Buitenlandsch Nieuws.
het uitspansel en mogt al enkele malen een nevel zigtbaar
zijntoch was het den ganschen dag goed weder en ging de
wind, die nog al heerschte, met den avond liggen. Reeds
vroegtijdig was alles in de weer en in sommige stra'.en vooral
in de Kalverstraat scheen geen einde aan de versieringen der
woningen te komen. - Te 9 uur verzamelden zich de ver
schillende corporatiende een hier, de ander daar, en trokken
te 11 uur naar het plein voor het station, waar allen door
het stedelijk bestuur werden ontvangen en de rangschikking
voor den langen optocht geschiedde.
Daar kwam de Koninklijke trein aanstoomen en een blij
gejuich ging op; voor het volk evenwel was de toegang tot het
Haarlemmerplein en voor het station afgesloten. Toen HH.
MM. en de andere leden der Koninklijke familie in de rijk
versierde wachtkamer der 2de kl. binnen traden spreidde zich
voor hun voeten een veld van rozen uit, waarover zij bin
nen traden en werden toen door het bestuur van den Holl.
spoorweg ontvangen. Bij hun buiten treden ging een lang en
herhaald gejuich op van de daar verzamelde feestelingen en
sprak de Burgemeester hun het welkom toe en toen klonk
een krachtig lied door Amstel9 mannenkoor aangeheven, waar
van de woorden door den dichter W. J. Hofdijk zijn ver
vaardigd en de muzijk door Richard Hol was bezorgd.
Welkom! Koning uit de Oranjestam, welkom! want. Am-
stels zonen vleijen niet, maar hun ziel trilt jublende in hun
lied. Koning! u wien 't Germanjes bloed met Neerlands bloed
in de adren vloeit, waar de geestdrift u zoo te gemoet komt,
weest daar welkom. U met palmen gekroond beter dan
bloemenkomen de harten van uw volk u begroetenbeter
dan laauweren op het slagveld gewonnenglansen de paarlen
onzer dankbaarheid u blinkend om den schedelgij hebt de
aarde op nieuw getoond, wëlk hart er in u leeft, en het trouw
en krachtig Amsterdam stemt luide den toon: Oranje bo
ven
Zoo klonk het liedkrachtig en schoonen eé'ri diepe
stilte heerschte alommaar toen de laatste toonen weggestor
ven waren, barstte er een gejuich los, dat het bewijs gaf,
hoe allen die woorden begrepen hadden en hoe ieder er mee
instemde.
Met ongeduld werd de dierbre vorst door het volk gewacht.
Eindelijk zette de trein zich in beweging. Van die trein was
elke afdeeling vergezeld door muzijkcorpsen. De Kon. familie
en gevolg waren gezeten in open rijtuigen, maar, wat minder
beviel, was dat den hoogen personen geen muzijk vooruitging;
wij hadden gaarne gezien dat een intocht als deze ware voor
gegaan door trompet en bazuingeschaldoor pauken en trom
en nu kwamen de klanken der honderden instrumenten ach
teraan.
De trein trok langzaam voorwaarts langs den vooraf be
paalden langen weg, begeleid en opgewacht door een onaf
zienbare menschenmassahet volk verdrong zich letterlijk om
de koninklijke koets en het is onbegrijpelijk dat niet een
menigte ongelukken zijn geschied, bij die verschrikkelijke op-
eenhooping van volk. Onkenbaar waren de huizen langs den
geheelen weg door de massadie binnen en buiten op de
daken zich vertoonden en toch bij dat alles is slechts één
ongeluk bekend, nl. het in de gracht storten van een dragon
der met zijn paard.
Op het paleis aangekomen vertoonde de kon. familie zich
op het balkon en terwijl het defileeren met de vaandels plaats
hadhebben zij bijna een half uur op het balcon vertoefd
waarna de corporatie's uiteen gingen.
En nu de illuminatie. Ofschoon die niet algemeen was, was
die bij zeer velen fraaiwaaronder die van de Studentenvan
den Burg, een winkelier in pleisterbeelden, van der Sprong,
een behanger en meer anderen in de Kalverstraat melding
verdienen. Op den Dam was het monument allerkeurigst ver
sierd en aan zoovele plaatselijke inrigtingen versieringen kwis
tig aangebragt, waaronder Arti et Amicitiae en de Nederl,
Handelmaatschappij uitmunten.
Nog kan ik mededeelen dat onder weg aan HH. MM.
bloemruikers werden aangeboden en zij voor een huis op de
Keizersgracht met een bloemenregen werden bestrooid. Ook
stonden de weezen van het burgerweeshuis in de Kalverstraat
voor den ingang op een groote tribune geschaard, en hieven,
onvoorbereid, bij de aankomst des Konings het volkslied aan.
