N°. 284. Woensdag 30 Januarij.
A0. 1861.
WATJERSNOOl».
Aan het Bureau van dit blad is een bus geplaatst tot ont
vangst van giften voor de noodlijdenden door den Waters
nood, opdat de liefdadigheid onzer stadgenooten, wier vaders
54 jaren geleden, bij de ramp die Leiden trof, zooveel
genotenal is het niet in dien overvloedzich toch schit
terend openbare.
Aan den Commissaris des Konings in de Provincie Gel
derland is gezonden 118.29 als netto opbrengst van de
Tooneelvoorstelling der Typographische Vereeniging alhier.
Re Leidsche fflanufactuurlial.
III.
Het Koninklijk besluit van Junij 1820 mag niet beoordeeld
worden naar den maatstaf, dien onze tijd aan de hand geeft;-
het draagt het karakter van zijn tijd, die gedoogde, dat het
openbaar gezag zich onttrok aan de verantwoordelijkheid, die
onze tijd eischt voor elk beheer van algemeen belang. De
fabriekanten waren verpligt om te voldoen, wat bij art. 30
mogt worden geheventerwijl de plaatselijke regeringwaar
onder het collegie van dagelijks bestuur werd verstaanbijal
dien niet uitdrukkelijk de Baad was genoemdbevoegd was
een verandering in dat tarief aan de provinciale Staten voor-
tedragenwanneer bij ondervinding bleekdat zulk een ver
andering noodig was. Van het doen of overleggeu der reke
ning en verantwoording betreffende het beheer der ontvang
sten en uitgaven is in het besluit geeu sprake. De vraag is
alleen, of volgens art. 32 het manufactuur nutteloos is be
zwaard? Zoo dit het geval mogt zijn, is het beheer van Di
recteuren, het toezigt der plaatselijke regering en het opper-
toezigt der provinciale Staten niet onberispelijk.
Wanneer men de verschillende formaliteiten nagaat, die
door of van wege Directeuren moesten worden inachtgenomen
om den nationalen oorsprong der manufacturen te verzekeren
en voor misbruiken te wakendan is het niet te ontkennen
dat men voor Leiden de beambten der hal niet tot zulk een be
perkt aantal kon bepalen, als men oppervlakkig en zonder
kennis van den omvang der verpligtingen zou oordeelen. 't Is
al te gewaagd om te verklarendat het Leidsche personeel te
groot was en 't laat zich evenmin verdedigen, dat het meteu en
keuren der goederen is afgeschaftomdat art. 24 juist dat
uitdrukkelijk voorschrijft. - Wat de bezoldiging der beambten
betreftzal het wel geen tegenspraak ontmoetenwanneer wij
bewerendat zuinigheid en karigheid in de bezoldiging van
keurdersmeters en dergelijke beambten^die in kennis eer
lijkheid en onpartijdigheid hun grootste verdiensten moeten stel
len, vaak de wijsheid bedriegt. Bijaldien zulke ambtenaren
niet ruim bezoldigd worden, stelt men hen op zulk een lagen
trapdat voor omkooping en pligtverzuim de weg gebaand
wordt. Bezoldiging buiten verhouding met den aard en omvang
der taak, die daarvoor wordt geëischt, is, hoe zuinig ook,
verkwisting, omdat de waarborgen voor trouwe pligtsbetrach-
ting niet voldoende kunnen zijn.
En is nu de bezoldiging te hoog? Uit de rekeningen over
1858 en 1859 blijkt, dat de som bedraagt over 1858 1203,46£
en over 1859 1373,13, waarmede zes beambten zijn beloond.
De le beambte genoot 600 a 700; de 2e 250; de 3e
f 90 a 100; de 4e 70 a 130; de 5« 76 en de 6*
80. De bezoldiging is niet buitensporig, naar het ons toe
schijnt; het getal misschien te groot, maar welligt in ver
houding tot de dienstendie verrigt worden, en hoogstwaar
schijnlijk, te oordeelen naar het afwisselend bedrag, in verhou
ding tot den tijddie er toe wordt vereischt. Maar in allen
gevalle te Tilburg bezoldigt men beter, want aldaar zijn slechts
twee beambten, die te zamen 950 bezoldiging genieten, -
verder p. m. 200 worden bestemd tot bestrijding der kos
ten van vertering door de Directie aldaar, terwijl niet blijkt,
dat de Leidsche directeuren daarvoor iets in rekening bren
gen. Was dit het geval't ware niet verzwegen.
Evenwel, men heeft in 38 jaren 4418,63 meer geheven
dan noodig was en, ofschoon nu wel meer dan 3000 zou
zijn te kort gekomen als de Leidsche Directeuren het voor
beeld der' Tilburgsche directie bad gevolgd en in dien tijd
7600 voor vertering in uitgaaf gebragt, - zoo blijft de
vraag over, heeft men niet te veel geheven en is daardoor
het manufactuur niet nutteloos bezwaard? De Tilburgsche di
rectie gaf terug, wat zij meer dan noodig was had geb
moest in Leiden niet hetzelfde plaats hebben Op tytf vrag^
moeten wij nog ten slotte antwoordenterwijl
ons verhindert dat heden te doen.
LEIDSCH DAGBLAD.
Deze Courant verschijnt eiken dag, be
halve Zon- en Feestdagen, en kost voor
Leiden ƒ1.95, en franco per post/2.80
in de drie maanden.
De prijs der Advertentiën is voor eiken
regel Zes Cents, behalve 35 Cents zegel
recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijke
Nommers Vijf Cents.
Spoortreinen van Leiden naar 's GravenhageDelft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 6 m.; 12 u. 58 m.; 6 u. 3 m.; 9 u. 13 m. Naar Haarlem
en Amsterdam te 8 u. 47 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 47 m.; 7 u. 57 m.
Postbusligtingen aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat's morgens te 7 u. 55 m., 'smiddags te 12 u., 'snamiddags te 3 u. 45 m.,,
'savonds te 8 u. 10 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, 1 en 17; over Triëst, 6 en 22; over Marseille9 en 25 van elke maand.
Rijks-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 27 uur. 8poorweg-TeIegraaf dagelijks van 89£ uur.
Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en. WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uur. -
Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeester, dagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104
uur. - Thesaurie, dagelijks van 102 uur. —De Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 'sraorgens van 910 uur.-
Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Accijnsen
dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maaudag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92
uur; van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur.
1%. #VTT -v.
£,.-i V <r
l .1
- 4»,.