N°. 286. Vrijdag 1 Februarij. A°. 1861. V II. LEIDSCH DAGBLAD. Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagenen kost voor Leiden 1.95 en franco per post 2.89 in de drie maanden. De prijs der Advertentiën is voor eiken regel Zes Cents, behalve 35 Cents zegel recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijke Nommers Vijf Cents. Spoortreinen van Leiden naar 's GravenhageDelft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 6 m.; 12 u. 58 m.; 6 n. 3 m.; 9 n. 13 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 47 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 47 m.; 7 u. 57 m. Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat's morgens te 7 u. 55 m., 'smiddags te 12 u., 's namiddags te 3 u. 45 m., 'savonds te 8 u. 10 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triëst, 6 en 22; over Marseille9 en 25 van elke maand. Rijks-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 27 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 894 uur. fittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uur.- Commissie van Fabricage, DiBgsdag te 12 uur. - Burgemeester, dagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 unr. - Thesaurie, dagelijks van 10—2 uur. —Be Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 'smorgensvan 910 uur. Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Acoijnsen dagelijks van 91 uur en van 30 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woeusdag en Donderdag van 92 uar; van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur. Het beheer der Kerkelijke fondsen van de Neder- duitsclie Hervormde Gemeente te Leiden. Bij het ontwerpen van een nieuw reglement heeft men het hoofdbeginsel ontleend aan het Provinciaal Reglement op de administratie der kerkelijke fondsen enz., maar - //de zelfstan digheid der gemeentedie bij dat Regiement verloren gaatis volkomen bewaard gebleven." Mogt dit laatste? wij betwijfelen het zeer. De vijf gemeenteleden zijn naar ons oordeel op een dwaalweg gebïagt door den kerkeraad die van de predikstoe len heeft doen afkondigen, dat hij in den schoot der gemeente wilde nederleggen al het hem opgedragene. Wat hem door de gemeente is opgedragen, bepaalde zich niet tot het toezigt op het beheer, want dat was bij koninklijk besluit van 8 Julij 1860 opgedragen aan de notabelen en alleen bij wijziging van dat Koninklijk besluit is de Kerkeraad op zijn verzoek belast met de taak der notabelenomdat deze er niet waren en men geen neiging had, zulk een collegie in, het leven te roe pen. De vijf gemeenteleden hebben zich daardoor gehouden op het gebied van wetgeving, zonder in het oog te houden, dat zij hadden te regelen jure constituto en jure constituendo. Zij verklaren dan ook aan het slot van hun verslag: //aan het ontwerpen van overgangsbepalingen behoeft eerst gedacht te worden, nadat ons uw oordeel over ons werk gebleken is." Bij eenig nadenken over de overgangsbepalingen zou dadelijk de opmerking gemaakt zijn, dat men zich van den bestaan- den feitelijken en wettelijken toestand niet kon losmaken. Dit bevreemdt ons te meer, omdal wij zeer duidelijk bij onze vroegere beschouwingen over het kerkelijk geschil er bepaald op gewezen hebbendat de zelfstandigheid van de gemeente betreffende het beheer der kerkelijke fondsen is beperkt door het algemeen reglement op het bestuur der Nederl. Herv. kerk en de Synode bij art. 65 zich het recht der regeling heeft voorbehouden. Niet alleen dit, maar ook het Konink lijk besluit van 28 Maart 1852 staat aan zulk een zelfstan dige regeling in den weg, omdat de goedkeuring op het Al gemeen Reglement is verleendook onder een reserve die daartoe betrekking heeft. (Zie ons Nc. 109). Mogt men nog twijfelen aan de kracht dezer bedenking, de laatste beraad slagingen over de begrooting voor de kosten van de Herv. en andere eerediensten over 1861 zal wel geschikt zijn dien twijfel te benemen. De heer Mackayeen lid der antirevolu- tionnaira partij, heeft den minister Bosscha geïnterpelleerd, naar aanleiding van een ingekomen adres van predikanten waarbij aangedrongen wordt op een eigen beheer der kerke lijke goederen iu de Herv. kerk. De vraag schijnt oppervlak kig vreemdomdat zij van zulk een zijde kwamdie veel eer als revolutionnair dan wel als autirevolutionnair wordt ge brandmerkt, maar dat is toch een ongegrond oordeel. De heer Mackay is het geheel eens met de vijf gemeenteledenmaar wil komen langs een wettelijken weg tot het doel. Een anti- revolutiounair wil regeling uaar beginselen en de zaken bren gen in een normalen toestand, mits met wettelijke midde len. Het ontwerp heeft het oog op een autirevolutionnaire regeling, maar zonder de overgangsbepalingen heeft het een rcvolutionnaire tint. 't Is vooral noodig daarop te letten en te drukkenomdat op het gebied der Nederlandsche Her vormde Kerk revolutionnaire maatregelen niet vreemd zijn. De organisatie in 1816 levert daarvoor krachtige bewijzen op en de gebeele toestand van het kerkgenootschap getuigt er vau. De staatkundige liberalen hebben er den naam voor, maar de kerkelijk liberalen verdienen dien veeleer, dat, wat wettelijke regeling betreft, het liberalisme in een omgekeerde rede wordt toegepast; zoodat rechten en vrijheden der gemeente zich op lossen in een onbeperkte vrijheid voor de besturen en een blinde gehoorzaamheid der leden. De lijn van afscheiding van het kerkelijk liberalisme is daar, waar men denkt aan een erkenning vau de rechten der gemeente. Die uitweiding was onvermijde lijk, omdat daardoor het standpunt begrepen wordt, waarop de Minister Bosscha zich plaatstetoen hij den heer Mackay zou beantwoorden en zich tevens laat verklaren de weigering der Gemeente Commissie in haar brief van 13 December 1860, waarin zij spreekt van «geheele miskenning van hare verhou ding tot de gemeente en den kerkeraad en van onjuiste denk beelden omtrent het zelfstandig beheer der kerkelijke goederen.'' Het belang der zaak brengt mede dat het antwoord van den minister Bosscha door ons in zijn geheel wordt mej deeld, opdat we den invloed leeren kennen, die het* oorded. der Gemeente over het openbaar gemaakt ontwerp eeniger- niate uioet b«heerscheu. - 1-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 1