Buitenlandsch Nieuws. wezigen een hartelijk welkomstwoord toegesproken had bragt hij een warme hulde aan de ledendie sedert de laatstgehou den jaarvergadering door den dood aan de maatschappij waren ontvallen. Vervolgens deelde hij mede wat het bestuur had verrigt, bepaaldelijk ter zake van het woordenboek der Ne- derlandsche taal. Voorts deed hij opmerken, dat zoo de uit gegeven werken der Maatschappij al niet waren vermeerderd met belangrijke bijdragenzulks noch te verwonderennoch te betreuren isaangezien vooral door het vermenigvuldigen van letterkundige tijdschriften en het toenemen der afzonder lijke uitgave van geschriften, ook van die, welker onderwer pen binnen den kring dezer Maatschappij vallen de versprei ding en ontwikkeling van wetenschappelijke kennisde beoe fening der Nederlandsche taal- en letterkunde langs anderen weg is aangemoedigd en bevorderd. Daaraan en aan het toe nemen der zelfstandige beoefening van de vakken, tot de werkzaamheden der Maatschappij schreef dan ook de spreker toe, dat het inzenden van antwoorden op de uitgeschreven prijsvragenook op die van de Maatschappij der Nederland sche Letterkunde, meer en meer afneemt, gelijk dan ook geene antwoorden op vroeger uitgeschreven vragen waren ingekomen. Op voorstel van een der leden gaf de Voorzitter toe aan den wensch der vergadering, om zijn toespraak in de handelingen der Maatschappij te doen opnemen. Daarna droeg de waarnemende Secretaris het verslag aan gaande den staat der Maatschappij voor, zooals het door den Secretaris, Mr. J. T. Bodel Nyenhuis was opgesteldmet ver wijzing aangaande nadere bijzonderheden tot de afzonderlijke verslagenzoo aangaande de Maatschappij in het algemeen als de boekerij in het bijzonder. Nadat de keuze van twee nieuwe leden van het bestuur zynde de HH. Dr. J. J. Prins en Mr. J. de Wal, beiden Hoogl. alhier, uit de opgegeven dubbeltallen had plaats gehad en de namen der uit de voorgemelde personen tot leden voor gedragen nieuwe leden der Maatschappij waren medegedeeld is de vergadering door den voorzitter gesloten onder dankbe tuiging, op daartoe strekkend voorstel, aan den voorzitter voor de waardige wijze, op welke hij de vergadering had geleid. De tot het lidmaatschap der Maatschappij benoemde Hee- ren zijn: Binnenlandsche leden: J. J. Belinfante te 's Gravenhage. - G. H. Betz, lid van de Tweede Kamerte Botterdam. - M. L. van Deventer, ambt. Ministerie buitenl. zaken te 's Gravenhage. - J. ter Gouw onderwijzer te Amsterdam. - Mr. J. D. baron van Hoëvell Rector van het Gymnasium te Dordrecht. - Dr. P. de Jong te Leiden. - G. Keiler, te 's Gravenhage. - Dr. J. H. C. Kern te Maastricht. - Mr. A. G. Kleyn Adv. te Breda. - Prof. F. W. Krieger, te Leiden. - Dr. J. A. Lamping te Noordwijkerhout. - H. M. F. Landolt le luit. reg. Gren. - Dr. T. Modderman pred. te Amsterdam, - Jhr. Mr. C. J. van Nis pen van PannerdenAdv.-Gen. Prov. Ger. in Zuidholland. - Ds. L. J. van Rhijn te Wassenaar. - Prof. G. E. V. Schnee- voogt te Amsterdam. - Mr. J. W. Schuurman te Leiden. - Mr. J. Soutendam, Archivaris te Delft. - Prof. G. C. B. Su- ringar te Leiden. - Dr. E. van der Ven te Leiden.. - Mr. C. Yosmaer te 's Hage. Buitenlandsche leden: A. P. L. de Coster, te Brussel. - Prof. J. F. J. Heremans te Gent. - Prof. Peder Hjört te Copenhagen. - J. Munnich te Batavia. - E. Pigot te Londen. - Prof. J. E. Wocèl te Praag. De Böhmische Cappellewelke zich 3 weken in onze stad heeft opgehoudenheeft ons heden verlatenom zich in de eerste plaats te Utrecht te doen hooren. Wij houden ons overtuigddat dit gezelschap aldaar den zelfden onverdeelden bijval te wachten staat, die het hier mogt te beurt vallen. Het is een gezelschap, dat in vele op zichten de meeste van dat soort ver achter zich laat. Het is een degelijk en fatsoenlijk gezelschap, dat reeds uiterlijk een schoon en bevallig geheel voorstelt, en (wat de kunst zelf betreft) overwaardig is om gehoord te worden hetgeen door de vele toehoorders op zoo vele verschillende plaatsen en gedurende hun verblijf alhier ruimschoots is bewezen. De Directeur, de Heer Ch. Geul, speelt eene flinke viool, en is meester in zijn