Binnenlandsch Nieuws.
Buitenlandsch Nieuws.
2ich op de ervaring mag beroependan pleit die in den regel
voor een billijke bezoldiging, in ]welke betrekking ook, waar
voor goede diensten kunnen worden geeischt; want wat om
Godswil geschiedt't laat vaak veel te wenschen over. 't Is
wel niet goedmaar 't is toch zoo.
't Was dus reeds vooraf uitgemaakt, dat die f 600 geen
aanstoot vinden zou en - zoo onbevangen stappen we den ker-
keraadskamer binnen.
Z. M. heeft benoemd tot maj. bij het 3de reg. ves-
tingart. den kap. H. van der Meer de Walcheren, van het
corps pontonniers.
Uit het verslag der uitkomsten van de examens door
de prov. commissie van Zuidholland van 3 tot 13 April 11. te
's Hage gehouden blijkt, dat voor de vakken van het gewoon
lager onderwijs zich hadden aangemeld:
34 hoofdonderwijzersafgewezen 20.
4 hoofdonderwijzeressen n 1.
48 hulponderwijzers 17.
24 hulponderwijzeressen 7.
Yoor de vakken van het meer uitgebreid lager onderwijs.
Fransche taal.
33 onderwijzers, afgewezen 26.
24 onderwijzeressen 7.
Engelsche taal.
18 onderwijzers, afgewezen 4.
42 onderwijzeressen n 4.
Hoogduitsche taal.
13 onderwijzers, afgewezen 8.
6 onderwijzeressen 4.
Wiskunde.
7 onderwijzers, afgewezen 2.
Teekenkunde.
4 onderwijzers, afgewezen 2.
Gymnastiek.
6 onderwijzers, afgewezen 2.
Handwerk voor meisjes.
6 onderwijzeressen (van nut) afgewezen 0.
48 (van nut en smaak) 1.
Omtrent de verschillende vakken van het gewoon lager on
derwijs blijven verreweg de meeste aanmerkingen gelden bij
vroegere examens gemaakt. Zeker zal het nog eenigen tijd.
duren, voor dat de gelegenheid tot een goede opleiding in
genoegzame mate overal te vinden zal wezen en vóór dat
daardoor de meerderheid der candidaten die hoogte zal heb
ben bereikt, dat in billijkheid meer van hen geëischt zal
kunnen wordendan tot nu toe het geval was en volgens
welken maatstaf die aanmerkingen waren ingerigt.
Tot lid der Prov. Staten van Noordholland is te Am
sterdam verkozen de heer Josua van Eik, kand. der kiesver-
eenigingen de Grondwet, Nederland en Oranje en Hecht voor
allen.
Maandag 11. is het laatste gedeelte der noodlijdenden uit
Zalt-Bommel naar hunne woonplaatsen vertrokken, met uit
zondering van eenige zieken en een kraamvrouw.
Woensdag morgen te 5 ure ontstond er te Delftshaven
een hevigen brand in de stoomkorenmolen van den heer J.
Pieterson Moens, waardoor het geheele gebouw spoedig was
uitgebrand. De belende fabrieken en gebouwen zijn door de
spoedige hulp der brandweer gespaard gebleven. De oorzaak
van den brand schijnt nog niet bekend; - een en ander was
voor brandschade verzekerd.
Woensdag morgen te 40 ure had met de stoomboot
Zaanstroom van Zaandam naar 't Nieuwe Diep een verschrik
kelijk ongeluk plaats. De stoomboot was even den stijger te
Wormerveer gepasseerdtoen de passagiers een groot geschreeuw
vernamen en onmiddelijk daarop een verschrikkelijk gekraak.
Een schuit óf van een der molens of van Alkmaar komende,
kwam met volle zeilen de rivier op laveeren en, of het nu
stomheid van de stuurlui was, of dat zij door het zeil de stoom
boot niet hadden gezienhet schip geraakte dwars voor de
boeg van de boot die in volle kracht was, het schip sloeg
om en werd totaal verbrijzeld: de beide schepelingen gingen
van zelf te water en zijn niet dan met zeer veel moeite gered.
De ontsteltenis was groot. De drenkelingen zijn te Wormer
veer aan wal gebragt.
