Buitenlandsch Nieuws. de verpligtingendie op de miliciepligtïgen rusten en die zoo zeer verschillen van de tot dusver bestaande wetten op de miliciedat wij gemeend hebben den lezers van dit blad geene ondienst te doen, door hun met eenige dier nieuwe wetsbepa lingen bekend te maken. Tot de aangiften voor de milicie zijneven als tot dus verre, verpligt alle jongelingen, die hun 19 jaar zijn inge treden. De aangifte moet geschieden tusschen den 1 en den 31 Jan. Geschiedt zij na den 31 Jan., doch voor den 31 Dec., dan worden de belanghebbenden alsnog ingeschreven doch zijn zij alsdan vervallen in een boete van f 25 tot 100. De loting geschiedt in het jaar, volgende op dat der inschrij ving, wanneer de ingeschrevenen hun 20 jaar zijn ingetreden. In dat jaar worden ook de reklames der lotelingen beoor deeld, omdat, volgens de wet, elke reden van vrijstelling moet bestaan op het tijdstip, waarop zij wordt aangevraagd. De jaarlijksche vrijstellingen zijn vervallen. De lotelingendie op vrijstelling aanspraak hebben worden door den milicieraad voortaan voor altijd van de dienst der milicie vrijgesteld, zoo dat ieder in het jaar, waarin hij geloot heeft, kan weten, of hij al of niet bij de milicie moet dienen. Een belangrijke bepaling bevat de wet omtrent de lotelin gen, die in de jaren 1858, 1859 en 1860 tijdelijk van de dienst zijn vrijgesteld. Deze toch behoeven hun regt op vrij stelling niet weder door eenig bewijs te stavennoch voor den milicieraad te verschijnen; zij worden door dezen voor altijd van de dienst vrijgesteld. De lotelingen echter voor de ligting van het jaar 1861, die den 1 Jan. 1862 hun 20 jaar nog niet hebben volbragt, en in 1861 tijdelijk (voor een jaar) zijn vrijgesteld, zijn, wanneer het door hen getrokken nommer dienstpligtig is, niet ontheven van de verpligtingen omtrent de miliciedienst uit de nieuwe wet voortvloeijendeen zullen alzoo voor de dienst worden aangewezen, wanneer zij geen op die wet ge grond recht van vrijstelling kunnen doen gelden. In de volgende gevallen wordt die vrijstelling verleend; 1°. wanneer de loteling kleiner is dan 1,55 el. Bij de vorige wet was de lengtemaat bepaald op 1,57 el); 2°. bij ziekelijke gesteldheid of gebreken die den loteling voor de krijgsdienst ongeschikt maken; 3°. wanneer de loteling eenig wettige zoon is, onverschillig of de ouders in leven of overleden zijn. (Tot dusver werd vrijstelling verleend aan hendie eenig kind of moeders kostwinner was. Deze vrijstelling wordt voortaan niet meer verleend); 4°. wanneer de loteling vóór den 1 Jan. van het jaar, waarin hij voor de milicie werd ingeschreven, bij het leger te lande of bij krijgsvolk in 's rijks overzeesche be zittingen in dienst is getreden en zich nog in dienst bevindt 5°. wanneer de loteling adelborst of kadet is op een van 's rijks militaire scholen6°. wanneer hij van rijkswege of in een van 's rijks inrigtingenhetzij voor de militaire genees kundige dienst, hetzij tot militair paardenarts wordt opgeleid 7° wanneer hij vijf jaren in een lageren rang dan dien van officier als vrijwilliger gediend heeft; 8°. wanneer een wettige broeder of halve broeder van den loteling in een lageren rang dan dien van officier dient of gediend heeft. {Wordt vervolgd'). Men leest in de Utrechtsche Courant: Wij gewagen met een enkel woord van het loos alarm van gister morgentoen door te groote activiteit van den toren wachter, de brandklok en de verdere klokken werden geluid en de brandspuiten zijn opgetogenom niets minder te pro beren, dan de zon te blusschen, die, na eenige mistige dagen, weder eens ten half acht ure schijnende, den half slapenden wachter van een brand buiten de Tolstraat deed aroomen. Door den algemeenen kerkeraad der Ned. Herv. ge meente te Haarlem isuit het bevorens gemaakte twaalftal het volgend zestal van predikanten opgemaakt: Ds. B. ter Haar Bz., te Nijmegen; E. J. Jungius, te DremptW. C. E. Kochte Delft; L. H. Koolhoven, te Bergambacht; J. Posthumes Meyeste Groningenen J. Stemberg te Arnhem. Toezegging van beroep gegeven aan den heer A. C. Duker, th. dr. en kandidaat bij het prov. kerkbestuur van Noord- Holland