Donderdag 24 October. A°. 1861.
Benige denkbeelden over noodzakelijke hervor
ming of herziening van het kiesstelsel
alsmede over verpligt onderwijs.
iM DAGBLAD.
Deze Courant verschijnt eiken dag, be
halve Zon- en Feestdagen, en kost voor
Leiden 1.95, en franco per post 2.80
in de drie maanden. Afzonderlijke Nom-
mers Vijf Cents.
Prijs der Advertentiën1-6 regels ƒ0.75.
Iedere regel 'meer 12j. Cts. Geboorte-, hu
welijks- en doodberigten van 1-4 regels/0.90.
Iedere regel meer 15 Ct9. Bekendmakingen van
genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts.
Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 6 m.; 12 u. 58 m.; 6 u. 9 m.; 9 u. 9 m. Naar Haar
lem en Amsterdam te 8 u. 51 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 53 m.; 9 n. 14 m.
Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige werkdagen 5 n,; van Amsterdam (Beerebijt)
naar Leiden dagelijks 's middags 2 u. uitgezonderd de Zondagen.
Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 'sinorgens te 8 u., 'smiddags te 12 u., 'snamiddags te 3 u.45m..
'savonds te 8 u. 10 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triëst, 7 en 23over Marseille9 en 25 van elke maand,
Rijks-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 2—7 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van sm. 7 u. 30 m.10 u. av.
Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uur.
Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeester, dagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104
uur. - Thesaurie, dagelijks van 102 uur. De Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 'smorgens van 910 uur,
Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Acoijnsen
dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92
uur. van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur.
(Slot).
Is de mensch dan niets anders dan een belastingschuldige?
Is hij dan geen mensch?
Hebben de wetten alleen maar betrekking op zijn bezit?
Betreffen zij niet veeleer zijn geheel wezen? zelfs in het
geval, dat geen enkele ploegvoor of enkele cent hem zoude
toebehooren
Heeft de man uit de mindere klasse niet evengroote be
hoefte aan of belang bij al die wettenals een belastbaar
persoon of eigenaar?
Is de mensch niet een God vereerend wezen en heeft hij
alzoo geen belang bij de wetten op de kerkgenootschappen
Is hij niet zoonvader en echtgenoot en heeft hij dan
geen belang bij wetten omtrent het gezin
Is de mensch niet voor verdere ontwikkeling vatbaar? en
heeft hij dan geen belang bij wetten op het onderwijs?
Is hij niet werkman landbouwer, en heeft hij als zooda
nig geen belang bij wetten op den arbeid?
Is hij niet het kind van zijn geboortegrond en zoude hij
dan geen belang hebben bij de verdedigingswetten tot het
behoud van zijn vaderland?
Is hij geen loteling en heeft hij als zoodanig geen belang
bij de wetten regelende de loting?
Is hij niet hulpbehoevend, gebrekkig, verminkt, ziek, of
wel vondeling of eenzaam grijsaard en zoude hijin een
dier toestanden verkeerende, geen belang hebben bij wetten op
den onderstand, het hulpbetoon, het gasthuis, of bij al die
instellingen, die uit broederlijke weldadigheid voortspruiten?
Men kan het niet ontkennenzonder hem tot een verstootene
te maken. Al die wetten zijn de zijneof zijn belangeven
goed, als betaalde hij duizend gulden belasting.
Zijn leven, zijn bloed, zijn verstandelijke vermogens, zijn
geziD, zijn vaderland liggen daarin besloten.
Hij heeft dus regt, vertegenwoordigd te worden in die ver
gaderingen, waar men wetten maakt, hij zij tegenwoordig of
niet, ook waar men ze soms tegen hem maakt.
Anders rekent hij zich voorbijgegaan vergeten of onder
drukt, en beklaagt zich of klaagt, terwijl zijn gestadige maar
billijke ontevredenheid zich voortdurend van uit den boezem
der maatschappij zal doen hooreneu alzoo den algemeeneo
vrede verstoren.
Bovendien eene op die wijzedat is door de wroeging van
eene voortdurende onregtvaardigheid verontruste of verstoorde,
maatschappij blijft nooit lang rustig of vredig.
Daar is slechts vrede bij regtvaardigheid.
De census of de hoegrootheid in aanslag is dus niet regt-
vaardig of billijk.
Zij moet gevolgelijk worden afgeschaft.
De opheffing van den censusals regt om te mogen kiezen
of kiezer te zijn maakt, volgens onze beschouwing noodza
kelijk dat het vrije onderrigt verpligtend wordt.
Het elementair of lager onderwijs is de census van het
verstand des burgers.
Te kunnen lezen en schrijven is voortschrijden op den
weg van oordeel en begrip; verlichting is een hoofdbestand
deel der zedelijkheid, terwijl ontwikkeling de deugdelijkste
waarborg is, dien de kiezer geven of opleveren kan. Ook
zal men op die wijze of daardoor veel zekerder eene meer
ware algemeene uitdrukking in keuze verkrijgen, wanneer
alle genoemde zedelijke waarborgen de materieele waarborg
en van het tegenwoordige slechte systeem zullen hebben ver
vangen.
Vrees kan zoo iets alleen inboezemen aan degenen, die vrees
voor de waarheid gevoelen.
Immers kan het niemand gegronde vrees verwekken, ten zij
men veronderstelledat een volk, op den leeftijd van maat
schappelijke ontwikkeling, vastgeworteld of hechtende aan den
eigendom, het gezin, zijn beroepen of bedrijven, zijn huwelijk
zijn woning, en stemmende over hetgeen het kent, bovendien
geruimen tijd te voren overdenkende en beraadslagende, alvo
rens te stemmen of zijn stem uittebrengen, aJ2oo met vtJJsbe-