N°. 314. Woensdag 6 Maart. A0. 1861.
Binnenlandse!* Nieuws.
JSilllflte weuschen.
Wel zou het er vreemd ia de wereld uitzienwanneer ieders
wenschenhoe billijk en betamelijk zij ook schijnenkonden
worden vervuld; maar daarom in het toch niet ongeoorloofd,
op zulk soort van wenschen acht te slaan en er aan gehoor
te geven, wanneer rechtvaardigheid en menschelijkheid zulks
eischen.
Van dien aard zijn gewis de begeerten, die men ziet open
baren om loon te erlangen naar verdiensten en niemand zal
het wraken, dat zich de eisch doet gelden van den arbei
der, om voor hetgeen hij verrigt in billijkheid te worden be
taald. De staathuishoudkundigen leeren dat dit loon zich
regelt naar vraag en aanbod: - is dat beginsel van algemeene
toepassing? 't Schijnt wel, want bij het bepalen der bezoldi
ging van ambtenaren in de laagste rangenhoort men niet
zelden op het groot aantal sollicitanten wijzen, als opleveren
de een redelijken maatstaf, waarnaar het bedrag moet worden be
paald, dat de belooning cal uitmaken. Met dat beginsel zou
volkomen strooken de invoering van een maatregel, Om de
waarneming van een ambt of bediening bij wijze van aanbe
steding te gunnen aan die het meeste rerrigtte voor het minste
geld. - Zulk eeu maatregel is uitvoerlijk, ofschoon het te
betwijfelen is of zij verstandig heeten mag; - maar die de
staathuishoudkundige beginselen huldigen, zijn in hun recht,
wanneer zij zulk een toepassing trachten te verkrijgen. - De
zekefheid bestaat niet, dat wat goedkoop heet, werkelijk het
meeste voordeel geeft. Zoo gaat het ook met de bezoldiging
van ambtenaren en als we opzettelijk het oog vestigen op het
geen te dien aanzien plaats heeft, voldoen we aan een reeds
lang door menigeen bij herhaling uitgesproken wensch.
Het algemeen belang wordt niet bevorderd door een karige
bezoldiging, al is het ook, dat de openbare kas daardoor
't meest wordt bevoordeeld. Uit de ons medegedeelde opmer
king, dat dezer dagen een commies der plaatselijke accijnsen
is gepensioneerd, die na 40jarige dienst tot geen hooger be
zoldiging is kunnen geraken dan 400 'sjaars, verkregen we
aanleiding np dat gewigtig punt de algemeene aandacht en
belangstelling te vestigen. Wat hij genoot, toen hij in
dienst trad, is ons niet bekend, - maar dit is zeker, dat
hij op volwassen of mannelijkeu leeftijd geen voldoend mid
del vau bestaan had, om te mogen trouwen, 't Is zeker toe
vallig, dat hij daartoe geen begeerte gevoejde, maar in den
regel zal het toch niet zoo zijn en dan wordt aan den eisch
der zedelijkheid geweld aangedaan, wanneer een ambtenaar,
die zijn pligt getrouw betracht, in een stelling gebragt wordt,
die strijdt met een natuurlijken en normalen toestand, 't Was
in dit opzigt veeleer betamelijk, dat bij de aanstelling tot
ambtenaar de voorwaarde werd opgelegd van zich nimmer in
het huwelijk te mogen begeveDeen voorwaarde die men
voor de aanvaarding van een zekeren stand in de Maatschappij
gewoon is te stellen. Die de bezoldiging bepaalt, weet immers
dat de belooningen van zulke ambtenaren ontoereikende zijn voor
hunne behoeften, zoodra zij hoofden van huisgezinnen wor
den. - En nu onthouden we ons van alle gevolgtrekkingen
die moeten voortvloeijen uit een regeling, die vaak een amb
tenaar stelt tusschen zijn beurs en zijn geweten. Na veertig
jarigen trouwen diensttijd in het genot van f 400 bezoldiging
'sjaars, en onberispelijk in ijver en eerlijkheid: - zulk een
uitkomst laat zich moeijelijk verwachten dan van hemdie
zich alle betamelijke genoegen des levens weet te ontzeggen
die koud en gevoelloos zijn pligt doet en geen hartstogtelijk-
heid kent - 't is gewis buitengewoon en pleit voor liet geloof
aan een bijzondere voorbeschikking. Misschien om de veer
tig jaren eenmaal zulk een voorbeeld; - want 't is bijna on
denkbaar, dat bij de gewone afwisseling van levenstoestanden
ook geen wijziging in behoeften zou plaats hebben en zulk
een vasthoudendheid aan beginselen „tot den einde toe bij
iedereen zich openbaren zal.
Z. M. heeft benoemd bij het le reg. inf. tot kap
den 1™ luitenant F. G. F. L. Charlier, van het
en tot ijker van het vaatwerk te Maastricht P. J./Koeneiï
gepens. serg.-maj. der artillerie aldaar; - voorts pe
leend aan de kaps. G. Vissenberg en J. P. van Nal
LEIDSCH DAGBLAD.
Deze Courant verschijnt eiken dag, be
halve Zon- en Feestdagen, en kost voor
Leiden 1.95, en franco per post 2.80
in de drie maanden.
De prijs der Advertentiën is voor eiken
regel Zes Cents, behalve 35 Cents zegel
recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijke
Nommer» Vijf Cents.
Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Sehiedam en Rotterdam te 10 u. 6 m.; 12 u. 58 m.; t u.t m.; 9 u. 13 m. Naar Haarlem
en Amsterdam te 8 u. 47 m.; 1 u. 8 m.; 4 u. 47 m.; 7 u. 57 m.
Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Arasterdam, Maandag ochtends 4 u., da overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt)
naar Leiden 's middags 2 u.
Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat's morgens te7 u. 55 m., 'smiddags te 12 u., 's namiddags te 3 u. 45 m.,
'savouds te 8 u. 10 ra. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, l en 17; over Triest, 6 en 22; over Marseille9 en 25 van elke maand.
Rijha-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 27 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 89^ uur.
Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbejpialde tijden. - Burgemeester en Wethouders, Maandagen Donderdag te 11 uur. -
Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeester, dagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks vau 104
uur. - Thesaurie, dagelijks van 102 uur. —De Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op dan Ouden Singel, 'smorgensvan 910 uur.
Kantoor der Plaatselijke Aocijnsen, dagelijks van 81 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Acoijnsen
dagelijks vau 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92
uur; van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur.
I.