vak; hij heeft een vast coup-d'archet wegslepende en - daar waar het moet zijn - eene krachtige en stoute voordragt en overkomt met de meeste gemakkelijk heid de grootste moeijelijkhedenook geeft hij bewijzen meer malen een sterker orchestre te hebben aangevoerd, waardoor een ferm ensemble en flinke intonatie ontstaat. - Mej. Vero nica ofschoon niet van die kracht, heeft ons dikwijls door liefelijke en smaakvolle voordragt het genot harer kunst op datzelfde instrument doen smaken. - De Harp wordt door Mej. Johanna op waardige wijze gehouden; ook deze jeugdige dame kwijt zich op meesterlijke wijze van hare taak niet al leen in hare obligatenmaar ook in haar - dikwijls zoo moeijelijk en ondankbaar - accompagnementden viool, wa arbij zij den obligatist met veel tact in zijne verschillende nuances weet te volgen. Mej. Therèse2# harpiste, en even als Mej. V., chanteuse, (Sopraan) heeft een doordringende, krachtige stem; wij zou den haar, in haar belang, wat meer gevoel in de voordragt en het observeren der nuances aanraden, ware het niet, dat deze dame reeds weder naar Boheme is afgereisden ons dus met de kermis niet weder met hare overige lotgenooten zal bezoeken. De heer Ortmann(alias Thanhaüser)t baryton, heeft een aangename stem en draagt zijn ernstige stukken methodiek voor, terwijl zijne scènes-comiques de lachspieren der toehoorders menigmaal in beweging bragtenen niet het minst in zijn parodiën van Thanhaüser. Ook hij gaat het gezelschap verlaten, doch wordt even als mej. T. vervangen. En zouden we nu mej. Bertha, het leven en de ziel van het gezelschap vergeten Wij zouden vermeenen ons in dat geval of aan onkunde of aan ondankbaarheid schuldig te ma ken. Bij haar vlug en bevallig guitaarspelheeft zij eene doordringende Alt van een aangenaam timbre, die in ruime bevallige kooren een uitmuntend effect doet. Doch het is vooral met hare kluchtige couplettendie zij op even gra- cieuse als schalksche wijze voordraagten waaraan zij boven dien veel expressie en mimique paartdat zij het publiek voor zich gewonnen heeft, onder welke coupletten het zoo dik werf verzochte: uMöglich kann's sein''' eene eerste plaats bekleedt. Na het afscheidsconcert aan de groote Vinkgisteren avond, weergalmden de oevers van het Galgewater van het Tyro- ler-koor en anderentoen het gezelschap in bootjes terug keerde begeleid en gevolgd door meer andere bootjes van terugkeerendenwelk gezang aldaar met den avond een uit muntend effect maakte. Ingezonden De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Woensdag 'savonds te 5 uur 72°, te 8 uur 67°, te 10 uur 65°. Heden Donder dag 's morgens te 6 uur 66°, te 8 uur 72°, 's namiddags te 12 uur 81°, te 2 uur 80° en te 4 uur 81°. i De Kroonprins en Kroonprinses van Pruisen zullen waar schijnlijk reeds in de volgende week te Londen aankomen. In elk geval worden zij voor het einde der maand verwachtzij zullen de koninklijke familie in het begin van Julij naar Os borne vergezellen. Ook de hoogleeraar Schönlein wordt hier verwacht; hij is uitgenoodigd een bezoek aan het hof afteleg gen, een omstandigheid, welke de verontrustende geruchten aangaande den gemoedstoestand der Koningin versterkt. Een lid der te Berlijn gevestigde vrije gemeente heeft zich aangemeldom lid der vrijmetselaarsloge te worden, maar de Koning heeft als grootmeester belast, dat leden van vrije gemeenten daarin niet kunnen worden opgenomen. Uit Koningsbergen wordt berigt, dat vier leden van het afdeelingsbestuur der Duitsche Nationale Vereeniging door de rechtbank zijn vrijgesproken van de beschuldiging wegens het houden van onwettige vergaderingen. Zij behooren tot de aan zienlijkste bewoners der genoemde stad. De bewoners van een der pleinen binnen Berlijn, de Pariser Platz, hebben het plan gevormd, om tot verfraaijing daarvan een fontein te doen bouwen. De benoodigde gelden zijn [re/sds bijeengebragtde teekeningen door architect Stur- ler ontworpen en de gemeenteraad heeft zich bereid verklaard om de fontein te onderhouden en het water te leveren. Als een voorbeeld van engelsche ongemanierdheid meldt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 2