Buitenlandsch Nieuws. trekken en de weduwe met twee dochters blijven bij het lijk waken, 's Morgens ongeveer zes ure zette de vrouw koffijom die aan de uitkleeders te kunnen schenken. Maar er komt beweging in de bedstedede vermeende doode staat opver laat het bed en zet zich bij het vuur op een stoel neder. Hoe de aanwezigen schrikten, behoeft niet te worden gezegd. Onze landman had zich ziek en vervolgens dood gehouden, terwijl het toeval wilde dat bij koud was en een doodskleur op zijn gelaat lag. Volgens zijn eigen zeggen zou hij dien dwazen stap hebben gedaanooi eens gewaar te worden wat men na zijn dood wel van hem zeggen zou. Twist en oneenigheid toch heerschte reeds lang in die woning en hij verwachtte dat zijn heengaan geen rouw maar groote blijdschap zou veroorzaken. Wat er gebeurd is toen men hem gestorven waande, vertelt hij wijsselijk niet, maar de doode man gaat thans over ieders lippen. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Maan dag des namiddags te 5 uur 37°, des avonds te 8 uur 34°, te 10 uur 33*. Dingsdag nacht te 12 uur 32°, 's morgens te 3 uur 29°, te 5 uur 27°, te 8 uur 30° te 12 uur 36°, 's na middags te 2 uur 36° en te 4 uur 37°. -Berigten uit Athene melden, dat de hoogeschool aldaar gesloten i9. De Belgische vice-consul te Nanplia moet ook in den opstand betrokken zijn. -Ter gelegenheid der kermis te Lyon bevond zich dezer dagen aldaar ook een menagerie. Een leeuwin, die vroeger zeer wild was en daarom in een hok werd afgezonderd ge houden, had nu laatstelijk onderscheiden blijken gegeven van in de dieren-maat9chappij te kunnen worden toegelaten. Daarom besloot de eigenaar Maandag 11. de schuifdeur, die de leeuwin gescheiden hield van een leeuw en leeuwinweg te halen doch naauwelijks was dit geschied of de leeuw Wallace en zijn gezellin sprongen op eerstgenoemde toe en bragten haar na een kort doch allervreeselijkst gevecht om het leven waardoor den eigenaar een schade van 200 is veroorzaakt. Gedurende het gevecht maakten de overige wilde beesten £een onbeschrijfelijk rumoer. Op het gecostumeerd bal van Gravin Walewski te Pa rijs bevond zich ook Keizer Napoleon. Z. M. droeg een do mino en courtiseerde eene dame, die hem niet herkende. Hij plaagde haar om den ruiker, dien zij in de hand hield. Zij echter bleef volstandig weigeren en gaf eindelijk zooveel te kennendat ze den vrager erg lastig vond. Maar deze liet zich niet afschrikken en bleef aanhouden tot dat een ander masker op zijde kwam en op luiden toon zeide: *Wat ik u bidden mag, dame, geef hem dat bouquet; hij is anders in staat, om ook van u te zeggen dat gij tot een ontaarde en ondankbare natie behoort." Deze toespeling op 's Keizers brief aan den Graaf de Palikao deed den man in domino "begrij pen dat hij herkend was. In een oogenblik verdween hij on der de menigte, natuurlijk zonder het bouquet. Bij gelegenheid van de demonstratie der studenten te Parijs, ter eere van prof. Penan, moeten 200 studenten ge arresteerd zijn. Zijn voorlezing ziet reeds bij den boekhande laar Michel Levy het licht, onder deu titel: Over het aandeel der Semitische volken aan de geschiedenis der beschaving. Zijn benoeming tot hoogleeraar in de Hebreeuwsche letterkunde was van den beginne de clericalen een doorn in het oog, want men wist zeer goeddat zijn denkbeelden over den stichter des Christendoms indruischen tegen de leer der Katholieke kerk. Het gevoelen is dan ook vrij algemeen, dat men hem of niet had moeten benoemen, of, eenmaal benoemd zijnde, in zijn functien niet had moeten schorsendan was ten minste de nu bestaande gisting, zoowel onder de aanhangers als onder de vijanden van dien geleerde vermeden geworden. Niet onbelangrijk is het voor ons en in onzen tijd het oordeel te vernemen van verschillende fransche dagbladen over den Keizerlijken maatregel ten aanzien van Prof. Penan te Parijs. Wij deelen daarom bet volgende mede: De heer Peyrat laat zich in de Presse aldus uit over de sluiting van Renan's collegie: «-Hoe ook beschouwd, is de maatregel niet te verklaren. Toen de regering den heer Penan benoemd heeft tot hoog leeraar in het Hebreeuwschkende zij hemen kende zij hem niet alleen als geleerde, maar als wijsgeer en