Buifcenlandsch Nieuws. te Rotterdam aankwamenwaar, tusschen twee haakjes gezegd geen vigilanten aan het station aanwezig waren (of de koet siers sliepen of de vroege aankomst van den trein vergeten haddenweet ik niet) bleek hetdatna plaats genomen te hebben op de stoomboot, het personeel der reizigers, bijna uit 150 personen bestaande, meest Hagenaren waren en dat zieh daaronder ook bevond de Hertog van Saxen-Weimar en de heer van Karnebeek. //Ons togtje verder'voortzettendekwamen wij eindelijk in den Bommelerwaard en namen de groote doorbraak waar. Al les lag in de war; verscheidene huizen langs den dijk waren ingestort, de meeste boomen waren geveld en massaas ijs lagen huizen hoog en uren ver opeengestapeld. Te Zuilichem aagen wij nog de plekwaar die steenen korenmolen gestaan had en die door eenige ijsschotsen als koek was doorgesneden en in de diepte bedolven. Te Tiel zagen wij aan den west kant bij de brug een grooten muur ingestort en massaas ijs tegen de muren. Tegen 2 ure kwamen wij te Leeuwen, het •igenlijk doel van ons togtje, aan. Wij stapten de stoomboot uit, terwijl voor den Hertog en den heer van Karnebeek een aparte boot werd aangebragt, waarin zij, nadat een vlag in de boot ter nedergelegd was, plaats namen. Wij klommen spoedig den dijk op en kwamen aldra ter plaatse, waar de dijk weggeslagen is en waar men druk bezig was met werken. Toen wij Leeuwen zelf bezochtentroffen wij daar den Bur gemeester en andere voorname inwoners aandie onze togt- genooten vriendelijk inlichtten en alles aanwezen. Zeer fiksche huizen lagen geheel omver en muren van 2 steenen dik lagen als oud lood ineengestort. Er was een plek, waar geen steen meer te vinden was van 16 huizendie daar gestaan hadden. Wij ontmoetten ergens in een woning de bekende Johanna van Beek, dat ongelukkige schaap, dat 7 dagen en nachten op een stuk riet, dat op een ijsschol was neergeko men had rondgedreven in een toestanddie niet te beschrij ven is. Zij was toen door de meid des huizes in een schou dermantel gewikkeld en had hare geheele familie voor, haar oogen zien verdrinken. Hare voeten waren bevroren geraakt. Het kind woont nu bij haar grootmoeder en nam ons allen in. Het dorp verder doorwandelende, zagen wij een groot stuk hout, vier voet in 't vierkant en wel 20 voet lang, dat lag in een opkamer van een bovenwoning, die bijna geheel verbrijzeld was. Verder op zagen wij schier overal stukken hout, hier en daar, verstrooid liggen. Maar het zonderlingste schouwspel waseen Keulenaar, die in 't dorp lag en die door een snellen togt door een hooiberg, den kap met een gedeelte hooi had medegenomen, en nu als een volgeladen hooischip daar lag. Alle vruchtboomen waren met wortel en tak weggeslingerd, de grootste notenboomen ontworteld en vernield. Vooreerst kan op die gronden daar niets dan hout geteeld worden. Als ik alles bij elkander neemdat wij zagen en het oord in het geheel moest beschrijvendan zou ik het niet beter kunnen vergelijkendan met onze duinenzoo lag alles daar hoog en daar weêr laag; het was een woeste wildernis, droevig grootsch; geen pen is in staat haar te beschrijven. >/Toen wijte 3 uur, die sombere plek weêr verlietenwer den wij door de jeugd van het dorp, die gapende ons be schouwde, begeleid naar de stoomboot. Eenige van onze togt- genooten stelden er een pret in om de jongens en meisjes te laten grabbelen naar centendie een goede oogst opleverden voor die arme kinderen. Wij zagen den Hertog en den heer vnn Karnebeek afscheid nemen van den heer burgemeester en deden de terugreisruim een uur sneller, dan 's ochtends. Om 8 uur kwamen wij te Rotterdam weêr aan. Goed weder, wel wat winderighadden wij gehad en zoo wij eene klagt mogten uitendan hadden wij zoon drukte op de boot niet gewenschtom de eenvoudige redendat wij dan wat beter eten voor ons geld zouden gehad hebben. Een goede wenk, hopen wij voor den hofmeester, bij volgende togtjes. «Zoo liep ons togtje af, dat wezenlijk ons eenig denkbeeld had gegeven van den bangen nood waarin de bezochte streek had verkeerdtoen de waterstroomen en ijsschollen als op- permagtige