Buitenlandsch Nieuws. door een uitgebreide verlichting der buitenwijken, onder nog ongunstiger omstandigheden geschieden zoudererder zou zij haar debiet aan partikulieren hoofdzakelijk in diezelfde bui tenwijken moeten hebben; zij zoude derhalve, aanvankelijk althans, zich uitsluitend belast zien met een verlichting, die de tegenwoordige ondernemer in 1854 verklaarde, «dat ge heel als een opoffering van zijn zijde zou moeten beschouwd worden." Het behoeft bijna geen betoog, dat om hare ex ploitatie-kosten alzoo te dekkenten eerste de openbare ver lichting veel duurder zou moeten worden; ten tweede, die der partikulieren in de buitenwijken hetzelfde lot zoude tref fen; tenzij dezen zich het gebruik van gazlicht wilden ont zeggen. Het eerste gevolg zoude schade zijn voor de geheele bur gerij want hoogere prijzen der openbare verlichting moeten uit de verhoogde opbrengst der Stedelijke middelen gedekt wor den. AU zoodanig zoude dit zelfs nadeelig op de rekwestran ten terugwerken, maar zij behoeven dit niet in aanslag te brengendaar zij een kleine verhooging van lasten welligt zouden terug erlangen door den minderen priji van hun gaz. Maar jegens de 50,000 ingezetenen, die de openbare ver lichting duurder zouden betalen en die niet, zooals de 3 a 400 rekwestranten, door een lage prijs voor partikulier ge bruik meer dan schadeloos zou worden gesteldzoude er onregt gepleegd worden. Nog sterker zoude dit het geval zijn bij het partikulier gazverbruik in de buitenwijken waar de prijs duurder zou moeten zijn of men geen behoorlijke gazverlichting zoude kunnen verkrijgen." (Wordt vervolgd). De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Vrijdag 's avonds te 5 uur 45®, te 8 uur 40°, te 10 uur 36°. Heden Zatur- dag 's morgens te 5 uur 36°, te 8 uur 43°, 's namiddags te 12 uur 51°, te 2 uur 52° en te 4 uur 52°. In de zitting van het Wetgevend Ligchaam te Parijs heeft generaal Allard, commissaris der regering, het amende ment van den heer Favre op 17, betreffende Algerie, bestre den. Het amendement is daarna verworpen en de paragraaf aangenomen. 18, betreffende de inlijving van Nizza en Sa- voye, wordt besproken door den graaf de Boignedie betoogt dat de beweegredenen, die tot de inlijving hebben doen be sluiten, niet voortgesproten zijn uit het anti-Catholijk gedrag der Sardinische regering. De Heer Lubonis stemt in met de gevoelens van dankbaarheid door den graaf de Boigne geuit wegens de inlijving, hij verdedigt de staatkunde der Sardini sche regering, welke zoo ten onrechte wordt aangevallen hij bestrijdt het verwijt van ongodsdienstigheid en betoogt, dat de staatkunde van Sardinië in Italië beantwoordt aan de ge voelens der natie en leiden zal tot de vestiging der Italiaan- sche nationaliteit, hetzij door middel van een staten-verbond, hetzij door een eenig koningrijk. Hij ontkent dat Sardinië ondankbaar is jegens Frankrijk. Italië en Sardinië zullen nooit de edelmoedige weldaden van Frankrijk vergeten. Beide natiën zullen steeds zusters zjjn. De 18 en 19 zijn daarna aange nomen. Op 20, betreffende Syriëis een amendement gesteld, hetwelk door den heer Guilloumin wordt toegelichthij toont aan, dat het in krachtiger bewoordingen is vervat dan de van het adres. De heer Noger-Laurent klaagt over het wan trouwen van Engelaua; hij wil niet dat de Fransche troepen op het vastgestelde tijdstip Syrië zullen verlatenindien de rust niet is hersteld. Engeland vreest ten onrechte dat Frankrijk Syrië bezet, om het den weg naar Indie aftesnij- den. De bezetting geschiedt alleen met een menschlievend doel. De heer Baroche zegt, dat allen het eens zijn om de bescherming over de Christenen in het Oosten, welke se dert eeuwen aan Frankrijk behoort, bij voortduring aan dat land optedragen; hij vindt de van het adres voldoende. Frankrijk zal zijn zending in Syrië tot het einde volbrengen hij hoopt ook dat de gemengde commissie aldaar haar man daat zal hebben vervuld. De aanvallen op een andere natie zijn thans nutteloos. Daarop worden de 2021 eu 22 aan genomen. De heer Billault verklaart, dat de regering de ex peditie in Cochin-China met kracht zal doorzetten. Na de yerwerping van twee amendementen ter gunste van den Ko ning van Napèlsdoor de HH. Jouvenel eu Lelat voorge steld, worden