N°. 416. Zaturdag 6 Julij. A0. 1861. Over den arbeid van kinderen In fabrieken. //Onder de philanthropen, die het meeste nut kunnen en moe ten stichtenkan men de industriëlen zelf rangschikken. Zij kennen den toestand der arbeiders het best van nabijzij kennen hun ware behoeften zij hebben de werkelijkheid dagelijks voor oogen en, als zij hun eigen belangen goed be grijpen, dan is het hun pligt, die hunner arbeiders ook te bevorderen. Gelukkig kenmerkt zich de laatste tijd door een streven van de industriëlen en fabrikantenom op den weg ten goede hierin krachtig voorwaarts te gaan. Als om strijd ziet men de eigenaars van uitgestrekte fabrieken in alle lan den elkander den voorrang betwistenom als vaders en vrien den voor hun onderhoorigen optetreden en werkzaam te zijn. Men komt tot de overtuiging, dat goede zeden goede werk lieden makendat de menschelijke natuur aan zekere eischen van rust en werkzaamheid moet voldoen, dat de overmatige en eenzijdige inspanning van het ligchaam geest en ligchaam beide onbekwaam tot anderen arbeid maakt, ja, dat zij het ligchaam spoedig sloopt en de rijen dier nijveren aanhoudend doet dun nen vóór den tijd door de natuur hiertoe vastgesteld." Zóó rede neert men in Engelandmaar zóó heeft men in Leiden de zaak toch ook reeds lang beschouwden men zal bijna geen enkele fabriek aantreffenwaar men niet meer dan een werkman of bediende aantreft, die 20, 30, 40, ja soms 50 jaren dienst telt, - ten blijke, dat de betrekking van vader en vriend voor hun onderhoorigen door fabriekanten niet is uit het oog verloren, maar evenzeer ten bewijzedat er onder de arbeiders van ze keren leeftijd zedelijkheid, eerlijkheid, ijver en trouw wordt gevonden, 't Is immers onredelijkvan onze fabriekanten en verdere industriëlen, op welk gebied ook, te vorderen, dat zij zich belasten met de zorg en de kosten voor maatschappelijk en godsdienstig onderwijs. Zij hebben recht te eischen, dat het toezigt, de tucht en de zorg voor den intellectuelen, more- len en physieken toestand door de burgerlijke en kerkelijke overheid zoo naar behooren worden vervulddat zij ten minste van die zijde met geen nieuwe lasten of belemmeringenbij degenen die zij nu boven hun medeingezetenen dragen wor- den bezwaard. De taak van hen, die als bestuurders van in stellingen van liefdadigheid eigenaardig tot zulke zorgen en bemoeijingen geroepen zijnmag niet aan de industriëlen wor den overgedragen, veelmin de sterke arm der wet ingeroepen om te vergoeden wat door verzuim der kerkelijke zorg werd verwaarloosd. //Er zijn pligtendie wij ook aan de nederigsten van hen, die ons dienen, verschuldigd zijn, en die niet vervuld worden door de edelmoedigste uitstrooijing van hooge loonenhuis vesting en onderhoud. Van deze pligten, geen pligten ten overvloede, maar voortvloeijende uit het verdrag zelf, dat den meester en den dienstknecht door wederzijdsche diensten verbindtis de zekerste regel te vinden in die korte besturing, welke Seneca in den geest van het grootmoedig Christelijk zede voorschrift ons zoo gelukkig gegeven heeft in een zijner brievenwaarin hij over de wreedheid en onbeschoftheid der llomeinsche heeren spreekt: Leef zoo met uwe minderenalt gij zoudt wenschen dat uice meerderen met u leefden" Het is er verre van daan dat wij het gedrag van hoofden en heeren van instellingen voor fabriek- en handwerknijverheid onberispelijk zouden achten en dringende grondige verbetering van een toe stand, die altijd zorg behoeft, al is hij niet onrustbarend,' niet vooral zouden verwachten van de welwillende en doeltref fende medewerking van een zijde, die binnen eigen ruimen kring het gezag van kerk en staat in zich vereenigt. Alle gezag over anderen is inderdaad een talent, dat ons zoowel tot hun als tot eigen voordeel is toebetrouwd; de betrachting van on zen pligt te hunnen opzigte is niet anders dan het behartigen zoowel van onze eigen als van hun belangen. - 't Is waar, de taak is moeijelijk en veelomvattend en zijdie aan de trouwe vervulling herinneren, mogen eerst zelf toezien, hoe zij eigen huis en kroost regeren in plaats van met zwarte en afzigte- lijke trekken een toestand te schilderen die ook het gevolg is van eigen achteloosheid en verzuim: in den regel de ka raktertrek van hen, die zich zelf evenmin als de jigaste- om geving, waarin zij zich bewegengrondig kennen,-^ Als iedereen^ LEIDSCB DAGBLAD. Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden 1.95, en franco per post 2.80 in de drie maanden. De prijs der Advertentiën is voor eiken regel Zes Cents, behalve 35 Cents zegel recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijke Nommers Vijf Cents. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 9 u. 42 m.; 12 u. 5 m.; 3 u. 9 m.; 6 u. 9 m.; 9 u. 9 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 26 m.; 10 u. 58 m.; 1 u. 8 m.; 4 u. 58 m.j 9 u. 13 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Arasterdam, Maandag ochtends 3 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden Maandag 's middags 2u. Overige dagen 3 u, Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat's morgens te 7 u. 30 m., 'smiddags te 12 u., 'snamiddags te 3 u. 45 m.. 'savonds te 8 u. 15 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1; over Triëst, 6; over Marseille, 9 van elke maand. RijUs-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 27 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van sra. 7 u. 30 m.10 u. av. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad, op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uur. Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeester, dagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesaurie, dagelijks van 10—2 uur. - Be Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 'smorgens van 910 uur. Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 8—1 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Ace^jnsea dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 uur; van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur. V.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 1