gebieders en tyrannen heerschten. Dr. N. Beets heeft voor het beroep naar de Nederd. Herv. gem. te 'sGravenhage bedankt. De Thermometer van Fahrenheit teekende alhier Donder dag 's avonds te 8 ure 40', te 10 uur 38°. Heden Vrijdag 's morgens te 6 uur 44°, te 8 uur 45®, 's namiddags te 12 uur 53®, te 2 uur 53° en te 4 uur 51*. Men verneemt dat thans al de bendendie de deta chementen van het Sardinische leger in de Abruzzen de han den vol werk gavenin de Pauselijke Staten teruggetrokken en op bevel van Koning Frans II ontbonden zijn. Omtrent de belegering van het plaatsje Civitella-della- Tronto, hetwelk door zijn natuurlijke ligging bijna voor on neembaar wordt gehoudenmeldt de Opinione, dat generaal Mezzacapo aan de belegerden een parlementair had gezonden, om hem dezelfde voorwaarden tot overgave aantebieden als aan het garnizoen te Gaëta waren toegestaan. Daar dit geen resultaat opleverde, liet hij op de steilste rotspunten een twintigtal vuurmonden van verschillend kaliber oprigten. Hier mede opende hij tegen de plaats een hevig vuur, hetwelk van de zijde der Bourbons, die een gelijk aantal zware stukken geschut te hunner beschikking haddenkrachtdadig werd beantwoord. Op het gerucht dat er bij de belegerden on- eenigheden waren ontstaangaf Mezzacapo aan drie kolonne» bevel om op de drie voornaamste punten een storm te wagen. Dit gebeurde, maar de aanvallers werden door zulk een moorddadig vuur begroet, dat zij genoodzaakt waren met den meesten spoed terugtetrekken. Thans wordt er druk aan de loopgraven gearbeid. Berigten uit Rome behelzendat de Heilige Stoel er op voorbereid is, dat binnen een maand het door prins Na poleon in zijn rede ontwikkeld plan verwezenlijkt zal worden. Het revolutionnair comité organiseert voor de heilige week een demonstratiewelke voor het Fransche leger het voor wendsel zou opleverenom aan de Piemontesche troepen den linkeroever van den Tiber interuimen en den Paus in het Yaticaan op den rechteroever intesluiten. De heer de Persigny laat 300000 exemplaren drukken van de redevoering van Prins Napoleon en zal die in alle gemeenten van Frankrijk laten verspreiden. De Moniteur meldt de benoeming tot senatoren van den graaf Tascher de la Pagerie, hertog van Dalberg en van den generaal de Montauban. Wijders bevat het officiële blad verscheiden benoemingen tot vice-admiralenschouts-bij-nacht en tot andere graden bij de marine. Dezer dagen is te Parijs een zeer omvangrijk boekwerk voltooidnamelijk een complete geschiedenis der kerkvoogden onder den titel van Cours complet de Patrologie. Het werk bestaat uit 326 kwartijnen en kost 1957 fr. Een deputatie van Blois heeft dezer dagen het kasteel van Blois met aanhoorigheden aan den Keizer ten geschenke aangeboden, om aan den kroonprins bij zijn meerderjarigheid toetebehooren. De Keizer heeft dat geschenk onder dankbe tuiging voor dit blijk van genegenheid aangenomen. De Jardin des Plantes te Parijs ontvangt reeds zijn aandeel in den Chineschen buitbestaande in een paar Chi- nesche varkens en een aantal eenden uit het Hemelsche Rijk, welker fraaije veeren en sierlijke bewegingen de bewondering wekken van alle vrouwelijke bezoekers. Behalve den ouden ijsbeer van Siberië ziet men tegenwoordig twee andere kleine witte beeren van Spitsbergen in de kuilen van genoemden tuin. De Graaf de Morny heeft bovendien onlangs nog twee fraaije Russische beeren aan de inrigting geschonken. Men legt de laatste hand aan het verbazend groote Hotel du Commerce op den boulevard Sebastopol te Parijs. Het zal nagenoeg even uitgestrekt zijn als het Hotel du Lou vre, 33 vensters op elk van zijn vijf verdiepingen hebben en 700 vertrekken bevatten. Men zegt, dat Keizer Napoleon 11. Maandag met den Russischen gezant een langdurig onderhoud heeft gehad over den toestand van Polen en dat hij heeft aangedrongen op de noodzakelijkheid eener gematigde politiekwelke alleen in staat is rampen te voorkomen. Uit Warschau meldt men van gisteren avond dat Prins Gortschakoff een commissie van 24 burger» ingesteld

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 2