Buitenlandsch Nieuws. De ondergeteekende kan de bepaalde verzekering geven, dat door de aanneming van dit wetsvoorstel de volledige uitroe- ring der concessie geen geraar zal lijden. Hij rereenigt zich geheel met hetgeen, blijkens het Voorloopig Verslag, reeds in de afdeelingen der Kamer is geantwoord op de bedenking welke aan het partiële dezer voordragt werd ontleend. Hij meent daarbij zich te mogen gedragen aan hetgeen met opzigt tot den aanleg der staatsspoorwegen op een gelijksoortige beden king is geantwoord. Het partiele der onteigeningswet verandert in geen enkel opzigt de concessie, en vermindert noch de bedingen, noch ;de termijnsbepalingennoch ,de waarborgen, welke daarin zijn vervat. De concessionaris is dan ook even min ten aanzien van het baanvak Scheveningen-'s Gravenhage als ten aanzien van het baanvak Leiden-Woerden in gebreke geweest aan zijn verpligtingen te voldoen. Men moet niet uit het oog verliezen dat, zoo de aangegane verbindtenissen slechts partieel door den concessionaris wierden vervuld, deze alle nadeelen en lasten der concessie zou dragen en (zie art. 5) alle voordeelen daarvan verliezen. In dit opzigt kan derhalve geenerlei grond zijn voor bezorgdheid, evenmin als voor het geen vroeger werd beweerd dat de concessie geheel onuitge voerd zou blijven. De vertraging van de goedkeuring der plannen betrekkelijk den tak Scheveningen-'s Gravenhage is niet ontstaan van de zijde van den concessionaris, die, gelijk ook in het Voorloo pig Verslag wordt te kennen gegevendeze plannen vóór bet vastgestelde tijdstip behoorlijk heeft ingeleverd. Van een andere zijde, uit 's Gravenhage zelf, welke gemeente hier het meeste belang heeft, zijn ten aanzien van de rigting menigvuldige bezwaren aan de regering kenbaar gemaakt. De ondergeteekende wenschtzooveel mogelijk, de rigting, welke door de regering is te bepalen, met alle billijke belangen in overeenstemmi. g te brengen. Dien ten gevolge is herhaald overleg ook met het gemeentebestuur, zijn herhaalde opnemin gen noodig geweest, welke veel tijd hebben gevorderd en nog tot geen bevredigende uitkomst hebben geleid. Intusschen zal de aanvankelijke vertraging ten aanzien van dit gedeelte aan de oplevering van de geheele geconcessioneerde lijn, op den bij de concessie bepaalden tijd waarschijnlijk niet schaden. De aanleg toch van de lijn Leiden-Woerden vordert zoowel wegens haar meerdere lengte, als uit hoofde van de daarvoor gevorderde kunstwerken, een langere tijdsruimte. Uit hoofde van de bezwaren tegen de rigting van de lijn Scheveningen- 's Gravenhage de indiening der onteigeningswet ten behoeve van het andere baanvak opteschorsenging niet aan. Art. 70 der wet op de onteigening ten algemeenen nutte levert hier voor niet den minsten grond, vooral niet in het onderwer- pelijk geval, daar de spoorweg van Leiden nuar Woerden, ofschoon slechts een onderdeel van het aan den concessionaris gegunde werk, ongetwijfeld op zich zeiven een werk van algemeen nut is. Het denkbeeld, om de tegenwoordige onteigeningswet tér zijde te stellen tot dat zij geheel het werk omvatten kanmoet door het vorenstaande vervallen. Voor het doel, waarvoor dit middel aangegeven wordt, is het volstrekt onnoodig, want dat doel is volkomen verzekerd. Het eenige gevolg zou zijn, dat een ondernemingwaarvan het algemeene nut wordt er kend of onmogelijk gemaaktof in het gunstigste geval noo- deloos vertraagd werd. Dat algemeen en met aandrang gevraagd is naar den stand der aansluiting van den Rhijnspoorweg aan den Hollandschen spoorweg te Rotterdam mag de Minister als het bewijs aan merken van de groote waarde, die door de Kamer aan deze zaak wordt gehecht. Ter beantwoording van de vraag welke betrekkelijk die aan sluiting wordt gedaan, kan de Minister mededeelen, dat kort na het tijdstip, in het Voorloopig Verslag aangegeven, de maatschappij in rechten is aangesproken tot vervulling van hare verpligtingen, bij exploit van 18 Julij 1860. Van de zijde der maatschappij is daarop voorgesteld de exceptie van niet-ontvankelijkheid, op