Naar ik verneem zal in den loop dezer week door de be
woners van de Willemstraat, vroeger het Pransche pad, een
zilveren beker aan Z. M. worden aangeboden.
Beroepen bij de Herv. gem. te Kolderveen de kand.
M. Goeman te Beerten en toezegging van beroep te Venlo
verleend aan den kand. J. H. Kunst te Yriezeveen.
Ds. J. C. de Vijver te Veenendaal heeft voor het be
roep naar Genemuiden bedankt."
De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Woensdag
's avonds te 5 uur 51°, te 8 uur 44°, te 10 uur 42°. Heden Donder
dag 's morgens te 6 uur 36°, te 8 uur 42°, 's namiddags te
12 uur 53°, te 2 uur 53° en te 4 uur 54°.
In den Senaat te Turin heeft de heer Vacca een inter
pellatie tot den graaf Cavour gerigt, betrekkelijk tot de Ro-
meinsche kwestie. Hij beweert dat er twee uiterste partijen
zijn de ultramontanen en de overdreven liberalendie
de regeling der kwestie beletten. De heer Vacca stelt
voor om aan de zaak een einde te maken door Rome voor
de Italianen te eischen, en aan de kerk de onafhankelijkheid
en vrijheid terugtegevendoor de geheele afschaffing van het
wereldlijk gezag van den Paus. Betreffende Napels zegt de heer
Vacca, dat om de rust in de Napelsche provinciën te herstel
len men den haard der zamenzweeringen moet vernietigen
en deze is te Rome. De graaf Cavour heeft geantwoorddal
in het Romeinsche vraagstuk de regering slechts zedelijke
hulpmiddelen kan bezigen, en geenszins als veroveraar tegen
Rome handelen. Hij erkent dat het Romeinsche vraagstuk
naauw aan het Napelsche is verbonden, en dat de oplossing
van het eerste ook die van het laatste ten gevolge zal heb
ben. Hij erkent dat, om de rust in de zuidelijke provinciën
te herstellen, het noodig is zoo spoedig mogelijk een einde
te maken aan den strijd tusschen de kerk en den staat. De
regering zal krachtige maatregelen nemen om de ongeregeld
heden in het Napelsche te onderdrukkenmaar graaf Cavour
erkent, dat het beste middel om daartoe te geraken zou zijn
de regeling der Romeinsche kwestiehij voegt er bij dat de
hoop, welke hij te dier zake in de andere kamer heeft te ken
nen gegeven niet is verminderd.
De beginselen geuit over de afschaffing van het wereldlijk
gezag des Pausen en over de afscheiding van kerk en staat,
zijn overal gunstig opgenomen maar de overtuiging der Ka
tholieke maatschappij is nog niet genoeg gevestigd om tot die
gewenschte oplossing te geraken. De graaf Cavour sprak in
het breede over de pogingen van verscheiden voorstanders
der vrijheid van de kerk als: Lamennais, Lacordaire en de
Montalembert. De heer Cavour toonde aandat de denkbeel
den van vrijheid ook in de Katholieke maatschappij zijn in
gevoerd hetgeen de hoop doet koesterendat de kerk een
maal overtuigd zal wordendat de afscheiding van de twee
magten gunstig is voor hare onafhankelijkheid en vrijheid.
De graaf Cavour betoogt, dat de Italianen even liberaal en
Katholiek zijn als de Franschen en Belgen; hij noemt o. a.
Manzoni, Croberti en Rosurini. Hy zegt dat, indien de Senaat
de denkbeelden van het ministerie omtrent deze kwestie
deelt, dit van grooten invloed zal zijn tot oplossing van het
vraagstuk. De heer Mattecci stelt de volgende orde van den
dag voor, welke met bijna eenparige stemmen wordt aange
nomen De Senaat vertrouwendedat de verklaringen van de
regering des Konings omtrent de volkomen en oprechte toe
passing van het beginsel der godsdienstige vrijheid, Frankrijk
en de geheele Katholieke wereld zullen overtuigendat de
vereeniging van Italië met Rome, zijn natuurlijke hoofdstad,
moet geschieden onder waarborg tevens van de grootheid en
onafhankelijkheid van de kerk en haar hoofd gaat over tot
de orde van den dag. De heer Musio rigt een vraag tot den
graaf Cavour over de geruchten nopens den afstand van bet
eiland Sardinië aan Frankrijk. Graaf Cavour antwoordtdat
die geruchten hem verwonderd hebbenmaar zegtdat zij
geen grond hoegenaamd hebben.
Men verzekert dat een bende vrijbuiters een inval in
Zuid-Californie gedaan heeft.