de 23 en 24 aangenomen. De vergadering is daarop gescheiden. Er heeft zich in de vorige week in het arrondissement Issoire (depart. Puy-de-Döme) een curieus feit voorgedaan. Bij de oproeping der lotelingen bleek namelijk, dat er op de lijst der jongelieden ook een meisje stond ingeschreven. Bij nader onderzoek kwam men al spoedig tot de ontdekking, dat zij bij de geboorte onder den naam van Marie was aangegeven en daar dit in Frankrijk zoowel een jongens- als meisjesnaam is, had de ambtenaar van den burgerlijken stand haar bij ver gissing als zoon ingeschreven, zonder dat iemand daarop acht had geslagen. Intusschen stond mademoiselle Marie nu een maal als loteling te boek en werd ook als zoodanig opgeroe pen. De jonge jufvrouw vond dat wat al te excentriek en besloot eenvoudig te huis te blijven maar hare moeder, die beducht was dat er dan misschien onaangenaamheden uit konden voortvlóèijen, begaf zich in hare plaats naar den raad van recrutering. Gelijk men wel kan denkenbragt hare te genwoordigheid aldaar te midden der lotelingen een algemeene verbazing te weeg, terwijl alle aanwezigen, toen de zaak be kend werd, uiterst nieuwsgierig waren hoe dit geval zou af- loopen. De president zelf was er inderdaad mede verlegen. Naar zijn oordeel had hij geen vrijheid om de mademoiselle Marie zoo maar Van de lijst "te laten schrappen. Die lijst, zeide hij, was eenmaal opgemaakt en daaraan moest voldaan wordenhij had geen lust om zich met alle formaliteiten optehouden, die noodwendig moesten voorafgaan, om de in dit geval vereischte verandering eerst op het register van den Burgerlijken Stand en dan op de lijst der consents te be werkstelligen. Om die reden gaf hij aan de moeder in beden king, de zaak eenvoudig te laten zooals die was en derhalve voor hare dochter te loten. Trok zij een hoog nommer dan was hij in allen gevalle er in eens af. De moeder zag daar eerst erg tegen op maar na een oógenblik bedenkens, stapte zij kordaat op de bus toe trok een nommer, en wel een zoo hoog nommer dat mademoiselle Marie er op kan rekenenbinnen kort een aanschrijving te ontvangen, dat zy van demilitieis vrijgesteld. Het behoeft wel niet gezegd te worden dat de mama bij haar afscheid de eer eener daverende toejuiching genoot. Ook uit Petersburg valt een Poolsche demonstratie te melden. Een student begaf zich naar den kapellaan der Ka- tholijke kerk en verzocht een'lijkmis voor een overleden bloed verwant. Daartegen werd geen bezwaar gemaakt en aan het verlangen van den student werd voldaan. Hoe groot was ech ter de verbazing der geestelijkentoen zij de kerk nog nooit zoo vol gezien hadden als bij deze lijkmisstudentenkadet- ten en dames in zware rouw. Thans was alles duidelijk, er moest een lijkdienst voor de gesneuvelden in Warschau wor den gevierd. Aan de zaak viel niet meer te veranderen en de godsdienstoefening ging door. In de kerk bevond zich o.a. een inspecteur uit het kadetten-korps van Konstantinoffdeze zag rond of hij ook kadettea van zijn korps bemerkte en be gon hunne namen opteschnjven. De studenten werden dit eehter gewaar, omringden hem en drongen hem met geweld de kerk uit. Eenigen tijd geleden liet bij een Chineesch olieverkooper te Singapore, terwijl hij bezig was geld te wisselen voor een zijner verbruikers, een banneling uit de Waterloostraat, een dollar op de toonbank liggen, die oogenblikkelijk door iemand werd weggenomen. De Chinees beschuldigde den banneling;, die den diefstal ontkende. De Chinees antwoordde, dat hij vol daan zou zijnindien de banneling zwoer; dat hij het geld niet had weggenomen. De eed werd afgenomen een vogel werd geslagt en de banneling bad, dat, indien hij valschelijk gezworen had, hij binnen drie dagen mogt sterven. De Chi nees was hierover volkomen tevreden. Op der. derden dag op het zelfde uur dat de eed was afgenomenviel de banne ling dood op de aarde neder. De toestand te Mexico schijnt zeer treurig en tévens hoogst gevaarlijk te zijn. De straten zijn des avonds opge vuld met roovers en moordenaars en talrijke slagtoffers zijn reeds gevallen. De vreemdelingen verkeeren in het grootste gevaar en de reactionnairen, door de geestelijkheid aangevoerd, ruijen het gemeen op tegen de ketters.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 2