WM N°. 477. Maandag 16 September. A0. 1861. Absolutisme of Revolutie. A LEIDSCH 1 Dese Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden 1.95eD franco per post 2.80 in de drie maanden. Afzonderlijke Nora- mers Vijf Cents. DAGBLAD. Prijs der Advertentiën 1-6 regels 0.75, Iedere regel meer 12| Cts. Geboorte-, hu welijks- en doodberigten van 1-4 regels 0.90. Iedere regel meer 15 Cts. Bekendmakingen van genootschappen 5 Cts. Zegelrecht 35 Cts, Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 9 u. 42 m.; 12 u. 5 m.; 3 u. 9 m.; 6 n. 9 m.; 9 u. 9 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 26 m.; 10 u. 58 m.; 1 u. 8 m.; 4 n. 58 m.; 9 u. 13 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 3 u., de overige werkdagen Hu.; van Amsterdam (Beerebyt) naar Leiden Maandag 's middags 2| u. Overige dagen 3 u. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat:'smorgens te7 u. 30 m., '«middags te 12 u.,'snamiddags te 3 u.45 m,, '"'«avonds te 8 u. 15 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17 over Triest, 7 en 23 over Marseille9 en 25 van elke maand, Rijks-Telegraaf. Werkdagen van 9—12 en van 2—7 uur. Zondag van 2—7 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van sm. 7 u. 30 m.—10 u. ar. Zittingen van bet Gemeentebestuur. Gemeenteraad, op onbepaalde tijden. - Burgemeester en Wethouders, Maandagen Donderdag ta 11 uur. Commune van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeetterdagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 10—4 uur. - Thesaurie, dagelijks van 102 uur. - De Gemeente- Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel'smorgens van 9—10 uur. Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Hechten en Accijnaen dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 9 aur. van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur. V. De eerste tien bladzijden der brochure kunnen veilig wor den overgeslagen. Zij betreffen de geschiedenis van het ontstaan van het reglement van 1809, dat voor onzen tijd niet meer dienstig wordt geacht. Zij maken hoogst waarschijnlijk een deel uit van een indertijd in den Kerkeraad uitgebragt hoogst- belangrijk rapport, waarvan de voorlezing meer dan één ge- noegelijk uur aan de kerkeraadsleden heeft verschaft, zoowe^ wegens het gewigt van het onderwerp als de grondigheid der beschouwing, 't Was maar jammer, dat in dien tijd dat rapport niet gedrukt werd en meerder openbaarheid verkreegmaar men was toen nog niet op de hoogte van den tijd en altijd huive rig, om de spreuk te huldigen «al wat openbaar maakt is licht." Wij zullen den geachten schrijver der brochure in zijn beschou wingen niet volgen, omdat de toestand van 1809, wat betreft de organisatie van de Nederlandsche Hervormde kerk en haar betrekking* tol den staat, in dat tijdsverloop zeer veranderd is en, wat destijds plaats had, in onzen tijd ongeoorloofd, on doeltreffend en onuitvoerlijk kan worden geacht, ofschoon de billijkheid eischt te erkennendat de aanmatigingen van den kerkeraad zich in 1809 evenzeer als later, maar toch ook met even beschamende gevolgen, openbaarde. Prof. Stuffken heeft uit de bronnen niet deze bijzonderheid aan het licht gebragt dat de Kerkeraad op 22 October 1809 aan de gemeente voor droeg nieuwe leden voor de Gemeente-Commissie die allen tot den Kerkeraad behoorden. De Kerkeraad heeft toen ook die voordragt moeten intrekken, want op 12 November 1809 werden andere benoemingen gedaan van mannen die op 1 Januarij 1810 als Gemeente-Commissie optraden. - Ziet, - zoo weet men ge schiedenis te schrijven en nog wel in een tijd, dat de kri tiek den scepter voert en geen gezag geldtmaar uit de bron nen, wanneer zij voor ieder toegankelijk zyn, alleen de waar heid en wel de volle waarheid moet worden geput. Gelukkig dat er nog bronnen zijn, toegankelijk voor iedereen, waarop geen clericaal stof rust en geen clericaal schijnsel valsch licht verspreidt. Wij komen tot de hoofdzaak. «De vrijheid der gemeenten om het beheer van hare eigene goederen te regelen, was in 18U9 algemeen maar zij is later door koninklijke besluiten waarbij Provinciale Reglementen vastgesteld werden wegge nomen en slechts bij uitzondering bewaard gebleven. Door de zorg van kerkeraad en gemeente-commissie is die voor deze gemeente behouden; hoever zij zich blijft uitstrekken, zullen we trachten in het licht te stellen," Ziedaar de spil, waarom alles zich beweegthet punt van verschildat ons van Prof. S. en den Kerkeraad scheidt. Ofschoon het tot ons geschil niet in dadelijke betrekking staat, doet het ons toch zeer veel genoegende verklaring van Prof. S. te lezen: «het Koninklijk besluit van 17 Januarij 1816, waarbij het Algemeen Reglement voor het Bestuur der Hervormde Kerk werd bekrachtigd, steunt op geen wettigen grondslag. Niemand bezondigt zich dus, als hij elk Hervormd kerkbe stuur en dus den Leidschen Kerkeraad als een product van de revolutie aanmerkt, die als zoodanig aanspraak op eerbiedi ging heeft verbeurd en alleen op billijke waardeering van het geen verrigt wordt, aanspraak maken mag." Wij moeten daarop zeer drukken omdat men zich wel eens veroorlooft aan de Ge meente-Commissie een revolutionairen oorsprong toetekennen ea daaruit aanleiding neemtom het als niet ongeoorloofd te be schouwen, dat kerkelijk ligchaam te ontbinden en de leden met een paspoort wegens onbekwaamheid voor de dienst naar huis te zendeu. Juist is het daarom vergeeflijk wanneer wij stout en stijf bewerendat de gemeente het volle recht bezit, waarin zij niet door het arrest van den Hoogeu Raad van 2 Januarij 1846 wordt belemmerd om den Kerkeraad te ontbinden, een geheel nieuw Collegie te benoemen, met on eindig veel meer hoop op een gunstigen uitslag, dan nu de Kerkeraad notabelen tot eenige handeling uitlokken wil. De gemeente evenwel begrijpt gelukkig, dat alles eerlijk en met orde geschieden moet, en zal zich door niemand laten verlei den om handelingen te plegen, die de rust kunnen in gevaar brengen en wanorde stichten. Maar dan moet de Leidsche Kerkeraad zich ook zorgvuldig wachten engedaohtlg aal;,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 1