door den Kerkeraad der Herv. gemeente te Barchem (cl. Zutphen). Ter vervulling der predikantsplaats bij de Herv. gemeente aan de Leur (cl. Breda)zijnde een Koninklijke collatieheeft Z. M. de benoeming uitgebragt op Ds. H. J. D. Hellendoorü pred. te Nieuw en St. Joostland. Benoemd tot hulpprediker bij de Herv. gemeente te Heus- den de kandidaat J. C. van Heukelom. Aangenomen het beroep naar de Herv. gemeente te Vianen door Ds. J. D. Holsteynpred. te 's Gravelanddat naar Huizen (cl. Amsterdam) door Ds. J. van der Werff, pred. te Wijk bij Heusdennaar Delfzijl door Ds. H. Miedendorp, pred. te Schalsum. Bedankt voor het beroep naar Wemeldinge (cl. Goes) door Ds. W. J. Geselschap, pred. te Aalburg en Heesbeen. Onze stad heeft weder een groot verlies geleden. De heer Mr. D. C. Viruly van Pouderoyen is in den avond van den 4den dezer aan zijn familie en vrienden ontvallen. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Zatur- dag des namiddags te 5 uur 40°, des avonds te 8 uui* 38°, te 10 uur 38°. Zondag nacht te 12 uur 38°, 's morgens te 3 uur 39°, te 5 uur 40°, te 8 uur 40°, te 12 uur 39°, 's na middags te 2 uur 41° en te 5 uur 38°, te 8 uur 37°, te 10 uur 36°. Maandag nacht te 12 uur 35°, 's morgens te S uur 37°, te 5 uur 34°, te 8 uur 32°, te 12 uur 38°, 's namiddags te 9 uur 37° en te 4 uur 34°. j O hc .*1 Op Nieuwjaarsdag is officieel aan het palais Eoyal aan gekondigd dat Prinses Clotilde, gemalin van Prins Napoleon zich in gezegende omstandigheden bevindt. In het Noorden van Frankrijk zijn een aantal valsche gephotographieerde bankbiljetten in omloop gebragt. Ze waren in het geheel van de echte niet te onderscheiden, waardoor een aantal personen er de dupe van is geworden. Aangaande de gasontploffing in het Casino is nog het volgende medetedeelen. De vrouwdie met een kleine uitstal ling voor de deur van het gebouw stond, is het eerst ge dood. De wagen van een bleekvrouw is twintig pas verder geworpen. Een bakkerin, die aan den overkant woont, is zwaar gewond. Een voorbijganger is de neus, als met een scheermes, afgesneden. Een koffij huisjongen is het gelaat ge heel verbrand. Behalve de werkmandie nakeek of alles in orde was, is nog een onbekende gedood. Twee pompiers zijn gewond, een nagenoeg doodelijk. Vele personen, die stonden te kijkenzijn in een open kelder gevallenwaarin zij dreig den te stikken. Het aantal gekwetsten zal ongeveer 20 a 22 bedragendoch men vreestdat het aantal dooden niet gering zal wezen. Wegens de groote ontploffing van gas in het Casino, zal het gebruik van draagbaar gas binnen Parijs verboden worden. Gelijk voor eenige jaren de Keizerin de crinoline in de mode bragt, doet zij het thans met het schaatsenrijden, en en indien het koude weder aanhoudt zal op den Vijverberg in het bois de Boulogne een schaatsenrijderij bij fakkellicht plaats hebben. De Keizerin heeft in het schaatsenrijden een zekere vaardigheid erlangt, hetgeen echter niet belette dat H. M. eergisteren uitgleed en viel. Poolsche, Kussische en Engelsche dames wedijveren met de Fransche in bevalligheid en kunstvaardigheid. Men heeft eergisteren verscheiden dames gezien die een bijzonder kostuum voor het schaatsenrijden had den met zeer korte rokken en vrij hooge laarsjes, terwijl een Heer, de markies de Gallifet, een korte broekbenevens rood en zwart gestreepte kousen droeg. Dingsdag jl. is in het krankzinnigen-gesticht Bedlam hospitaal in 67jarige ouderdom overleden David Davis, die in 1818 een moordaanslag op Lord Palmerston had gepleegd. Toenmaals werd Davis vrijgesprokenomdat de geneesheeren hem voor krankzinnig verklaarden en sedert bleef hij een be woner van genoemd krankzinnigen-gesticht. Volgens een gerucht, ligt Koning Leopold te Osborne lijdende aan een keelziekte, welke hoezeer niet van gevaar lijken aardechter, met het oog op den boogen ouderdom des lijders, veel ongerustheid inboezemt. De Mexican Extraordinary van 28 Nov. 11., een blad., dat in de hoofdstad der Mexicaansche republiek het licht ziet, meldt, dat de toestand des lands niet is verbeterd. Het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1862 | | pagina 2