Buitenlandsch Nieuws. f 16841.50 dentie zijn oorsprong heeft en de gewezen Commissaris des Konings in de provincie Zuid-Holland Mr. E. J. A. Graaf van Bylandt zich aan het hoofd der Commissie bevindt, die zich stelt onder de bescherming des Konings en pogingen aanwendt om de onderneming over het geheele Eijk uitte- breiden. Burgemeester en Wethouders van Botterdam hebben aan de beslissing van den Gemeenteraad onderworpen het verschil van gevoelen ten aanzien van een maatregelom iederen nacht een brandspuit met de noodige manschappen gereed te houden, ten einde bij besloten water dadelijk naar eenig door brand bedreigd punt heentesnellen. Een vreemd geval heeft Woensdag te Botterdam plaats gehad en groote ontsteltenis te weeg gebragt. In het verifica teurs-huisje der stedelijke belastingenstaande aan het einde der Leuvehaven tusschen de nieuwe Leuvebrug en de Stok- kebrug, kwam namelijk dien morgen omstreeks zeven ure iemand om daar als naar gewoonte vuur aan te leggendaarmede bezig zijnde, waarbij hij van een brandende lamp gebruik maakte, opende hij de kolenkist om kolen te krijgen, doch naauwelijks had hij deze kist geopendof er had een ontplof fing plaats, welke zoo ontzettend was dat het geheele steenen huisje uit elkander sloegterwijl de persoon die zich er in bevond gelukkig geen ander letsel bekwam dan dat zijn hoofd haar en zijn kleederen verschroeid werdenmaar er verder met den schrik afkwam. Wat nu de oorzaak van dit onheil betreft, is het waarschijnlijk een gazontploffing geweest, maar het vreemdste van de zaak is, dat in het huisje zelf geen gaz gebrand wordt en dus geen gaspijpen liggen zoodat het gaz denkelijk door een lek in een in den omtrek liggende pijp ontsnapt is en bij de bevrozen straten geen andere uitweg vindende, zich daar verzameld heeft en nu bij het openen der kist eensklaps ontplofte. Aangenomen het beroep naar de Ned. Hervormde gem. te Groningen door Ds. E. J. P. Jorissenpred. te Broek in Waterland. Zaturdag 19 Januarij, 's namiddags te twee uur, vangen de lessen der burgerzangschool aan, die Commissarissen der Volkszangscholen van het departement Leiden der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen hebben opgerigt. Wij verblijderuons dat die poging is gelukt, omdat deze school onder de lei ding van den verdienstelijken onderwijzer, den heer A. J. Wetrens, in een werkelijk bestaande behoefte voorziet. Vergelijkende Staat van de zuivere opbrengst der opcen ten en eigene middelen, ten behoeve dezer gemeente geheven, gedurende de maanden December 1859 en 1860, alsmede van die opbrengst over de 12 eerste maanden dier beide jaren. MIDDELEN. Geslsgt (opc.&inv.) 1919.56 Binnenl. Ged. (id.) 7462.15 Buitenl. Gedist.(id.) 333.92 Likeuren (id.) Gemaal (eigen mid.) 4528.38s Wijn,fruit- kunst wijn (id.)1231.72 Turf (id.)723.39s Steenkolen (id.)423.67s Brandhout (id.).218.70 Zuivere opbrengst over de maand December. 1859 1860 Zuivere opbrengst over de 12 maanden des jaars. 1745.40' 6527.47s 227.bZ5 4136.47' 1110.97s 737.35 1132.97s 296.00 715914.19 1859 22553'68s n 53843.46 2389.48s 280.96s 65802.75s 17546.47s 14587.31 6842.52s 3253.60 /T87100.26 1860 21895.48 73193.17 2938-91* 67939.56s 21251.92s 14475.48s 6810.27s 4015.40 /212520.21s De thermometer van Fahrenheit teekende Donderdag 's namiddags te 5 uur 36°, te 8 ure 36°, te 10 uur 35° en te middernacht 32°. Heden (Vrijdag) 's morgens te 3, te 5, en te 8 uur 34°, te 12 en te 2 uur 37° en te 4 uur 34°. De heer Berryer heeft een memorie opgesteld voor den heer Jerome Bonaparte Patterson, die een gedeelte eischt dei- nalatenschap van Prins Jeróme. De Keizer heeft in deze zaak niet tusschenbeide willen komenomdat het hier niet geldt een geldkwestie, maar een kwestie van staat. De zaak zal nog in deze maand voor het hof worden behandeld. Eenigen tijd geleden heeft de heer von Botschild te Parijs tot een fabelachtigen prijs (men zegt 80,000 francs) twee portretten aangekocht: dat van een oude vrouw door Holbein, en een portret door Bembrandt, diens moeder voor stellende. Beide kunstwerken zijn gerestaureerd door den heer Haro en opgenomen in de galerij van den heer von Botschild, die