LAND- EN ZEEMILITIE. SPIEGELFABRIEK. NATIONALE Advertentiën. jM. A. SANDERS COMP., Leiden, 27 Januarij 1862. Leiden, 28 Januarij 1862. De mededeelingen van Broadlands, \vegen9 den gezond heidstoestand van Lord Palmerston, luiden niet zeer gunstig. Een vrienddie hem onlangs bezocht en eenige dagen bij hem doorbragt, had hem althans zeer veranderd gevonden. Werk zaam en geestig blijft hij nog wel even als vroeger, maar lig- chamelijk is hij merkelijk verzwakt, zijn spijsvertering minder goed, zijn ruggegraat zigtbaar gekromd, zijn hardhoorigheid toegenomende beenen weigeren nu en dan hun dienst en de aanvallen van jicht worden menigvuldiger. Ofschoon niets van dat alles, ten ware het aanvallen der jicht op de edeler dee- len zijn mogten, oogenblikkelijk gevaar aanduidt, vreest men nogtans dat de 78jarige eerste Minister de leiding der zaken in het Lagerhuis niet terstond bij de heropening van het Par lement op zich zal kunnen nemenen vraagt zich af wie in dat geval met die taak belast zou zijn, de keuze daarvoor niet zeer ruim iswant graaf Russell behoort nu in het Hoo- gerhuis te huisen aan de overige Ministers die in het La gerhuis zitting hebbenontzegt de openbare meening die ken nis van personen en zakendie scherpen en veel omvattenden blik die gave om in zijn antwoorden scherpheid aan beleefd heid te parenwelke zich in Lord Palmerston in zoo buiten- gemeene wijze vereenigen. Alleen de heer Gladstone en sir G. Cornewall Lewis zoudenofschoon hun veel van dat alles ontbreekt, welligt in aanmerking kunnen komen. Omtrent het vreeselijk ongeluk dat te New Hartley heeft plaats gehad verneemt men nader de volgende bijzonderheden. De Hartley kolenmijn is de diepste van Groot Brittanje. De geheele diepte der schacht is ongeveer 100 vadem, en zij gaat door drie kolenbeddingenwaarvan de eerste zich op ongeveer 30, de tweede op 60 en de derde op 100 vadem diepte bevindt. De beide bovenste lagen zijn uitgeputen men werkt slechts in de onderste, maar door de groote diepte en andere omstandigheden bragt de mijn zeer weinig open men bezuinigde dus zooveel mogelijk. Het grootste bezwaar waarmede men te kampen hadwas de menigte water, die in deze bedding doordrong. Men heeft daardoor zelfs een tijd lang gemeend, dat de mjjn in onmid- delyk verband 9tond met de zee, en wilde haar verlaten maar door een krachtige pomp slaagde men er in den vijand in be dwang te houden. Men beging echter de onvergeeflijke on voorzichtigheid de buizenwaarin het water werd opgepompt door de schacht te leggendie den eenigen ingang vormde voor de werklieden en te gelijk den uitgang voor de uitge- dolven steenkool. Bovendien was de schacht gegraven in zeer lossen gronden dus rondom met hout bekleedterwijl zij om de luchtverversching te bevorderen door een middenschot in tweeën was gedeeld. De Rijks-inspecteur vond echter deze inrigting zoo weinig voldoende, dat men op zijn bevel twee kleinere schachten had geboord voor ventilatie, waarvan de eerste van den beganen grond uitkwam in de bovenste bed ding, en de tweede van de middelste bedding in de onderste zoodat dus tusschen de middelste en bovenste geen ander middel van gemeenschap bestond dan de groote schacht. Toen nu de ijzeren boom naar beneden stortte, alles omver rukte, en de schacht dus tot aan de bovenste bedding met puin en zand was opgestopt, konden de werklieden zich tegen het wa ter beveiligen, door in den ventilatie-koker naar de tweede bedding te klimmenmaar daar deze niet met de bovenste in gemeenschap was, behalve alleen langs den gewonen weg, die nu is vernield, moesten ze daar vertoeven tot men