vrijdenker. Zij wist zeer goed, dat hij een groote onafhankelijkheid van geest aan zijn uitgebreide kennis paarde, reeds sedert lang het juk van het zoogenaamd onfeilbaar autoriteitsgeloof had afgeschud en, volgens zijne eigene woorden //het geloof dat verplet en klein maakt", had vervangen door #het geloof dat verheft, verbeterd en sterkt." Zij heeft hem toch ongetwijfeld niet de beleediging aangedaan te meenen, dat hij, van positie veran derende, ook van beginselen zou veranderen; zij heeft hem niet in staat kunnen achten, zijn geweten te beliegen door de waarheid te verbloemen en van zijn leerstoel te onderwij zen wat strijdig is met hetgeen hij in zijn boeken volhoudt. Zijn die leerstellingen onbestaanbaar met het openbaar on derwijs, dan waren zij dat ook vóór de benoeming van den heer Penanen dan had men hem niet moeten benoemen. Een van beiden dus: óf de sluiting van het collegie is een concessie aan de clericale partij, óf het is een inconsequentie; tertium non datur. In beide gevallen is de maatregel diep te betreuren. De heer Rouland beweert, dat de door den heer Penan blootgelegde leerstellingen het christelijk geloof krenken. Er bestaat dus een officieel christendom? Dat is iets nieuws en kan tot veel leiden. Montesquieu was dan waarschijnlijk geen christen; Voltaire natuurlijk ook niet; Diderot en la Lande waren klaarblijkelijk atheïstenLocke en Newton waren geen drieëenheidsmannendus geen christenen naar het platte denk beeld, dat men aan dit woord hecht. Zoo dus die mannen nog leefden, zou mijnheer Rouland hun niet de leerstoelen en het openbaar onderwijs toevertrouwen, en deed hij het al, dan zou hij hunne collegiën sluiten. //Er bestaat dus een officieele orthodoxie? Wij hebben dus, gelijk onder Lodewijk XIV, een grootmeester der Fransche theologie? De regering heeft dus een nieuwe openbaring ge had en de waarheid ontdekt te midden van zaken die tot dusver onbegrijpelijk heetten? Zij kan dus voortaan bevelen, te kiezen tusschen Plato en Aristoteles, tusschen Rome en Genève, tusschen Descartes en Newton tusschen Locke en Malebranche, en de grens bepalen, tot waar officieel de ge leerden wijsgeeren en theologen gaan kunnen //Wij hebben van inconsequentie gesprokendie van den heer Rouland is nog grooter dan zij in het eerst schijnt. De staat bezoldigd drie godsdiensten, de R. K., de Protestantsche en de Israëlitische. Van die drie zijn ten minste tweevalsch, en dan betaalt de staat officieel twee klaarblijkelijke dwa lingen. fMaar meer nog: de heer Penan gelooft niet aan de god delijkheid van Jezus Christus, maar hij spreekt van hem in uitstekende taal, als een geleerde, gewoon diepe kennis met gezonde philosophic overeen te brengenals waar philosoof die noch vreest de schroomvallige gemoederen door zijn open hartigheid, noch de overdrevenen door zijn gematigdheid te schokken. Jezus, zegt hij, was een onvergelijkelijk man. Spre ken zoo de Israëlietendie door de regering bezoldigd wor den? Neen, zij leeren dat Jezus een valsch profeet was, eea wetverkrachter, een rustverstoorder, en dat hij terecht ter dood gebragt is. En wie krenkt nu meer het Christelijk geloof, de rabbijn die dat leert, of de heer Penan,''die zegt, Jezus was een onvergelijkelijk manhij grondvestte de eenige godsdienst der menschheid? Heeft de heer Rouland gelijk gehad met het collegie van Renan te sluitendan moet hijom conse quent te zijnden Keizer verzoeken een besluit te nemen tot sluiting der synagogen." De Temps zegt het volgende: De Monde, die Woensdag morgen de openingsrede van den heer Renan aanviel, zal het besluit toejuichen. Wij vra gen verlof, dat niet te doen en het integendeel diep betreu renswaardig te vinden. In zake van geloof is de hedendaag- sche staat jure en facto onbevoegd; de onbevoegdheid wat aangaat het recht volgt uit de beginselen van 89; de feite lijke blijkt duidelijk uit 's ministers eigen woorden. Zoo de minister van openbaar onderwijs nog gezegd had, dat de door den heer Renan ontwikkelde leerstellingen christelijke geloofs overtuigingen krenken, dan had hij wat het feit betreft gelijk gehaden had men hem slechts kunnen verwijtendat bij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1862 | | pagina 2