een van de merkwaardigste van Europa belooft te worden. Eenige dagen geleden werd gemeld, dat Charles Jud, de vermoedelijke moordenaar van den heer Poinsot, te Mann heim gevangen was genomen. Tot nu toe heeft zich dit niet O O O bevestigd en men veronderstelt dus, dat het daarmede zal zijn als met zooveel andere arrestatiën van verschillende personen die ten gevolge van hun gelijkenis met het signalement van Jud door de policie zijn aangehouden. Bij al hetgeen men intusschen reeds te zijnen aanzien heeft vernomenblijkt liet thans dat hij, na zijn moordaanslag op den Bussischen majoor Heppi, zijD eigen broeder op dezelfde wijze bedroog, als hij den koetsier te Algiers heeft gedaanwien hij gelijk men zich zal herinneren, de noodige papieren ontfutselde, om zich on der een valschen naam uit de voeten te kunnen maken. Dit geval met zijn broeder heeft zich aldus toegedragen: Charles Jud vervoegde zich een paar weken na het geval met den ge noemden Bus in de voorstad la Poissonnière in een établis sement, waar zijn broeder Jacques als kleermakersbediende werkzaam was. Charles had zich op dat tijdstip geheel onken baar gemaakt, zoowel door een min of meer armoedige klee ding, als door valsche knevels en baardbenevens een blaauwe bril, waarmede hij het al te merkbare lidteeken boven zijn oog ouzigtbaar had gemaakt. Zoodra hij met Jacques alleen wasstelde hij hem voor, met hem naar Londen op reis te gaanten einde aldaar een oude zaakdie spoed vereischte af te doen. Jacques had daartegen verschillende bezwaren waarvan het voornaamste was, dat hij de reiskosten niet kon betalen. //Och, dat hindert niet; zei Charles, //dan zal ik u wel vrijhouden. Laat die gelegenheid tot een pleizierig uitstapje maar niet voorbijgaan, want ik heb geld genoeg bij mij." Bij deze woorden liet hij zijn broeder zooveel goudgeld zien, dat deze oogenblikkelijk de noodige schikkingen maakte, om met hem mede te gaan en in de eerste plaats zorgde een paspoort te krijgen. Maar naauwelijks had hij den volgenden dag Char les dit papier laten zien of deze stak het in den zak en zei kortaf: //zie zoo, daar was het mij maar om te doen. Nu kunt gij ook wel te huis blijven. Ik groet je." Dit zeggende was hij verdwenen, en welke moeite zijn broeder ook deed om het bewuste papier terug te krijgen alles was vruchteloos. Het spreekt dus van zelf, dat Jacques, die wel wist dat Charles door de justitie werd opgespoord, door dit geval nog veel ongeruster moest worden. Hij vernam er evenwel niets meer vau, tot Charles in het laatst van No vember onverwacht vóór hem stond. Jacques hevig verontwaardigd, verweet hem zijn vroegere wanbedrijven eu zeide, dat nu hij zijn geheele familie had geschandvlekter slechts één middel overbleef om nog eenigzins zijn eer te redden, namelijk door zich voor den kop te schieten. Charles scheen zyn ongelijk te erkennen; hij toonde zich zeer getroffenvertrok een paar dagqn latei en vermoordde den heer PoinsotDaar het nu bij het rechterlijk onderzoek spoedig bleekdat Charles een paspoort onder den naam van Jacques had, werd natuurlijk ook Jacques gedagvaard, en onder beschuldiging van door middel van een valsch document een voortvlugtig misdadiger behulpzaam te zijn geweest, acht dagen in arrest gehouden. Het viel hem evenwel niet moeijelijk de rechters van de ware toedragt der zaak te overtuigen zoodat hij weer op vrije voe ten werd gesteld. - Behalve dezen broeder heeft Charles er nog een, die bij de douane is aangesteld en,even als Jacques, als een rechtschapen man bekend staat; zijn moeder woont in den Elzas. Men heeft den reisdeken, door den beruchten Jud itl een hotel in Zwitserland achtergelaten, thans bepaald herkend als aan den heer Poinsot toebehoord hebbende. Intusschen is het thans nagenoeg zeker, dat Jud Zwitserland heeft verlaten en volgens vrij stellige inlichtingen moet hij zich in een stad in Nederland ophouden. Men verwacht zelfs zeer spoedig de tijding van zijn inhechtenisneming te vernemen. - Eenige invloedrijke personen te Londen hebben het voornemen opgevat, om ten behoeve van de vrijwilligers een

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 2