De Amsterdamsche dagbladen beklagen zich over de
berigten, die door ons en door anderen zijn medegedeeld be
treffende den volksoploop, die Vrijdag II. in de hoofdstad
voor het paleis en gedurende het verblyf van Z. M. plaats
had. 't Is niet te verwonderen, dat de berigtgevers wat op
gewonden waren en daardoor overdreven in hun verslagen.
Dat zou voorkomen zijn door een tijdig en volledig berigt
van het dagblad, dat het best in de gelegenheid is, om te
weten wat er is geschied. Veertien dagen geleden gaf een blad
uit een provinciestad het eerste berigt van hetgeen op de
Amsterdamsche beur» had plaats gehadmaar geen Amster-
damich blad gewaagde van een gebeurtenisdie aanleiding
gaf tot een hoogst onaangename ontmoeting tusschen het
volk en het gezag onder de oogen van den Koning bij zijn
kortstondig jaarlijksch bezoek. Op die grond kon er geloof
worden gehecht aan het berigtdat de Burgemeester zijn ont-
ilag had aangeboden 't welk nu wordt tegengesproken.
De Leidsche Gemeenteraad heeft tot lid der plaatselijke
schoolcommissie benoemd den heer Mr. H. P. J. Tollens.
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Woensdag
's avonds te 5 uur 47°, te 8 uur 44°, te 10 uur 44°. Heden Donder
dag 's morgens te 6 uur 42°, te 8 uur 46°, 's namiddags te
12 uur 54°, te 2 uur 52° en te 4 uur 54°.
Professor Döllinger heeft aan het slot der tweede zijner
voorlezingen over het wereldlijk gezag des Pausen zijn argu
menten daartegen dus beknopt zamengevat
//1°. De Pauselijke Stoel is 700 jaren lang zonder land
bezit, 705 jaren zonder verzekerd bezit van den Kerkdijken
Staat en in het verzekerd bezit daarvan eerst sedert 300 ja
ren geweest. Het tegenwoordig regeringstelsel, een erfenis der
Fransche overheerschingbestaat eerst sedert 45 jaren.
2°. Het is derhalve erkend en historisch bewezen, dat land
bezit en een wereldlijk gezag voor de vrijheid en onafhanke
lijkheid van het Opperhoofd der Kerk niet onvermijdelijk nood
zakelijk zijn.
3°. Reeds vroeger en vooral thans heeft de geheele open
bare meening in Italië zich tegen het voortbestaan van den
Kerkdijken Staat verklaardinzonderheid op grond dat men
dien als een voornamen hinderpaal tegen de verwezenlijking
van het ideaal van een magtig Italiaansch Rijk en van het
ideaal van een groote aaneengesloten Natie beschouwt.
4°. In het Land zelf heeft niet slechts een magtige partij
reeds sedert 30 of 40 jaren aan den Pauselijken Stoel geschud,
maar in het oogenblik van den aanval heeft geen deel der
bevolking offervaardige deelneming en aanhankelijkheid be
wezen.
5°. Sedert eeuwen heeft zich de zucht naar secularisatie gel
dend en overal in Europa heerschend gemaakt, het streven
namelijk om de wereldsche en staatkundige zaken van de
geestelijke aftescheiden. Alleen de Kerkelijke Staat maakt hierop
nog een uitzondering."
Men wil weten dat Prins Napoleon een brief aan den
Keizer heeft geschreven om hem te verzoeken om de vervol
ging tegen de brochure van den hertog van Aumale te sta
ken op grond dat, om een zaak te smoren, het 't best is,
niets daarop te antwoorden.
Een rijk landeigenaar, te Jouzac woonachtig, de heer
Z is dezer dagen van een reis door Spanje teruggekeerd.
Aan de Pyreneen gekomen, verliet hij het rijtuig waarin hij
zijn vrouw, die ongesteld was, achterliet, en ging een wande
ling doen in een aan den weg gelegen boschje. Naauwelijks
was hij het ingetreden, toen hij door een man werd aange
houden, die hem een revolver met zes loopen op de borst
zette en hem zijn geld en zijn kostbaarheden afeischte. De
heer Z. gaf hem zijn horologie, doekspeld een ring, een beurs
en een rolletje met 100 louis. Na aldus beroofd te zijn, wilde
hij vertrekkendoch de roover eiscbte nog zijn overjas en
gaf daarvoor den ouden jasdien hij droeg, in de plaats.