N°. 396. Donderdag 13 Junij. A°. 1861. Iets over de Leidsche Botervaten. Ofschoon de Leidsche botervaten van oudsher eenen be paalden inhoud en waarschijnlijk een zeker gewigt moesten hebben, is er vóór het jaar 1500 geene sprake van het ijken dier vaten. De invoering van den ijk op de botervaten, had niet ten doel om er betere boter door te verkrijgenmaar is ingevoerd omdat er dagelijks groote klagten bij de stads-re- gering inkwamen dat de botervaten meer wogendan waar voor zij in de stadswaag waren afgeslagen Het zelfde verschijnsel had ook plaats bij de olievaten. Om hierin te voorzien, is op 21 Junij 1500 eene keur gemaakt en afgelezenwaarin bepalingen voorkomen betreffende het gewigt dier vaten en wat daarvan in de waag voor hout en pekel moest worden afgetrokken. Verder zegt die keur: «En opdat niemand in de waag van h de botervaten bedrogen zal wordenzoo hebben het Gerecht geordonneerddat men boven aan die vatendaar men in «de waag voor gekort wil hebben, in de waag toegen en ebranden zal, en men zal geven den waagmeester voorbran- den en wegen van elk vat of half vat 2 deniersen zoo wat «vat of halve vat niet gebrand zij, met der stede brand, daar h zal men in de waag niet voor afslaannoch iemand daarvan uregt doend'' Ten opzigte van de qualiteit van de boter zegt de keur van Keur van d°. 1360. «Alle goederen die men bij het ge» wigt koopt of verkooptdat boven de 6 ponden weegtzal men tot der stede waag brengen en die het niet en dede verbeurt 12 P. Idem: «Wat butter men te Leyden verkoopt bij heele of «halve vaten, die zal men brengen in der stede waag en ge» «ven van den vate, éénen groot; die des niet en dede, ver beurt 12 Is. Keur van d°. 1458. Wat butter men bynnen Leyden ver- koopt bij heelen vaten, halve vaten of vierendeels vats, daer of sal men afslaen en van het gewigt corten voor elck «vat 32 1.; van een half vat 16 1. en van een vierendeel vats 8 1., en die butter sal men in der stede waghe bren- «ghen by der boete van 12 d°, 1360. Wie puijschede butter ter markt brochtdie ak «een toisic (wisch) op het hooft hebben van stroo, terwijlen hij daermede staet en verkooptbij der boete van iij 6? enda «die butter in het gasthuis, (ten voordeele van het St. Ka» tarina gasthuis). In de keur van 1583 worden deze woorden herhaald, met dat onderscheid dat de stroo wisch niet op het hoofd maar in de puischede of biestige boter" werd gesteld Uit deze keuren ziet men duidelijk dat de regering van de vroegste tijden af, zorg gedragen heeft, dat de boter ter markt gebragt, van goede hoedanigheid moest zijn, en de ingezete nen zoo veel mogelijk tegen bedrog bij het wegen heeft ge* vrijwaard. Ik sla de keuren over, die in lateren tijd, zoo als in 1647 aan het kuipersgild gegeven zijnbetreffende het maken en branden der botervatenzij getuigen van de naauwgezefcheid die in het vervaardigen dier vaten in acht genomen moest, worden. Doch wat hebbe men te denken van zeker vertoog omstreeks, 1680 aan de regering van Leyden ingeleverd, waarin gezegd wordt e dat mee3t alle de huisluijdenzeer weinigen uiige- slotenook seer velen baatzoekende opkoopers de hooi- of witte stalboter komen te verkneden en zoo te vermengen en root te maken met eene zeer schadelijke en der gezondheid der menschen nadeelige verwen, genaamd Orlianus, en ver volgens in Leidsche, Delftsche, Haarlemsche Amsterdamsche Rotterdamsche en andere tonnen en vaten komen inteleggen en de goede ingezetenen daardoor bedriegendewijl zij van zulke boter onkundig zijn. Wijders werd ook dagelijks bevon den dat zelfs de Vriesche, Cluinder, Bossche ook Brabant- sche boter met de voorzeide verwe zoodanig werd vermengd ja vele baatzoekenden ontzien niet, Engelsche, Schofsche en Iersche boter overtekneden en in de voorschreven vaten over Den 3 Julij 1589 is gepubliceerd: «Dat men geene stuk» «ken boter maken mag van boter die in tonnen is gelegd «geweest, noch gekopte boter mag worden herkopt," LEIDSCH DAGBLAi Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden 1.95, en franco per post 2.80 in de drie maanden. De prijs der Advertentiën is voor eiken regel Zes Cents, behalve 35 Cents zegel recht, voor elke plaatsing. - Afzonderlijke Nommers Vijf Cents. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 9 u. 42 m.; 12 n. 5 m.; 3 u. 9 m.; 6 u. 9 m.; 9 u. 9 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 26 m.; 10 u. 58 m.; 1 u. 8 m.; 4 u. 58 m.; 9 u. 13 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 3 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden Maandag 's middags 2u. Overige dagen 3 u. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat:'s morgens te 7 u. 30 m.,'smiddags te 12 u., 's tfamiddaga te 3 u. 45 m 'savonds te 8 u. 15 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triest, 6 en 22; over Marseille9 en 25 van elke maand, Rijks-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 27 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van sm. 7 u. 30 m.10 u. av, Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraadop onbepaalde tijden. - Burgemeester en Wethouders, Maandagen Donderdag te 11 uur, Commissie van FabricageDingsdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesaurie, dagelijks van 102 uur. —Be Gemeente-Architect is te spreken te zijnen hnize op den Ouden Singel, 's morgens van 9—10 uur, Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Acoijnsen dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 9—2 uur; van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 1