botanischen tuin benoodigd terrein te boven gekomen, zoo
dat de werkzaamheden in deze week zullen aangevangen worden.
Men verneemt nader met betrekking tot de in veiling
gebragte, doch thans onder revindicatoir arrest liggende con
fessie van Balthazar Gerardts, dat de boekverkooper van
Doorn is opgeroepen bij den Hoogen Raad ten einde het
voormeld verslag door den Staat gelegd, te hooren van waarde
verklaren.
Het nog overgebleven gedeelte van den vier eeuwen
heugenden windmolenwal te Zutphen wordt thans ten behoeve
der spoorwegwerken geamoveerd en tot dempen der gracht
gebruikt, waar eens het stationsgebouw zal verrijzen. De twee
kanonnen, welke op het noordwestelijke punt van dien wal
sedert een aantal jaren stondenen die in tijden van ijsgang
en watersnood, of bij de komst van hooge Vorstelijke perso
nen met hunne metalen monden den volke het treurige of
vrolijke nieuws van den dag verkondigdenzijn nu zonder
voorafgaande waarschuwing van hun oude verheven standplaats
gerukt en naar het hoornwerk getransporteerd.
Eenige dagen geleden vertoonde zich bij den burgerlij
ken stand te 's Hertogenbosch een sergeant der Pauselijke
zouavenin garnizoen te Rome, met verlof uit Rome naar
die stad gekomen, om naar zijn overtuiging het vaderschap
Van een kind te erkennen, dat onlangs aldaar van een jonge
dochter uit een fatsoenlijke familie werd geborenwelke laatste
bij haar bevalling overleden is. De sergeant-zouaaf is eenige
zoon eener aanzienlijke en vermogende familie uit Belgie, bij
welke de moeder van zijn kind als kamenier diende; hij werd
op haar verliefden met het stellig besluit om haar te hu
wen deed hij haar voorloopig in een kloosterlijk-opvoedings
gesticht opnemen tot het aanleeren van talen en verdere kun
digheden om in de wereld volgens haren toekomstigen stand
te kunnen verschijnen. Hij werd echter door zijn familie en
vooral door zijn moeder in zijn voornemen bestreden en zoo
danig tegengewerkt, dat hij van een huwelijk met zijn be
minde moest afzienen ten gevolge van diennadat hij haar
hier gebragt en voor haar onderhoud gezorgd hadnaar Rome
reisde en dienst nam onder de soldaten van Z. H. den Paus,
die men zouaven noemt. Daar werd hem kennis gegeven van
de bevalling zijner geliefde, tevens van haar dood en de over
blijving van zijn kind dat te verzorgendreef hem uit Rome
naar 's Hertogenbosch. Met de erkenning van dat kind had
hij voornamelijk deszelfs onbezorgde toekomst op het oog,
ingeval van zijn overlijden of sneuvelen voor den vijand. Na
hier zijn vaderlijken pligt te hebben vervuld, is hij weder naar
zijn regement te Rome teruggekeerd.
In N®. 33 van de Landbouw-Courant, wordt uit waar
nemingen en door cijfers op merkwaardige wijze aangetoond
hoezeer het mishandelen van slagtvee nadeelig werkt op het
gewigt der dieren. Deze belangrijke waarschuwingen worden
besloten met deze woorden: Onze Nederlandsche slagers heb
ben geen flaauw begrip van de verliezen, welke zij zichzelven
berokkenen door het mishandelenhet vermoeijen door over
drijven en vooral door het beestachtige uithongeren tot ver
mindering van den accijns, en dit verlies is des te aanmer-
kelijker, naarmate het vee van betere hoedanigheid is. Zoo
sommige slagers dit al weten is het niet overbodig dat zij
die kennis ook aan hunne bedienden mededeelen.
