N°. 381. Maandag 27 Mei. A°. 18 Over den arbeid van kinderen ln fabrieken. L El D 8CÏTDM B L A i, De prijs der Advertentiën is voor eiken regel Zes Cents, behalve 35 Cents zegel recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijke Nommers Vijf Cents. Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zou- en Feestdagen, en kost voor Leiden 1.95, en franco per post 2.80 in de drie maanden. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 9 u. 42 m.; 12 u. 5 m.; 3 u. 9 m.; 6 u. 9 m.; 9 u. 9 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 26 m.; 10 u. 58 m.; 1 u. 8 m.; 4 u. 58 m.; 9 u. 13 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 3 u., de overige werkdagen 5 a.; van Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden Maandag 's middags 2£ u. Overige dagen 3 u. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat's morgens te7 u. 30 m 's middags te 12 u.,'snamiddags te 3 u. 45 in,, 'savonds te 8 u. 15 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triest, 6 en 22; over Marseille9 en 25 van elke maand, Rijks-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 27 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 8—91 uur. Zittingen van bet Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WeihoudersMaandagen Donderdag te 11 uur. Commissie van FabricageDingsdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur. - Bureau, der Plaatselijke Secretarie is upeu dagelijks vau 10—4 uur. - Thesauriedagelijks van 10—2 uur. Be Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 's morgens van 910 uur, Kat-icor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 8—1 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Acoijnsen dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 9—2 uur; van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 9—4 uur III. 't Is toch niet tegentesprekendat de fabriekanten en alle industriëelen groote waarde hechten aan het bezit en het ge bruik van verstandige en zedelijk ontwikkelde werklieden, omdat de arbeid veel geregelder en meer naar eisch wordt verrigt dan als zij door tucht en dwang, in een fabriek niet minder noodig dan in een huisgezingestadig en soms vruchteloos ijver en trouw moeten opwekken en aankweeken, daar een goed loon niet zelden tot losbandigheid aanleiding geeft. Maar aan wien ligt de schulddat hij verpligt is uit een verwaar loosd personeel te moeten kiezen? Zoo de toestand der huis gezinnen beter was, zou het daaruit voorkomend personeel minder stof geven tot billijk beklag aan ieder, die verpligt is daaruit de voorwerpen voor huiselijken en industriëelen arbeid te trekken. In de opvoeding en vorming der jeugd gedurende de eerste kinderjaren ligt de kiem van het volgend maat schappelijk levenelk onderwijzer is in staat een gegrond oordeel te vellen over den stoffelijken en zedelijken toestand van het huisgezinwanneer hij slechts let op de gewoonten en hebbelijkheden van het kind, de neigingen en wenschen die het openbaart, in een woord: »het is in het huisgezin, dat of de doorn en de distel, of de mirte- en de denneboora opgaan, die in toekomende dagen het sieraad en de kracht, of de 3chande en den jammer van den geboortegrond zullen uitmaken." En die waarheid geldt elk huisgezinin welken stand ookrijkdom en armoede maken daarin geen verschil dan slechts in de vormen. Wat de onderwijzer eener lagere school opmerken kanligt evenzeer onder het bereik van den docent aan een gymnasium en van den hoogleeraar bij de waarneming der academische lessen. Wanneer men hoort van wanorde, ongebondenheid, onbeschaamdheid en liederlijkheid, van trots en verkwisting enz., de kiem van het kwaad ligt in de opvoeding, die, hoe wijd uiteenloopend in uiterlijke vor men, in het paleis des Konings zoowel als in de hut des bedelaars, toch hierin zich moet openbaren, dat het huisge zin staat onder het bestuur van een hoofddat in zijn persoon de kerkelijke en wereldlijke magtkerk en staat vereenigt. Welonderrichtewelgeordende welbestierde huisgezinnen zijn als de bronnendie uit hare stille schuilhoeken de beeken uitzenden, die elk bare schatting brengen aan den breeden en eerbiedwekkenden stroom van nationale grootheid en voorspoed." En als ons nu een tafereel wordt geschetst van den toestand der huisgezinnen van de fabriekarbeiders en van de behandeling der kinderen, die in fabrieken arbeiden - als dat tafereel ons wordt gegeven gegrepen uit het leven en naar alle waarschijnlijkheid als een schitterende bijdrage, oorspronkelijk ter opneming in het Album van Leiden be« stemd, - dan staan we in twijfel, of we die physiologie van Leiden beschouwen moeten, als een sterk sprekend bewijs van den verwaarloosden toestand der huisgezinnen van de laag ste volksklasse en bepaaldelijk van die der fabriekarbeiders- of van de walgelijke en zedebedervende atmosfeer, die de hoofden van fabrieken in hun werkplaatsenmiustgenomen toelaten, zoo al niet zelfs ontwikkelen, - of van den vruchte- loozen arbeid dien de overwegende of overheerschende gods dienstige rigting binnen Leiden aanwendt, tot aankweeking van deugd en goede zeden, matigheid, bescheidenheidhuise lijkheid en ingetogenheid onder de bevolking! Een diepe blik in dien jammerlijken en voor het gezag, waaraan 'de taak voor de zorg der godsdienstigheid is opge dragen, weinig vereerenden toestand geslagen overtuigt ons van het nutdat de innere mission of het patronaat sticht. Vereenigingen, die zich tot heil der armen of naar Vincentius a Paulo noemenkunnen op het huiselijk leven een belang rijken invloed uitoefenen en zijn de vruchten daarvan niet zoo overvloedig als gewenscht; en gewacht kon zijn- ook na een meer dan twintigjarig bestaandat de eerstbedoelde heeft; - zij zouden ook van haar werking meer gezien zijn, als gedurende bijna den ganschen tijd van haar bestaan minder het kerkelijk element, officieel en officieus, daarop van invloed was geweest. Zulke vereenigingen moeten meer een afschadu wing zijn vau het maatschappelijk levenwaarin de ge leerde of eerwaarde stand altijd een uitstekende plaats in nemen wil, en toch om zijn vormén er nog niet recht in past.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 1