hen te hulp kwam. Als er een tweede uitgang bestaan hadwaren de mannen binnen een half uur gered geweest. De hoop, die men Woensdag nog koesterde, dat men ten minste een gedeelte der 215 in de steenkolenmijn van Hartley New-Pitt bedolven ongelukkigen zou kunnen redden heeft zich niet verwezenlijkt. Niettegenstaande de schier bo- venmenschelijke pogingen heeft men er niet in mogen slagen een enkele der slagtoffers te redden. Het schijnt dat zij reeds Zondag nacht waren bezweken tengevolge van den kolendamp, die zich in de mijn had ontwikkeld. De verslagenheid die dat ongeluk veroorzaakt, laat zich beter beseffen dan beschrijven. Onder de 215 slagtoffers dier ramp bevonden zich ruim 100 huisvaders, die zeer talrijke huisgezinnen achterlaten, welke laatiten nu geheel broodeloos zyn. Bevallen van eenen Zoon JEANNE EVERDINE VAN LANGEVELD Echt- genoote van J. E. ZIRKZEE. Tegen primo Mei a. s. wordt alhier te HUURge- vraagd vooreen Klein Gezin een Ongemeubileerd BOVENHUISbe vattende twee of drie Kamers en ver dere gemakken op een Fatsoenlijken Stand. Adres met opgaaf der Huurprijs onder i N°. t. aan den Uitgever deze». De Vereeniging tot voortdurende on dersteuning der nagelaten betrekkingen va* verongelukte Visschers der Reederijen te Katwijk aan Zee en Noordwijk aan Zee heeft nog in dank ontvangen, door tus- schenkomst van Ds. SLUITER te Voor schoten, een Bankbillet a f 25. E. LAURILLARDPres. A. VAN DRIEL, Secr. te Arnhem. i \Vorden gevraagd SPIEGELMAKERS hoofdzakelijk bekend met het vergulders- werk, kunnende voor vast geplaatst worden, mits solide van gedrag en goed hun werk verstaande. De Ondergeteekende Commissionair in PLAATSVERVANGERS voor de Na tionale Land- en Zeemilitie, sedert het jaar 1830 als zoodanig werkzaam in de Provinciën Noord-Zuid-HollandUtreeht en Gelderlandheeft thans dezen zijnen werkkring over alle Provinciën des Rijks uitgebreid. Naar aanleiding van de Nieuwe Wet op de Land- en Zeedienstdie den lsten January 1862 is in werking getreden, beveelt hij Ouders en Voogden, die hunne Zonen of Pupillen willen doen vervangen bijzonder aan accoorden te treffen vóór de Lotingwijl deze het voordeeligst zullen zijnomdat de bovengenoemde Wet bepaalt, dat uit de Lotelingen een zeker aantal voor de Zeemilitie of Zeedienst zullen bestemd worden. Ieder belanghebbende wordt bij vervanging in de Land- of Zeedienstdoor den Ondergeteekende gewaarborgd voor den bij de Wet gevorderden diensttijd zonder eenige bijbetaling of kosten. Omtrent zijne soliditeit en geschiktheidde getrouwe naleving zijner contracten en den waarborg, dien men in het sluiten van verbindtenissen met hem bezit, verwijst hy ieder belanghebbende naar de Chefs bij de boven aangeduide Provin ciale Bureaux, met de zaken der Nationale Militie belast, die hen onpartijdig kun nen voorlichten; een tal van Certificaten van^ de Nobelste in het Rijk afgegeven bewijzen zulks te meer. Information omtrent zyn persoon enz. geven de onder staande Heeren De Wel-Ed. Gestr. Heer van löbensels Notaris te Zutphen. De Wel-Ed. Heer arend noorduijn Korenkooper te Nijmegen. De Wel-Ed. Heer coppens Fabriekant te Nijmegen. De Wel-Ed. Gestr. Heer a. f. c. van Hasselt Notaris te Arnhem. Inlichtingen zijn te bekomen bij defi Heer wagner naast de Kerkboog op de Groote Markt te Nijmegen of bij UEd. Dw. Dienaar A. BOMBACH, ■u die mede tot procuratiehouders en in zijnen naam handelendeheeft aangesteld zijnen Zoon J. BOMBACH en zijnen Schoonzoon J. MEN. Adres: den Huize «Welgelegen buiten de Catheryne Barrière te Utrecht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1862 | | pagina 3