N°. 340. Zaturdag 6 April. A0. 1861.
Het Nieuwe ministerie*
IV.
Een Thorbeckiaansch Ministerie is de uitdrukking van
den geest der meerderheid van de Staten-Generaaldie
sedert 1853 bij de herhaalde verkiezingen in den regel
de boventoon hield. Het ministerieel programma der April
beweging is nooit uitgevoerd en schijnt een tijdelijk mid
del geweest te zijn, dienstig om de hartstogten, door ker
kelijke heerschzucht opgewondentot bedaren te brengen. De
Thorbeckiaansche beginselenzooals zij zich openbaarden ge
durende den tijd, dat zijn ministerie aan het roer washebben
te diepe wortel geschotenom door een volkswaan van een dag
te kunnen worden verdrongen, zoo diep, dat bijna alle staatspartijen
er den invloed van blijken te gevoelen. - Zij die zich voor 1848
vurige aanhangers van den staatsman betoondenkonden zich van
die beginselen niet losmakenook al voelden zij zich door
persoonlijke veten van hem gescheiden. Die beginselen deden
recht wedervaren aan allen, die belang hadden bij vrijheid
van onderwijs en van vereeniging en bij een onbelemmerd ge
not van staatkundige voorrechtendie alleen door een grond
wetsherziening in vrijzinnigen geest konden worden geschon
ken. Was het wonder, dat in dit opzigt de Thorbeckiaansche
beginselen sympathie vonden bij Roomschen en Afgescheide
nen bij allen die vermeende of rechtmatige grieven hadden
tegen de regeringsbeginselen, die in 1848 onverhoeds en op
een verrassende wijze ter zijde werden gesteldom plaats te
maken voor een algeheele herziening onzer staatsinstellingen,
voor milde begrippen ten aanzien van volksrechten en volks
vrijheid
Zij, die door Thorbeckophobie waren aangetast, bleven
toch liberalen, ofschoon zij een leus van meerder gematigd
heid, waarvan nimmer juiste perken zijn gesteld, aannamen,
om zich te onderscheiden van de ultra's, die enkel door de
benaming van Thorbeckianen werden aangeduid, zonder dat
de rechte beteekenis hiervan kon worden gevat. Sedert 1853 zijn
verschillende Ministerien opgetreden, in schijn om de door
Thorbecke in het leven geroepen organisatiewetten te veran
deren of te herzienmaar niemand bezat den moed daaraan
de hand te slaan. - Een Thorbeckiaansch ministerie zonder
Thorbecke moest uit de smeltkroes, waarin de met korte
tusschenpozingen optredende Ministerien werden geworpen
voortkomenomdat het proces tot geen andere uitkomst
kon leiden. Wel is de schatkist bezwaard met een aan
zienlijk bedrag ministeriele pensioenen, maar ten prijze
eener rijke ervaring, wat de kracht der beginselen vermag.
Zijn er ooit zooveel klagten vernomen over de nadeelige wer
king der wetten van 1849 tot 1853 in het staatsblad opge
nomen dan van die na dien tijd in het leven zijn geroepen?
De wet regelende het toezigt op de kerkgenootschappen, zoo
wel als die tot regeling van het armbestuur, dragen het karak
ter van hun tijd en wat tot stand kwam in den geest van het
regeringsbeleid, dat in 1849 zich vestigde, kan alleen op een
gunstig oordeel rekenen.
Een reactionnaire partij kan niet meer op ondersteuning
rekenen: niemand wil zich onvoorwaardelijk verklaren voor
de toepassing van beginselen, die bij de grondwetsherziening
van 1848 zijn ter zijde gesteld. Een schrijver in het Tielsch
weekblad was bevreesd, om met Thorbecke vooruittegaan, maar
zorgvuldig vermeed hij den schijn aantenemenalsof hij tot
het vaandel der reactie was overgeloopen. Die wat voortvarend
zyn en heethoofdig, moeten na zich te hebben overspannen,
voor een tijd rust nemenafmatting kan apathie ten ge
volge hebbenmaar voor hendie er onder lijdenis de weg
tot genezing niet afgesloten. Een Ministerie met de beginse
len van Thorbecke, maar zonder Thorbecke, is het beste mid
del, dat zij gretig aangrijpen, en voor zoover er nog zijn, die
onder de reconvalescenten van de Aprilkoorts moeten geteld
worden of nog niet geheel van de kwaal der thorbeckophobie
zijn verlost, voor hen is dat middel heilzaam.
Een liberaal Ministerie, dat de versiering van gematigdheid
niet behoeft, zamengesteld uit practische mannen, die reeds
ervaring hebben, hoe hun beginselen moeten toegepast wor
den om gunstig te kunnen werkenzulk een liber^WTITnT?^.
terie zal ondersteuning vinden, 't Zegt niet weinig^ uit
sche mannen zamengesteld, want de liberale l^^sefön^j?^-
enkel in een kwaden reuk gekomen door hutó
I I I1ISI1I DAGBLAD.
Deze Courent verichijnfc eiken dag, be
halve Zon- en Feeitdagen, en kost voor
Leiden ƒ1.95, en franco per poit/2.80
in de drie maanden.
De pr\j« der Advertentiën is voor eiken
regel Zet Cents, behalve 35 Cents zegel
recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijke
Nommers Vijf Cents.
Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 6 m.; 12 u. 58 m.; 6 u. 3 m.; 9 u. 13 m. Naar Haarlem
en Amsterdam te 8 u. 47 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 47 m.; 7 u. 57 m.
Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Arasterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt)
naar Leiden 's middags 2 u.
Poetbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 's morgens te7 u. 55 m., 'smiddags te 12 u., 's namiddags te 3 u. 45 ra.,
'savonds te 8 u. 10 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triest, 6 en 22; over Marseille9 en 25 van elke maand.
Rijhs-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 27 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 89£ uur.
Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandagen Donderdag te 11 uur.
Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie ia open dagelijks van 104
uur. - Thesauriedagelijks van 102 uur. De Gemeente-Architect is te spreken ta zijnen huize op den Ouden Singel, 'smorgensvan 910 uur.
Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Accijnsen
dagelijks van 9—1 uur en van 3—6 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 9—2
uur; van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur.
-""V