grond dat niet bleek, dat bij Ko ninklijk besluit het voeren van het geding was bevolen. De arrondissements-rechtbank te Amsterdam heeft die exceptie bij vonnis van 16 January 1861 afgewezen. Daarvan is aan het prov. gerechtshof in Noord-Holland in hooger beroep geko men bij exploit van de maatschappij van 16 Februarij daar aanvolgende. Nadat het pleidooi op 7 October jl. is gehouden, heeft het openbaar Ministerie op den 24 Nov. geconcludeerd tot bevestiging van het vonnis der rechtbank. Het hof had de uitspraak bepaald op den 28 November e. k. De zamenstelling eener wet op het verleenen van concessien wordt geenszins uit het oog verloren. In hoever bij het ont werpen daarvan de Belgische wet zou zijn te volgenwenscht de Regering voor alsnog in het midden te laten. Het zal in- tusschen voorzeker niet bevreemden dat de omvang der werk zaamheden van het departement van Binnenl. Zaken eu de toenemende uitbreiding daarvan niet gedoogenmet het ge reed maken van voordragtenwelke trouwens ook al vroeger motsten achterblijven zoodanigen voortgang te maken ali misschien wenschelijk zou zijn. Maandag zal te Amsterdam voor de arrond.-rechtbank, Burgerlijka Kamer behandeld worden de actie ingesteld door K. tegen de heer J. Onstee, directeur van het huur- en verhuurkantoor, strekkende tot schadevergoeding eener niet nagekomen overeenkomst. Laatstgenoemde zal persoonlijk zijn verdediging voordragen. De inwijding der nieuw gebouwde kerk ten dienste der Nederduitsch Hervormde gemeente te Vlissingen heeft Zondag Damiddag op een plegtige wijze plaats gehad. Bij de opening der stembriefjes ter verkiezing van een lid voor den Gemeenteraad is gebleken, dat van de 481 in geleverde stembriefjes waren oningevuld 10 en van de 471 gel dig uitgebragte stemmen Mr. J. E. Goudsmit 246 en Mr. Q, G. van Buttingha Wichers 222 hebben verkregenterwijl op de HH. D. A. Schretlen J. van der Does en J. van Hen- kelom ieder één stem was uitgebragt. Mitsdien is verkozen Prof. Mr. J. E. Goudsmit. - De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Dingsdag des namiddags te i uur 31°, des avonds te 8 uur 31', te 10 uur 30*. Woensdag morgen te 5 uur 30°, te uur 28*, te lt uur 36*, 's namiddags te 2 uur 35°, te Ij uur 32*. De Times bevat een artikel van de hand des heereo Seward, waarin deze de hoop uitdrukt, dat Frankrijk deel zal nemen in den oorlog, welke Engeland tegen Noord-Ame rika zal moeten Toeren en dat de Fransche drukpers door hare houding Engeland daarin de hand zal bieden. Berigten uit Gastelnuovo meldendat de Oostenrijkste expeditie het bevel tot vernietiging van batterijen aan de gren zen van Herzegowina heeft ten uitvoer gelegd zonder een enkel schot te lossen. Er is een gerucht in omloop, dat indien het bevestigd word; de Amerikaansche zaken nog meer zal verwikkelen, Depeches gerigt tot de Fransche consuls te Charleston en New-Orleans, welke aan boord waren van het gestrande oor logsvaartuig le Ponryzijn in handen gevallen der Amerikanen en het kabinet van Washington weigert die aan den heer Mercier, Fransch gezant aldaar, uitteleveren. Men zegt, dat het vernielde bij den brand te Antwer pen voor een groot deel door Nederlandsche maatschappijen was verzekerd. Een luitenant-kolonel der artillerie in Belgie was dezer dagen gepensioneerd. Er bestond tusschen den Minister van Oorlog en hem een verschil over het bedrag van bet pensioen, In persoon wendde hij zich tot den generaal Chazal en er ontstonden woorden, zoo zelfs dat de Minister, waarbij dit officier werd gepensioneerd, introk, dezen op nonactiviteit stelde en hem Diest als garnizoensplaats aanwees. De officier heeft geweigerd aan dien last te gehoorzamen en de Minister heeft daarop onmiddelijk hem door de gendarmerie naar Diest doen overbrengen. Aan de Belgische Kamer is een verzoek schrift ingediend waarbij een onderzoek ten deze gevraagd wordt. Het blijkt meer en meer, dat de geestelijkheid van Hon garije BobemenMoravie en Tyrol voortdurend oppositie voert

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 2