In den Nederlandschen Spectator vindt men een vlugtige
beoordeeling of aankondiging van het, werk des heeren A. Hal-
berstadtwaarin we lezen#Ik ben aan het lezen gegaan en
toen ik bijna alles uitgelezen had, dacht ik: wat al beweging
om één enkel mandie verongelijkt is. Hij is beschuldigd en
veroordeeld wegens daden die hij niet gepleegd heeft of die
geen misdrijf uitmaakten. Hij werd beschuldigd dat hij papie
ren ridderorders aan hooggeplaatsten had toegezonden en later
bleekdat een ander dat vreesselijk vergrijp had gepleegd. Hij
werd beschuldigd in een vertrouwelijken brief aan een vriend
zich oneerbiedig te hebben uitgelaten over de gestelde mag-
ten die brief werd gestolen en ter kennis gebragt van de
autoriteiten en op grond van dien vertrouwelijken brief en van
de spotternijdie hij niet had bedrevenwerd hij weggejaagd
uit de dienst of, zoo als men het noemt, niet eervol en zon
der pensioen of wachtgeld ontslagen. Hoe is het mogelijk
niet waar, dat iemand die weggejaagd is, nog zoo brutaal is
om redres van eer te vragen en zich niet te vreden stelt met
de toegeworpen aalmoes om hem voor den hongerdood te be
hoeden. Hoe is het mogelijk, dat zulk een man nog de driest
heid heeft de gebreken aantewijzen van het bestuur, waarvan
hij het slagtoffer was. Hoe is het mogelijkdat hij nog durft
spreken van de West en het koloniaal bestuur. Zoo iemand
moest zwijgen. Ik wil er ook niet over zwijgenen ten hoogste
afkeurendat iemand die verongelijkt iszijn mond niet
houdt."
Bij de op heden plaats gehad hebbende inlevering vau
stembriefjes, tot verkiezing van een lid voor den Gemeente
raad, zijn opgekomen uit Wijk 1, 2, 3, 4 van de 665 kiezers 256.
Wijk 5, 6, 7, 8 en 9 van de 740 kiezers 278.
in het geheel van de 1405 kiezers 534.
Maandag avond overleed te Leiden de Edel-Achtbare
Heer Mr. C. G. Luzac, kantonrechter te Woerden.
Heden morgen is alhier opgehaald uit de Oranjegracht
het lijk van Abraham Noest, die reeds 4f week geleden ver
dronken is, wat aan misbruik van sterken drank moet worden
toegeschreven.
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Maan
dag des namiddags te 5 uur 50°, des avonds te 8 uur 46°,
te 10 uur 44°. Dingsdag morgen te 5 uur 44°, te 8 uur
46°, te 12 uur 55°, 's namiddags te 2 uur 55° en te 4 uur 53°.
Vrijdag 11. hield de kamer van afgevaardigden te Turin
een zitting. De heer Cordova, dien de Opinione verzekerde
dat zijn ontslag had ingediend, zat op de bank van ministers
met het nieuwe kabinet. De heer Ratazzi neemt het woord en
zegt: Onze staatkundige antecedenten zijn een waarborg voor
ons volgend gedrag. Ik wil u niet verbergen, dat de toestand
groote moeijelijkheden oplevert en ons een groote verantwoor
delijkheid oplegt. Onze taak is het land te organiserende
tot nu toe nog verdeelde provinciën te vereenigen en de Ita-
liaansche provinciën te bevrijden, die nog geen deel uitmaken
van het rijk. In onze buitenlandsche betrekkingen zullen wij
trachten met andere natiën in goede verstandhouding te leven.
Een politiek van afzondering is niet mogelijk. Wij zullen onze
pogingen daartoe aanwenden, dat geen gebeurtenis, welke op
de lotgevallen van Italië invloed kan uitoefenen ontsta zon
der dat onze staat daaraan deelneme. Ten aanzien van Frank
rijk zullen wij nimmer vergeten dat wij aan het bloed, door
hare kinderen gestort, grootendeels te danken hebben, dat
wij in den rij der volken de ons toekomende plaats in
genomen hebben. Wij zullen ook niet vergeten dat En
geland zich steeds vriendschappelijk heeft betoond in onze
betrekkingen tot die mogendheid. Wij zullen de waardigheid
en de onafhankelijkheid van onzen staat beschermen. Daar
wij met de anaere natiën op vriendschappelijken voet willen
verkeerenzullen wij door de wijsheid van ons gedrag hun
vriendschap trachten te verwerven. Doordien wij noch met
woordennoch door daden uittartend zullen handelen zullen
wij het bewijs leveren, dat wij den vrede der wereld niet op
hét spel willen zetten. Ten aanzien van het Romeinsche vraag
stuk zullen wij de beraadslagingen van het Parlement in het
oog houden j wij zullen zedelijke en diplomatieke middelen